Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Catechismus van Calvijn.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Catechismus van Calvijn.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI.
Zondag 23.

Hoe luidt het tweede gebod ? En wil het zonder beperking verbieden eenig beeld te maken ?
Het tweede gebod verbiedt gesneden beelden te maken, hetzij om God voor te stellen, hetzij om te aanbidden. Over andere beelden gaat het niet.
Waarom is het niet geoorloofd God voor te stellen onder een zichtbaren vorm ?
Omdat er geen enkele overeenstemming is tusschen God, die Geest, eeuwig en onbegrijpelijk is, en een lichamelijke, doode, verderfelijke en zichtbare stof. En zoo is het maken van een beeld van God een onteeren van de majesteit Gods.
Wat is de vorm van aanbidding, is die hier verboden ?
Dat is zich te stellen voor een beeld om er voor te bidden, de knie er voor te buigen of eenig ander bewijs van eerbied er aan te betoonen, alsof God zich daarin aan ons openbaarde.
Wat moet men er dus niet uit maken ?
Men moet er dus niet onder verstaan, dat iedere soort beeldhouwwerk of schilderkunst in het algemeen verboden is ; maar alléén alle beelden, die gemaakt worden om God te dienen, of om Hem te vereeren in deze verschillende zichtbare dingen, of om er bij wijze van afgoderij, welke die ook zij, misbruik van te maken.
Waar komt dit gebod op neer ?
Het tweede gebod komt hierop neer, dat — zooals God bij het eerste gebod heeft verklaard — Hij de éénige is. Dien men moet aanbidden en géén ander ; en dat Hij ons hier doet verstaan wat de juiste wijze van aanbidding is, om ons verre te houden van alle bijgeloof en vleeschelijken dienst. [Geen eigenwillige godsdienst, maar zooals God ons in Zijn Woord geopenbaard heeft. Heid. Cat.J.

Zondag 24.
Welke bedreiging voegt God er aan toe ? God voegt er een bedreiging aan toe te weten : „Want Ik, de HEERE, uw God, ben een naijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten . Waarom maakt Hij melding van Zijn kracht ?
Om aan te geven, dat Hij machtig genoeg is om Zijn eer te handhaven.
Wat bedoelt Hij met Zijn naijver ?
Dat God geen gelijke kan dulden. En daar Hij Zich aan ons door Zijn oneindige goedheid heeft gegeven, wil Hij ook, dat wij gehéél Hem toebehooren. En het is de reinheid onzer zielen Hem alléén gewijd en opgedragen te zijn, zooals het aan den anderen kant geestelijke echtbreuk is, als wij ons afwenden naar het een of ander bijgeloof.
Hoe moeten wij het verstaan, dat Hij de zonden der vaderen aan de kinderen bezoekt?
Om ons meer vrees in te boezemen zegt Hij, dat Hij Zich niet alleen zal wreken op degenen, die tegen Hem zondigen, maar óók, dat hun nakornelingschap na hen den vloek zal dragen.
Maar is het niet in tegenspraak met de rechtvaardigheid Gods, om den één te straffen ter wille van den ander ?
Deze vraag zal spoedig opgelost zijn, als we in aanmerking nemen, wat de staat is van het menschelijk geslacht ; want van nature zijn we allen vervloekt en zouden wij ons niet over God kunnen beklagen, wanneer Hij ons zou laten zooals wij zijn. Maar zooals Hij nu Zijn genade en liefde openbaart aan degenen, die Hem liefhebben en dienen, door hun kinderen te zegenen, is het ook een getuigenis van Zijn wraak over de goddeloozen, als Hij hun na­ komelingschap in den vloek laat.
Maar wat zegt Hij nog meer ?
Om ons ook door zachtheid te winnen zegt Hij, dat Hij barmhartigheid doet aan duizenden dergenen, die Hem liefhebben en Zijne geboden onderhouden.
Bedoelt Hij, dat de gehoorzaamheid van den geloovige het geheele nageslacht zal zalig maken, hoewel dit boos is ?
maar het bedoelt, dat God, naar Zijn liefde voor de geloovigen. Zijn goedheid jegens hen zoover zal uitstrekken, dat Hij Zich zal bekend maken aan hun kinderen, en dat Hij hen niet alleen naar het vleesch voorspoed zal geven, maar dat Hij hen door Zijn Heiligen Geest zal heiligen, om hen gehoorzaam te maken aan Zijn wil.
Dat zien we toch niet altijd zoo ?
Dat is waar ; maar dat komt, omdat de Heere Zich de vrijheid voorbehoudt om barmhartigheid te bewijzen aan de kinderen der goddeloozen, en daarbij ook de macht behoudt, om uit het geslacht der geloovigen te verkiezen óf te verwerpen, zooals het Hem behaagt. Toch doet de Heere deze dingen op zulk een wijze, dat het wel openbaar wordt, dat die belofte geenszins ijdel is.
Waarom spreekt Hij hier van duizend geslachten, terwijl Hij bij de bedreiging er slechts drie of vier in betrekt ?
Dat is om klaar te bewijzen, dat Zijn Wezen meer is om goedheid en zachtheid te bewijzen, dan hardheid of strengheid, zooals Hij getuigt, dat Hij haastig is om goed te doen en traag om te toornen.
(Wordt voortgezet.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

De Catechismus van Calvijn.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's