Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bekwaam Godgeleerde uit den bloeitijd der Gereformeerde theologie

WILLEM AMESIUS
II.

In een Engelsche encyclopaedic wordt het volgende verhaal gegeven van Amesius' aankomst in Nederland :
„Toen Amesius aan wal stapte, werd er juist een dispuut gehouden over de theologische kwestie van den dag. Amesius, als visscher gekleed, met wijden broek en roode muts, begaf zich naar de plaats van samenkomst. Toen het disipuut in vollen gang was, stond deze vreemde bezoeker op en verzocht, of hij Grevinchovius in het Latijn bestrijden mocht. Dit werd hem toegestaan. Geduldig verdroeg hij de spotternijen, die over zijn kleeding gemaakt werden, maar hij overwon zijn tegenstander door zijn logische redeneering, die gegrond was op Phil. 2 vers 13".
Amesius' levensbeschrijver, prof. Visscher, is van oordeel, dat dit verhaal meer romantisch dan waar klinkt, en dat reeds de oppervlakkige lezing het onwaarschijnlijke er van doet gevoelen. Na de gronden voor deze meening te hebben aangegeven, zegt prof. V. : „Zoodra de beide vluchtelingen (Amesius en Parker) voet aan wal gezet hadden, zal wel hun eerste vraag deze geweest zijn : hoe zij een werkkring zouden vinden, waardoor zij in hun levensonderhoud konden voorzien".
Aanvankelijk vestigde Amesius zich te Leiden, waar zijn onderhoud hem door vrienden verstrekt werd. Het valt ons op, hoe vele vooraanstaande mannen uit dien tijd uit zeer sobere middelen hebben moeten leven. Wij denken hier met name aan Calvijn ; doch ook Amesius schijnt onbemiddeld hier te lande gearriveerd te zijn.
In Leiden heeft Amesius omgang gehad met Robinson, 't hoofd der Pelgrimfathers. Naast de Presbyteriale Kerk vormden zij daar een afgescheiden gemeente, die uitermate arm, eenzijdig en bekrompen was. In het separatisme (de zucht om zich af te scheiden) kon Amesius zich niet vinden. Al had hij verschillende bezwaren tegen de Vaderlandsche Kerk - hij achtte het ongeoorloofd, met haar alle gemeenschap te verbreken. Een strijd, die over deze zaak tusschen Amesius en Robinson ontstond, had tot gevolg, dat Amesius het won, en Robinson milder gestemd werd tegenover andere Gereformeerde Kerken. Zoo werd de laatste de grondlegger van de z.g. Semi-Separatisten, waartoe de latere Independenten grootendeels hebben behoord.
Na Leiden verlaten te hebben, vertoefde Amesius te 's-Gravenhage, waar hij tegelijk predikant van het Engelsche leger en Dienaar des Woords der Engelsche Kerk was. Van 1611/1618 heeft Amesius in Den Haag gewoond. Met een dochter van dr. John Burgess, wiens opvolger Amesius was, trad hij in het huwelijk, voordat haar vader naar Engeland terugkeerde. De verhouding tusschen schoonvader en schoonzoon bleef niet lang van prettigen aard, omdat Burgess een rijk gesalarieerde post aannam in de Staatskerk, en zijn vroeger beleden beginselen verloochende. Amesius liet niet na, zijn schoonvader om deze beginselverzaking terecht te wijzen. Met prof. Visscher zeggen wij: „Wij willen hopen, dat de beminlijkheid van de dochter vergoed heeft, wat de vader onaangenaams had".
Van het huwelijk zelf is niet veel bekend. Wel weten we, dat Amesius' vrouw na eenige jaren kinderloos gestorven is.
Aan de debatten over de leergeschillen, die aan de Dordtsche Synode voorafgingen, is door Amesius deelgenomen. In woord en geschrift is door hem positie gekozen 'tegen de leer der Remonstranten.
Van de Synode te Dordrecht (1'618/'19) is Amesius geen lid geweest in eigenlijken zin. Al is moeilijk na te gaan, in hoeverre hij op genomen besluiten invloed heeft geoefend — vast staat, dat hij den voorzitter met raad en voorlichting gediend heeft. Prof. Visscher is er stellig van overtuigd, dat uit eventueele bronnen zeker zou blijken, „dat de plaats, door hem ingenomen op het tooneel van den strijd dier dagen, veel belangrijker is, dan de onbekendheid van zijn naam zou doen vermoeden". ­
Over hetgeen Amesius verricht heeft in de twistzaak van Maccovius, deelen wij een en ander mede, wanneer wij te zijner tijd over hem afzonderlijk eenige artikelen zullen geven.
Helaas is Amesius niet benoemd tot hoogleeraar aan de Academie van Leiden, alhoewel pogingen daartoe herhaaldelijk in 't werk gesteld zijn.
Een wettige benoeming volgde aan de Hoogeschool te Franeker, doch toen hij daar met zijn huisgezin aankwam, werd hij geweerd door tegenwerking van Engelsche zijde. Door tusschenkomst van Prins Maurits kreeg Amesius echter gelegenheid zijn ambt te aanvaarden.
Op 7 Mei l622 hield Amesius zijn inauguratie over Exodus 28 vers 30 : „Gij zult ook in de borstlap des gerichts de Urim en de Thummim zetten". Uit de rede schijnt op te maken te zijn, dat Amesius de behandeling opgedragen was van Bijbelboeken uit het Oude-en Nieuwe Testament.
Diverse werken heeft Amesius in zijn professorale periode gepubliceerd. Aan rechtzinnigheid van hoofd, paarde hij rechtzinnigheid des harten. Als hoogleeraar was Amesius op zijn plaats, terwijl het ongetwijfeld een voldoening voor hem geweest moet zijn, dat hij thans ook in zijn stoffelijke behoeften kon voorzien. Vroeger was dat wel eens anders geweest !
Allerlei omstandigheden leidden er echter toe, dat Amesius, na een verblijf van een 10tal jaren te Franeker, naar een anderen werkkring ging verlangen. En wel om de volgende redenen. In de eerste plaats was zijn collega Maccovius er op uit, zijn invloed te verzwakken, wat op zichzelf al zeer onprettig is. Ten tweede was Amesius na den dood van zijn eerste vrouw hertrouwd ; en daar zijn tweede eöhtgenoote Engelsche was, kon zij het in Franeker niet wennen.
Een in 1632 op hem uitgebracht beroep naar Rotterdam werd door Amesius aangenomen. Het verlies, dat de theologische faculteit te Franeker hierdoor leed, was niet klein.
Spoedig verloor Rotterdam Amesius weer, daar hij weldra stierf. Tijdens een overstrooming liep ook Amesius' huis onder. Toen hij door het rumoer wakker werd, stapte hij uit bed in het ijskoude water, wat hem een kou bezorgde, waaraan hij spoedig overleed.
Amesius' sterfbed heeft zich gekenmerkt door geloofsverzekerdheid. Zóó aangrijpend moet zijn dood geweest zijn, dat een Roomsch geneesheer, die hem verpleegde, uitroepen moest : „liane moriuntur Reformati !", hetwelk wij aldus vertalen : „Zoo sterven alleen Hervormden !"
Door zijn dood heeft Amesius geen gevolg kunnen geven aan zijn voornemen om naar Amerika te gaan. In 1637 reisde zijn weduwe daar echter heen, toen niets en niemand haar meer aan Nederland bond.
Amesius moet een hoogstaand man geweest zijn, wanneer dit van hem getuigd wordt : „Zijn gansche leven ademde liefde tot God en den naaste".
Volgende keer een en ander over Amesius als theoloog.
D.

d. Z.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's