Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Calvinisme en het Christelijk leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Calvinisme en het Christelijk leven.

11 minuten leestijd

op het Calvinistisch Congres te Edinburgh, de schoone hoofdstad van Schotland, gehouden (van Woensdag 6 tot en met Maandag ii Juli) was het onderwerp : het Calvinisme en zijn veelzijdige beteekenis voor het leven des christens. Het eerste Congres werd in 1932 in Londen gehouden. Toen hebben o.a. referaten gehouden prof. Lecerf van Parijs en de Nederlandsche hoogleeraren Grosheide en Hepp van Amsterdam. Het tweede Congres werd in 1934 te Amsterdam gehouden. Referenten waren o.a. de hoogleeraren Anema, Hepp, Severijn, Haitjema en Lecerf. Het derde Congres werd in 1936 gehouden te Geneve (onderwerp : de leer van de uitverkiezing). Velen zullen zich herinneren, dat een der referenten was Pfarrer Peter Barth (een broer van Karl Barth), die stellingen verkondigde, waartegen dr. Oorthuys en dr. Hommes zich ernstig hebben verzet.
En nu het vierde Congres te Edinburgh. Er waren ongeveer 137 deelnemers (9 uit Holland, o.a. dr. P. J. Kromsigt).
Het onderwerp van dit Congres is geweest : „de ethische consequenties van de Gereformeerde levensopvatting ten opzichte van het individu, het gezin, de Kerk, de maatschappij, den staat, economie, kunst", „verband tusschen geloof en kennis", „beteekenis van het Oude Testament voor het Christelijk leven."
Prof. J. Sebestyén van Boedapest (Hongarije) refereerde over : „de Gereformeerde levensovertuiging en haar ethische consequenties van het individu".
Wij nemen hier over wat „De Standaard" van dit referaat meldde :
Elke godsdienst — aldus spr. — zelfs de heidensche, heeft zijn ethische consequenties, die onderling van elkaar verschillen al naar hetgeen de godsdienst leert. Een godsdienst kan 't leven bezielen met de hoogste idealen ; hij kan het daarentegen ook totaal ruïneeren.
Dit verbond tusschen practijk en leer vindt men zoowel bij heidensche godsdiensten als bij het christendom in al zijn schakeeringen. Het Roomsch Katholicisme had en heeft nog een geweldigen ethischen en socialen invloed op het leven van zijn aanhangers en op de wereld in 't algemeen, en vertoont een sterk kerkelijk kenmerk. In de Grieksch-Orthodoxe Kerk draagt die invloed een sterk negatief karakter. Het mysticisme van de Middeleeuwen had noch ethische noch sociale kracht. De Anabaptisten hadden een gedeformeerd ethisch program. Het Lutheranisme geeft een sterker en gezonder systeem, maar bevredigt geenszins.
Naar onze meening — een meening die bevestigd wordt door de resultaten van studies van den laatsten tijd — stelt het Calvinisme de hoogste ethische idealen voor heel het leven. En de ethische en sociale invloed van het Calvinisme doet zich niet alleen gelden in verschillende naties der wereld, maar ook in alle geledingen van heel het maatschappelijk leven, niet alleen op groepen van menschen, maar ook op individuen. Dit is de kracht van het Calvinisme, zooals Troeltsch heeft erkend.
Juist bij het Calvinisme is er nauw verband tusschen de resultaten op ethisch en sociaal gebied en den inhoud van zijn leer, zijn theologie. Het heeft nimmer gehuldigd een vrije moraal. De leer was steeds „het woord des levens", zooals Paulus zegt in Filipp. 2 : 16.
„Voorhoudende het woord des levens, mij tot een roem tegen den dag Christi, dat ik niet tevergeefs heb geloopen, noch tevergeefs heb gearbeid".
Onze vaderen drukten dit aldus uit, dat het Calvinisme twee deelen bevat : het doctrinale en het practicale. De voornaamste plaats werd immer gegeven aan de regelen der leer, waarvan de regelen der ethiek waren afgeleid. De credenda en de agenda ; leer; en leven ; geloof en practijk der godzaligheid.
Dit is volkomen in overeenstemming met wat de Schrift ons leert. Zij zegt niet alleen wat wij moeten gelooven, maar ook wat wij móeten doen.
Vandaar dat de Gereformeerde belijdenis den Bijbel noemt als norm voor geloof èn voor werken. Het Woord van God openbaart wie Hij is en hoe Hij wil zijn gediend. Godsdienst is de dienst van God met heel ons gemoed, met heel onze ziel, met al onze krachten. Godsdienst is een levende offerande. Geloof en practijk gaan saam en de tweede is afhankelijk van de eerste.
Ten opzichte van de consequenties van het geloof voor het individu beteekent dit niet meer of minder dan dat 't leven van Christus in ons moet worden geopenbaard. Het Calvinisme moet „een nieuw type van mensch" kweeken, zooals Lord Morley heeft gezegd. Bij den nieuwen mensch een nieuw leven — ziedaar het ethische program van het Calvinisme. Dit kan alleen worden verkregen door een levend, heroïsch, moedig geloof in God. Daarin vinden alle ethische krachten haar oorsprong. Het beginsel is de régulateur voor de praktijk.
Calvijn heeft er altijd sterken nadruk op gelegd, dat de kennis van de rechte leer en de practijk van den godsdienst, het Gode welbehaaglijk leven, onafscheidelijk aan elkander zijn verbonden. Voetius heeft hem daarin gevolgd. Diens inaugureele rede over den innigen samenhang tusschen vroomheid en kennis geeft daarvan het duidelijkst bewijs.
Als dan ook Calvijn door sommigen wordt beschuldigd van een eenzijdig en droog intellectualisme, dan is deze beschuldiging absoluut onjuist. Al spreekt hij veel over leer en dogma, hij bedoelt dit nimmer als een intellectueele abstractie, maar wil alleen vooropstellen, dat er in elke levenssfeer gedachte moet zijn. En zoo groot was zijn genie, dat hij in elk van zijn gedachten leven kon leggen. Als taak van de Kerk ziet hij het maken van de geboden des Heeren tot „het woord des levens" in de gemeenschap der geloovigen.
De kennis van het Evangelie moet leiden tot een bepaalden levensstijl, Joh. 13 : 17, Psalm 32 : i, 2. De Calvinistische levensbeschouwing rust dus op twee pijlers : de zuivere leer, en het zuivere leven, beide gegrond op het Woord van God. Dit behoedt zoowel voor een pantheïstisch subjectivisme als voor een doodelijk sentimentalisme, en werkt actief, vruchtbaar en moedig in het leven van den individueelen geloovige zoowel als van de kerk.
Onjuist is de meening, als zou het Christendom alleen beteekenis hebben voor het individu. Daar zijn Christenen, die denken, dat zij met vroom te leven heel hun roeping hebben vervuld ; dat zij voor hetgeen buiten hen om, in de wereld geschiedt, niet verantwoordelijk zijn ; dat het beste wat zij kunnen doen, is erover te zuchten of ervoor te bidden. Zelfs Luther ontkomt daarin niet geheel en er ligt waarheid in de verzekering van Troeltsch, dat het Luther ontbrak aan ethische en sociale beginselen, die in de Calvinistische levensbeschouwing tot zoo rijke ontwikkeling zijn gekomen. Het was Calvijn, die zoo nadrukkelijk leerde, dat het hoofddoel van het leven niet is het geluk van de individueele ziel noch een soort „heilig egoïsme" van den mensch, maar de verheerlijking van God. Deze verheerlijking moet in de wereld schijnen in de rijkste schittering en moet openbaar worden op alle levensgebied.
Deze hoofdgedachte heeft het Calvinisme behoed voor lijdelijkheid en voor mysticisme, voor gemoedelijkheid en voor afgeslotenheid. Het is in hooge mate actief. Het wil de zonden en gebreken in 't openbare leven tegengaan en rust niet voor dat de krachten van het Evangelie in alle cellen van ons maatschappelijk leven doorwerken, en de Goddelijke levensregels tot heerschappij zijn gekomen.
Deze activiteit vindt haar oorsprong niet in een uitwendige bron, is niet door een mensch of door een ras daarin gelegd, maar spruit voort uit een diep theologische gedachte : de leer van de Goddelijke souvereiniteit. Zij is het, die zuiverend inwerkt op wereld en gemeenschap en idividu, en alles richt op de verheerlijking van Vader, Zoon en Heiligen Geest niet alleen in het natuurlijke leven, maar ook in het leven der menschen. Einddoel is niet de zaligheid, de vrede en het geluk van den enkeling, maar de eer van God.
De ethische consequenties van de Calvinistische Reformatie in het leven van den Christen kunnen in deze vier punten worden saamgevat :
1. De Calvinistische levensbeschouwing leidt tot den rechten dienst van God, doordat in geen enkele andere godsdienst of levensbeschouwing het einddoel zóó klaar en volstrekt is gesteld als in het Calvinisme. De rechte kennis van God leidt tot dienst en tot gehoorzaamheid. Niet alleen kennen en bidden, maar ook leven en wandelen en werken voor het aangezichte Gods.
2. De Calvinistische levensbeschouwing bewerkt bij den geloovige, dat zijn karakter, zijn persoonlijkheid wordt geheiligd, opdat hij moge komen, zooals Paulus het noemt in Ef. 4 : 13, „tot een volkomen man, tot de maat van de grootte der volheid van Christus." Zulk een Christen dient God niet alleen in de Kerk, maar ook daarbuiten, overeenkomstig de eischen van het priesterschap aller geloovigen. De beschuldiging tegen de predestinatie, als zou zij de moreele energiën verslappen, als zou zij leiden tot vadsigheid, fatalisme, lijdelijkheid, antinomianisme en gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef, wordt door de practijk weersproken, 't Tegengestelde is waar : de Calvinistische Reformatie wordt gekenmerkt door haar ethisch heroïsme. De Calvinist, die de uitverkiezing leert, legt nadruk op de Schriftuurlijke waarheid, dat deze ook is een verkiezing tot heiligmaking, Ef. i : 4. Hij moet zijn profeet, priester en koning.
3. De Calvinistische levensbeschouwing maakt den Christen zijn roeping volledig bewust ten opzichte van heel zijn leven hier op aarde. De ethische consequenties van dit roepingsbesef zijn van groote beteekenis. In volle gehoorzaamheid aan wat God beveelt, geeft de Christen zich aan zijn levenstaak. Het is God, die hem daartoe roept.
4. De Calvinistische levensbeschouwing geeft nog méér dan het tot nu genoemde. Het komt met een program voor heel het wereldleven, met een levensbeschouwing, met een levensphilosofie. Dit is een gevolg van het feit, dat God ons waarheden openbaart niet alleen ten opzichte van de menschelijke zaligheid, maar ordinantiën voor al wat bestaat tot Zijn eeuwige glorie. Het inzicht in de universaliteit van de Calvinistische levensbeschouwing wordt steeds weer ontsloten, als van eeuw tot eeuw geslacht na geslacht naspeurt de groote werken Gods en Zijn ordeningen. En in dit Calvinisme zullen we niet worden beschaamd. Want het vindt zijn fu.idament in het Woord van God.
Doordat het Calvinisme niet enkel godsdienst, maar levensbeschouwing is, zet het alle waarheden en beginselen om in leven en actie. En zoo moeten die niet worden gezien als bovennatuurlijke idealen, maar als machten en krachten die leiding geven en heerschen en het leven der geloovigen vullen met ethischen inhoud.

Het Calvinistisch levenstype.
Zoo komen wij tot een zeer speciaal Calvinistisch levenstype, dat zich onderscheidt van de menschen van andere richting, al wonen zij in dezelfde plaats en verkeeren zij onder dezelfde levensomstandigheden. En het is niet alleen anders, maar in zijn opvoedkundige en propagandistische waarden staat het ver boven alle andere beschouwingen ; gevolg van het feit, dat de levensstijl enkel verwerkelijking is van het groote Christelijke principe. Omdat de ethische gedachten van het Calvinisme van de hoogste waarden zijn op grond van de dogmatische basis, moet de practische uitwerking en beleving van deze gedachten in den vorm van een bepaalden levensstijl ook de hoogste en de beste zijn. Deze levensstijl wordt door de Schrift genoemd „het woord des levens".
Door ongeloovigen en aanhangers van andere levensbeschouwing is deze hooge waarde van het Calvinisme eeuw na eeuw nadrukkelijk erkend. Zij kwam tot uitdrukking niet alleen in het leven van den enkelen mensch, maar, rijk gevarieerd, op allerlei levensgebied, zooals in de andere referaten, op dit congres te houden, zal worden aangetoond.
De ethische consequenties van het geloof der Reformatie zijn rijk gevarieerd ook in het leven van man en vrouw. God zelf heeft aan een ieder zijn eigen taak en opdracht gegeven. Het Calvinisme heeft dit onderscheid steeds gerespecteerd en wil den man man doen zijn zooals God hem wenscht en de vrouw vrouw zooals God haar wenscht.
Zoo mogen al deze onmetelijke gaven en rijkdommen, als de verantwoordelijkheid jegens God en den naaste, de werkzaamheid voor en het heroïsme in den dienst van God, het nauwgezet lid-zijn van de Kerk, de liefde voor den arbeid, het verrichten van zijn levenstaak in vol besef van zijn roeping, de strijd tegen de zonde, de heiliging van karakter en levenswandel — worden gezien als de ethische consequenties van het geloof der Calvinistische Reformatie in de ziel en in het leven van den geloovige.
God is voor hem niet alleen de Schepper, maar ook de Vader door Jezus Christus onzen Heere. Dit geloof geeft rust en vertrouwen, dat kostelijke fundament voor de houding van den Calvinist in de grootste stormen van het leven ; het geeft standvastigheid en zielevrede, in den 46sten Psalm zoo heerlijk getypeerd en beschreven. Dit diepe Godsvertrouwen stelt hem in staat om al de tegenslagen van het leven te doorstaan en elke taak, door God hem opgelegd, te vervullen. Geloovige Calvinisten zijn altijd geweest : mannen van de daad, in alle omstandigheden van het leven bereid om hun plicht te doen. Zij wisten hun roeping en gehoorzaamden God.
Geve de Almachtige, dat deze meest zuivere vorm van Christendom nog eens in de gelegenheid worde gesteld zijn volledige rijkdommen en krachten te ontplooien, zoodat het heele menschelijk leven er door wordt beheerscht, tot meerdere eer van onzen grooten Koning."
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Het Calvinisme en het Christelijk leven.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's