Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Avondmaalsstrijd.
Hoe fel is de strijd geweest, vooral in den tijd der Hervorming, over het Heilig Avondmaal ! Vandaar ook de breede behandeling van dit tweede sacrament in onzen Heidelbergschen Catechismus (Zondag 28, 29 en 30).
En hier is niet alleen de dwaalleer van Rome in 't geding, maar ook de Hervormers : Luther, Zwingli en Calvijn verschilden onderling. Bij Rome vinden we de leer van de trans-substantiatie ; bij Luther : de con-substantiatie ; bij Zwingli : de figuratie, en bij Calvijn : de unio mystica of mystieke unie, d.i. de geestelijke gemeenschap met Christus met de geloofsversterking in ons.
Wij moeten altijd voor twee dingen oppassen : dat wij de dingen niet onderschatten, maar ook niet overschatten. Het gaat er om, ze op de juiste waarde te schatten en ze recht te betrachten. En wel volgens de onderwijzing Gods, in Zijn Woord ons gegeven. Het gaat om de Schriftuurlijke beschouwing en beoefening !
Over deze drie dingen : hoe het Avondmaal is onderschat ; hoe het is overschat en hoe het op de rechte wijze geschat moet worden, schrijft ds. J. G. Feenstra in een Catechismus-overdenking (Zondag 29) in »De Wachter« (8 Juli) wat we hier overnemen

I. Hoe het Avondmaal wordt onderschat.
Tijdens de Reformatie liep de strijd heel heftig over de Avondmaalsbeschouwing. Het Avondmaal werd het schibboleth, waaraan de menschen te herkennen waren. Want niet alleen liep de strijd tusschen de Reformatoren en Rome, neen, ook tusschen de Reformatoren onderling was verschil van gevoelen, wat niet te verwonderen valt, omdat het was in een nieuwen tijd.
Feitelijk ging de strijd over een enkel woord, het woordje „is". „Dit is Mijn lichaam en dit is Mijn bloed". Hoe dat woordje is moest worden opgevat. Wat is nu de beteekenis, volgens de bedoeling van den Heiligen .Geest ?
In den Avondmaalsstrijd zien we eerst hoe het Avondmaal des Heeren is onderschat.
Zwingli ging uit reactie tegen Rome veel te ver. Hij wierp bijna alles óver boord, tot zelfs de orgels in de Kerk. Hij vatte het woordje „is" heel gewoon op. Zooals wij zeggen, als wij een portret zien van de Koningin : dat is de Koningin. Zóó wil Zwingli in de teekenen niet anders zien, dan een : héénwijzen naar Christus. „Doe dat tot Zijne gedachtenis", is bij Zwingli het eenige. Avondmaal is een gedachtenismaaltijd. Zooals wij op onzen verjaardag terug denken aan onze geboorte, zóó denkt de Kerk terug aan het lijden en sterven van Christus. Zwingli wil de figuratie : brood en wijn teekenen af het lijden en sterven van Christus ; opdat wij het lijden en sterven zullen gedenken. Zooals het portret van onzen vader of van onze moeder ons doet denken aan onze ouders. Zwingli ontkent alle genadewerkingen in buitengewonen zin. Niet God, niet Christus doet iets. Wij doen iets. Zooals wij onze liefde en aanhankelijkheid bewijzen en versterken bij het portret van onze Koningin. Zóó toonen en belijden wij ons geloof en onze liefde bij brood en beker. Wij denken aan het lijden van Christus. Wij ontvangen niets, maar wij geven. Zóó is het Avondmaal niet meer een sacrament, het is een gedachtenismaaltijd. Het maakt nog wel een stichtelijken indruk en het is ook goed om het te onderhouden. Het kan ook nog wel invloed hebben op het geloof, maar wij zien alleen, wat voor oogen is ; wat afgebeeld is aan de Avondmaalstafel.
Die opvatting heeft veel kwaad gedaan. Ook in de Kerk des Heeren zijn er, die zulk een opvatting huldigen. Die het Avondmaal zien als de meest gewone zaak ter wereld, die meer denken aan wat zij doen, dan dat zij daar komen als een arm en verloren volk, behoeftig en begeerig om te ontvangen den rijkdom, die is in Christus Jezus onzen Heere.

II. Hoe het Avondmaal wordt overschat.
Daaraan maakt Rome zich schuldig. De sporen van de transsubstantiatieleer vinden we al in de 9de eeuw. In 1215 is deze leer als Kerkleer vastgesteld. Bij het sacrament geschiedt volgens Rome een wonder. Het brood wordt veranderd in het lichaam des Heeren en de wijn wordt veranderd in het bloed des Heeren (de substantie van brood gaat óver in de substantie van vleesch, vandaar het woord transsubstantiatie).
Bij Rome heeft dus het woordje „is" eigenlijke beteekenis : het brood is vleesch, de wijn is bloed ; dit is Mijn lichaam, enz. Wel zegt Rome, dat de hoedanigheid blijft : de vorm, de smaak, de kleur van brood en wijn blijven en veranderen dus niet. Als gij proeft, proeft gij brood en wijn. Maar toch — leert de Roomsche Kerk — heeft er verandering plaats gevonden bij de concecratie door den priester, toen door den geestelijke de woorden der instelling zijn uitgesproken.
Dat is overschatting van het Avondmaal en daarmee staat in verband ook de dwaling van de mis, waar Christus wordt aangebeden in brood en wijn. Ook Luther maakt zich schuldig aan overschatting, Luther heeft het zéér moeilijk gehad. Hij heeft zijn beschouwing over het Avondmaal telkens gewijzigd. Eerst zegt hij, dat het geloof beslist of Christus tegenwoordig is of niet. Daarna leerde hij, dat het Woord het een en het al is. En straks stelt hij Christus naast het Woord tegenwoordig. Luther leert : dat Christus, in, mét en ónder de teekenen lichamelijk tegenwoordig is. Dit hangt samen met zijn opvatting van de hemelvaart, van de mededeeling van de goddelijke eigenschappen aan de menschelijke natuur, in den grond van de zaak, ofschoon niet door Luther gewild, een pantheïstische trek. Evenals water is in een spons, en vuur is in gloeiend ijzer, en zout is in brood, zóó — leerde Luther — is Christus lichamelijk tegenwoordig in, mèt en onder brood en wijn; de consubstantiatie. Luther wees hier bij op de beteekenis van het woordje „is". „Dit i s Mijn lichaam".
En hier is iets, dat ons aantrekt. Hij denkt aan het hooge karakter van het sacrament. Maar — evenmin als het water in den Doop veranderd wordt in het bloed des Heeren, zoo ook niet brood en wijn. Wil men „is" letterlijk opvatten, hoe moeten we dan verstaan: „Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed" ? De besnijdenis wordt ook genoemd „het verbond des Heeren", ofschoon het een teeken en zegel is.
Wij hebben hier — en dat moeten we niet vergeten — een sacramenteele uitdrukking. En wij moeten het Woord Gods lezen naar de meening des Geestes.

III. Hoe het Avondmaal op de rechte waarde geschat wordt.
Het woord „is" moet sacramenteel worden verstaan. Als ik een bankbiljet heb van honderd gulden, dan kan ik óók zeggen : dat i s honderd gulden ; en dan wordt dat papier niet veranderd in honderd gulden ; dan zitten die honderd gulden er ook niet in en ónder ; en dan is het toch ook méér dan alléén een téeken ! Het is en blijft papier, maar het heeft de beteekenis en de waarde en de kracht van honderd gulden. Zóó heeft Christus gezegd : „Dat i s Mijn lichaam en dat is Mijn bloed".
En dan zien wij bij het Avondmaal de actie van den Drieëenigen God : Vader, Zoon en H. Geest. Ten eerste van den Vader.
De Vader is de Schepper. Hij heeft brood en wijn geschapen. En Hij heeft Zijn Zoon gegeven tot een spijze en drank voor ons. Hij wil door den Zoon ons voeden ten eeuwigen leven. Daartoe heeft Hij Hem het lichaam toebereid in Maria. Hij heeft gegeven het Lam, dat de zonde der wereld dragen zou. Hij heeft Zijn Zoon tot zonde voor ons gemaakt. En nu komt Hij ons in het Avondmaal voeden en sterken ten eeuwigen leven „aan de tafel des Heeren" waar de beide teekenen, brood en wijn, worden voorgezet en uitgereikt en genuttigd worden.
In opdracht van den Vader, Die voor Zijn kinderen zorgen wil en hen geestelijk wil voeden en onderhouden, heeft Christus het Avondmaal ingesteld. Hij heeft ook in dien laatsten nacht den wil des Vaders gedaan. Daarom mogen wij bij het Avondmaal het werk des Vaders niet vergeten, Die ons voortdurend voeden wil aan Zijn tafel uit de volheid van Christus.
Ten tweede van den Zoon. Wij zien hier de beteekenis van de kruisverdienste van onzen Heere Jezus Christus. Daarom moet ook bij de bediening van het Avondmaal de dienaar des Woords op den achtergrond staan. Wij moeten onzen Borg zien in Zijn schoonheid en onmisbaarheid. Dan hebben we een goede Avondmaalsviering, als wij door het geloof gemeenschap hebben met Christus. Want de geloovigen zijn leden van het lichaam van Christus. Hij is de wijnstok en wij zijn de ranken. En dan zal het Woord alleen verklaren in allen eenvoud : „Dit is Mijn lichaam en dit is Mijn bloed". Ten derde van den Heiligen Geest. Daar is een verborgen werking van den Heiligen Geest. Wij leven door één Geest. Daarom moeten wij ook niet „blijven hangen aan het uiterlijk brood", maar wij moeten onze harten opwaarts verheffen, waar Christus is, zittende aan de rechterhand des Vaders. Want het eigenlijke Avondmaal wordt in den hemel gevierd. Zóó worden wij gevoed en versterkt. Zóó komen wij met onze zonde en schuld en proeven de vergeving der zonden. Daar worden moeden versterkt. Rijken worden ledig heengezonden en armen worden met goederen vervuld. Wij mogen het Avondmaal niet onderschatten, en óók niet overschatten. Wij moeten het, naar Gods Woord, op den rechten prijs stellen. En dan hebben niét Rome, ook Luther en ook Zwingli niet, het aan het rechte eind. Maar op het voetspoor van Calvijn hebben we, naar de uitlegging die ook onze Heidelbergsche Catechismus geeft, het Avondmaal te beschouwen als een geestelijke maaltijd tot sterking van ons geloof. „Sta op, eet, want de weg zou voor u te veel zijn".
„Zij gaan van kracht tot kracht steeds voort".
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's