Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondblik buiten de Grenzen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondblik buiten de Grenzen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie had vorige week Dinsdagavond, toen de Britsche premier in zijn ontroerende radiorede bekende: „Ik weet niet meer, wat ik zou kunnen doen", gedacht, dat Chamberlain nog een „conferentie-van- vier" in petto had. Het idee, om te elfder ure nog een beroep op Mussolini te doen, mag wel zeer vernuftig genoemd worden. Wat Italië van plan geweest is bij een eventueelen oorlog te doen, bleef een raadsel. Wel sprak de Duce meer dan eens uitermate vriendelijke en bemoedigende woorden aan 't adres van Berlijn, maar hij hield zich toch steeds „op de vlakte". De verdrukte minderheden kregen van den grooten Italiaanschen vriend een steuntje in den rug, door een pleidooi te houden voor zelfbeschikkingsrecht, doch andererzij ds noemde Mussolini het onzinnig, een vinirtje te stoken om het stinkende Praagsche ei te koken. Had de Italiaansche as-genoot misschien reden om te veronderstellen dat Berlijn het niet op een oorlog zou laten aankomen ? Of nam Rome de ernstige waarschuwingen van Londen niet ernstig ? We weten het niet. In ieder geval kreeg Chamberlain den indruk dat ook Mussolini van een oorlog terwille van Tsjecho-Slowakije afkeerig was, zoodat hij voor den Britschen premier als een waardevol partner kon worden beschouwd. Een partner, die weliswaar als vredestichter geen al te besten naam heeft in Londen (zoomin als elders), doch die door Hitler nog in zijn jongste Neurenbergsche rede, hoog werd geprezen, als den eenigen staatsman, die het Duitsche volk begrijpt. Chamberlain, die zich terwille van den vrede reeds zoovele opofferingen heeft getroost, liet zich ook nu niet door „gevoeligheden" leiden, doch verzocht den Duce als bemiddelaar te willen optreden. En toen is er een persoonlijk telefoontje van Mussolini naar Hitler gegaan, en „uit vriendschap tot Mussolini, die ten aanzien van Oostenrijk zulk een loyale houding aannam", heeft Hitler vervolgens Chamberlain, Daladier en Mussolini tot een samenspreking in München uitgenoodigd.
Het directe verheugende resultaat van deze historische samenspreking behoeven we thans wel niet meer uitvoerig te memoreeren. Er werd een vreedzame oplossing verkregen, ten aanzien van de wijze waarop en den omvang waarin Duitschland het Sudetengebied in bezit zou nemen. En dienovereenkomstig zijn nu in verschillende deelen van Tsjecho-Slowakije de Duitsche bevrijders reeds met gejuich binnengehaald. Er kan in een week tijds veel gebeuren ! Het had óók kunnen zijn, dat Europa thans in een oorlog was gedompeld geweest. Nog slechts enkele weken geleden scheen, met betrekking tot het Tsjecho-Slowaaksche probleem, de alles-beheerschende vraag deze te zijn : zal Duitschland werkelijk het Sudetengebied in zijn bezit krijgen ? Doch de laatste dagen was het benauwende probleem nog „slechts" dit : zal een oorlog zijn te vermijden ? En toen, na de conferentie van München, bekend werd dat het oorlogsgevaar inderdaad geweken was, haalde men allerwege ruimer adem en stegen over gansch de wereld dankgebeden op.
Het is begrijpelijk (en tot zekere hoogte ook gerechtvaardigd), dat Chamberlain voor dit resultaat van alle zijden hulde en dank gebracht is. Menschelijkerwijs gesproken is het toch aan zijn trouw en toewijding te danken, dat de iste October niet als een aanvangsdatum van een wereld-oorlog geboekstaafd behoeft te worden. De Britsche premier heeft immers zelf in zijn Lagerhuis-rede medegedeeld, dat Hitler, liever dan te wachten, een wereldoorlog geriskeerd zou hebben. Het bevel tot algemeene mobilisatie was in Duitschland reeds afgekondigd, toen Chamberlain zijn beroep op Mussolini deed. De Britsche premier heeft echter, met de ridderlijkheid welke geheel zijn optreden kenmerkt, zelf de aandacht gevestigd op den invloed, welke ook Daladier, Mussolini, Roosevelt en Hitler op het uiteindelijk resultaat hebben gehad. En terecht noemde hij daarbij nog de beteckenis, welke de publieke opinie op de besprekingen heeft gehad. „De volken willen geen oorlog", constateerde ook onze minister-president.
Hoezeer ook het Duitsche volk verheugd was met het resultaat der conferentie-van-vier, bleek wel heel duidelijk uit de bijzonder enthousiaste wijze, waarop de Engelsche premier voor zijn hotel te München werd toegejuicht. Helaas, werd den Duitschers geen gelegenheid geboden om zich, op voor ons normale wijze, van te voren uit te spreken over de vraag of ook zij bereid waren geweest desnoods een wereldoorlog te riskeeren. Men zegt, dat het vorige «week, in meerdere Duitsche plaatsen, tot manifestaties tegen den oorlog is gekomen. Maar die zijn daar natuurlijk oogenblikkelijk den kop ingedrukt, terwijl er in de bladen geen melding van werd gemaakt. Toch is het niet uitgesloten dat er een grootere tegezin tegen een nieuwen oorlog openbaar geworden is, dan de leiders hadden verwacht, en ook deze omstandigheid op de houding van Hitler invloed heeft gehad.
Of Hitler dan veel heeft toegegeven ? Als we rekening houden met de omstandigheden, moeten we deze vraag bevestigend beantwoorden. Het is waar, dat hij in hoofdzaak gekregen heeft, wat hij wenschte, en het Duitsche leger inderdaad 1 October de grenzen van het Sudetenland kon overschrijden. Maar het eenvoudige feit, dat de Führer, die alle vorige resultaten van zijn politiek „uit eigen kracht" verworven heeft, en juist daarop steeds weer alle nadruk laat vallen, stemde nu dan toch in overleg toe. Terwijl de Neurenbergsche rede vol was van platvloersche hatelijkheden aan het adres van Engeland, onderteekende Hitler nu, tezamen met Chamberlain, een verklaring dat Duitschland en Engeland ook in de toekomst eventueele verschillen door overleg tot oplossing wenschen te brengen. We bouwen op een dergelijke verklaring geen huizen, doch erkennen toch dat ze een stap is in de richting, om ook het eigenwillige Derde Rijk, in redelijk overleg te betrekken.
Tegenover de oppositie, welke Maandag in het Lagerhuis tot openbaring kwam, heeft Chamberlain bovendien duidelijk uiteengezet, dat Hitler met veel minder genoegen genomen heeft, dan hij in het beruchte Memorandum had geëischt. Men zal zeggen, dat Praag dan toch maar heeft moeten capituleeren. En het lot van dezen na-oorlogschen Staat is inderdaad wel héél tragisch. Hij werd door de overwinnende mogendheden in het leven geroepen, en nu het overwonnen Duitschland weer op krachten komt en terugneemt, ook wat hem nooit behoord heeft, laat men het kleine Staatje rustig door den grooten buurstaat vierendeelen. Maar hier wreken zich fouten, die in het verleden zijn begaan, en die ook Chamberlain thans niet in staat was ongedaan te maken. De Engelsche regeering heeft gedaan wat onder de tegenwoordige omstandigheden nog mogelijk was, indien men althans de mogelijkheid van een oorlog buiten beschouwing wil laten. Het schijnt, dat enkele oppositie-leden van het Lagerhuis die mogelijkheid om Hitler's plannen te dwarsboomen, nu achter-af, toch niet geheeel buiten beschouwing hadden willen laten. Duff Cooper heeft zijn verschil van inzicht met Chamberlain's politiek zelfs gedemonstreerd door als Lord der Admiraliteit af te treden. Met name was deze Minister ongerust over het feit, dat Engeland nu op zich genomen heeft een grens in midden-Europa te verdedigen. Dat Hitler's voorwaarden jegens Praag niets anders waren dan „een ultimatum, welke slechts een wreede, wraakzuchtige vijand aan een verslagen vijand 20U dicteeren", kan Cooper overigens moeilijk betwist worden. Engeland zal in ieder geval lo millioen beschikbaar stellen om het verminkte Tsjecho-Slowakije in staat te stellen zich eenigermate te herstellen. Doch ook van de zijde van Hongarije en Polen heeft men zijn deel van den gewonnen buit reeds opgeëischt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Rondblik buiten de Grenzen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1938

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's