Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat de Gereformeerde Bond moet doen ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat de Gereformeerde Bond moet doen ?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige week schreef ik onder een artikel van mijn hand, dat ik hoopte nog wel eens uiteen te zetten, wat de taak van den Gereform. Bond is. Ik wil met de vervulling van deze belofte niet te lang wachten. Ziende op den grooten ernst der tijden, vraag ik mij af, of langer wachten geoorloofd is.
Om wat te kunnen bereiken, is in de eerste plaats noodig eenheid. „Eendracht maakt macht", zegt immers het spreekwoord.
Nu moeten we helaas erkennen, " dat het met de eendracht in den Gereformeerden Bond beter kon gesteld wezen. Eén van de eerste oorzaken van het ontbreken van eenheid is, om van andere factoren nu maar te zwijgen, de politiek. Andere kerkelijke groepen hebben van dezen splijtzwam minder te lijden dan wij. Is iemand Roomsch-Katholiek, dan stemt hij ook op de Katholieke Staatspartij ; is iemand kerkelijk Gereformeerd, dan stemt hij in verreweg de meeste gevallen Antirevolutionair. Dat is echter bij onze menschen anders. Zeer vele leden van onzen Bond stemmen A.R., op de Veluwe C.H. ; anderen Staatk. Gereformeerd, weer anderen Christelijk Nationaal, nog weer anderen behooren bij de Herv. Geref. Staatspartij.
Nu is echter dit het droeve feit, dat we de neerslag van al die politieke constellaties ondervinden in ons Bondsleven. In het begin van de actie van onzen Bond Varen bijna alle Bondsleden aangesloten bij de A.R. Eén van de grootste uitzonderingen bleef de Veluwe. Daar stemde men meest C.H. Ik kan het mij heel goed indenken, dat in den beginne de Veluwsche leden van onzen Bond er zich slecht mee hebben kunnen vereenigen, dat in De Waarheidsvriend ook een rubriek voor de politiek werd bestemd. Vooral in den beginne waren de verhoudingen tusschen A. R. en C. H. vrij scherp. Toch moet het tot eer van de Veluwe strekken, dat men de actie van den Gereformeerden Bond niet den rug heeft toegekeerd. Men is De Waarheidsvriend blijven lezen. Men bleef collecteeren voor de fondsen. Later kregen we op onze Jaarvergaderingen andere stemmen te hooren. Er waren enkelen van onze leden die behoorden tot de Hervormd Geref. Staatspartij, de partij van ds. Lingbeek. Ik hoor hen op onze Jaarvergadering nog voor den dag komen met den stelligen eisch, dat er voortaan niet meer over politiek in ons blad zou worden geschreven.
Ik kan mij dien eisch zeer goed indenken. Ieder wil zijn eigen groep flink naar voren brengen. Indien De Waarheidsvriend over de politiek voortaan zou zwijgen, dan had de H.G.S.-groep meer kans om ingang te vinden.
De Bond in zijn geheel heeft zich echter weinig aangetrokken van dien eisch. Hoe zou het ook kunnen ? Enkelingen, die zich de weelde veroorloven om een nieuwe partij te vormen, zouden meenen aan het geheel het zwijgen te kunnen oplagen ! Ge begrijpt, dat dit onmogelijk is.
Met de vorming van de Staatkundig Gereform. Partij stonden we weer voor een zelfde feit. Toen enkele predikanten van onzen Bond zich bij deze partij aansloten, deed zich eigenlijk hetzelfde voor. Liefst hadden ze gewild, dat de geheele Bond maar mee was gegaan en dat de kolommen van De Waarheidsvriend waren opengesteld voor de beginselen van de Staatkundig Gereformeerden. Indien het Hoofdbestuur echter niet van plan was om dit te doen, dan klonk weer de onverbiddelijke eisch, dat men dan voortaan over de A.R. beginselen in De Waarheidsvriend zwijgen zou.
Zoo kunnen we voortgaan. Van betrekkelijk recenten datum is de oprichting van de Chr. Nationale Partij, waarbij zich ook weer een klein aantal van onze predikanten aansloot. Ook van hunne zijde heeft men al vaak den eisch laten hooren, dat de politiek uit De Waarheidsvriend moet verwijderd worden.
Nog eens, wij kunnen het ons zeer goed indenken, dat men van verschillende zijden met dezen eisch voor den dag komt. Uit psychologisch oogpunt is het uitnemend te verklaren. Toch is het de groote vraag, of de Bond in zijn geheel goed zou hebben gedaan om aan al deze verlangens te voldoen. Kunnen kleinere, zich afscheidende groepen, met recht eischen, dat aan de meerderheid het zwijgen zal worden opgelegd ?
Zijn we door al die politieke splitsingen nu zooveel verder gekomen ? Vroegen waren we bijna allen A.R. Toen viel er nog wat te bereiken. Nu zijn we verdeeld, zoó verdeeld, dat er met sommige van onze groepen niet eens meer wordt gerekend. Hoewel schrijver dezes op 't oogenblik bij geen enkele politieke groep is aangesloten, moet hij toch met diepen weemoed constateeren, dat onze kracht versnipperd wordt.
Het Afscheidingsbeginsel had ons veel meer kunnen leeren. Op kerkelijk terrein gevoelen wij absoluut niet voor het Afscheidingsbeginsel. We blijven strijden in onze oude Vaderlandsche Kerk, te midden van modernen en ethischen en andere groepen. We verwachten van de verscheuring der Kerk geen heil. Helaas, op politiek terrein is men er geheel anders over gaan denken. Daar is men blijkbaar de meening toegedaan, dat afscheiding het beste middel is. Maar evenmin als het aan de mannen der Afscheiding gelukt is om al het gereformeerde volk uit de Hervormde Kerk te trekken, evenmin zal het ook gelukken aan ééne nieuwe politieke formatie om allen achter zich te krijgen. Niet, dat ik hier de Kerk en de politiek op één lijn zou willen stellen. Neen, ik wijs alleen maar op de kracht van den historischen wortel.
De winst uit de verdeeldheid is verre te zoeken. De verliezen zijn maar voor het grijpen.
Er dreigt gevaar, dat de politieke verwijdering ook zal leiden tot geestelijke verwijdering.
Ik ga u enkele voorbeelden noemen.
Vooraf geef ik u echter deze stellige verzekering, dat het niet mijn bedoeling is om bitter te zijn tegenover iemand, wiè het ook zij.
Met weemoed schrijf ik het neer.
Het is al eens voorgekomen, dat op een districts- Zendingsdag uitsluitend of bijna uitsluitend predikanten werden gevraagd die behoorden tot de Staatkundig Geref. Partij. Dat waren dus naar het oordeel van hen, die dit werk organiseerden, de besten. Anderen kwamen niet in aanmerking.
Ik ken een gemeente in ons land, waar men in den kerkeraad uitsluitend menschen heeft gekozen, die behoorden tot de Staatk. Geref. Partij. Dat dit voor die gemeente vele nadeelige gevolgen met zich heeft gebracht, laten we nu maar rusten.
Ik ken ook enkele gemeenten, waar de kerkeraad het advies kreeg om bij de beroeping van een predikant te rekenen met de predikanten, die op een lijstje werden aanbevolen. Het bleken allen predikanten te zijn, die aangesloten waren bij de Christ. Nationale Partij.
Het is mij nog niet lang geleden verzekerd, dat een van mijn kennissen, die Chr. Nationaal is, beroepen zou worden in een gemeente, maar toen men hoorde, dat hij Chr. Nationaal was, werd er verder niet met hem gerekend.
Als ik let op de namen der predikanten, die den laatsten tijd werden gekozen in de commissie voor de Oudejaarsavondcollecte, dan treft het mij, dat de nieuw-voorgedragenen steeds behooren tot de Chr. Nationale groep.
En als we bezig zijn om de waarheid neer te schrijven, dan moeten we er bij zetten, dat ook het Hoofdbestuur van den Bond ook uitsluitend tot candidaten heeft gesteld menschen, die tot de A.R. Partij behooren. Nu kon dit tot voor korten tijd wel haast niet anders. Gezien de huidige omstandigheden, kan dit echter ook niet langer.
We zouden het aantal schrikkelijke voorbeelden kunnen vermenigvuldigen. Altemaal bewijzen, dat we den verkeerden weg opgaan.
Op de vraag, wat er op het oogenblik te doen is, zou ik willen antwoorden : dat we ophouden moeten met te werken in de richtingen, die ik boven, met weemoed in mijn hart, vermeld heb. We moeten niet voortgaan om elkander vanwege onze verschillende politieke kleur bitterheden aan te doen of elkander uit te sluiten. We moeten beginnen om elkander weer te zoeken. Bij dat zoeken van elkander staan we voor groote moeilijkheden. Op het terrein der kerkelijke afscheiding is het tot heden onmogelijk gebleken om Gereformeerden, Christelijk Gereformeerden, Oud-Gereformeerden enz. enz. nog tot elkander te brengen, omdat de dogmatische ontwikkeling in elk der groepen de menschen steeds verder van elkander afvoert. Dat gevaar bedreigt ons nu ook. De hoofden worden heet en de harten koud. Ik heb een vriend gehad, dien ik vroeger gaarne ontmoette. We hebben nooit over eenig ding getwist, ook over de politiek niet, maar sinds hij Staatkundig Gereformeerd geworden is, krijg ik als het ware een koud waterbad, telkens als ik hem ontmoet.
Het is zeker moeilijk om politieke kloven te overbruggen. Schrijver dezes is er zich van bewust. De vele verschillen toch komen voort uit dit feit, dat de beginselen, die ons heilig zijn, in de practijk van het leven moeten worden toegepast, ook bij het regeeren van een volk. De toepassing dier beginselen stuit op reusachtige moeilijkheden in een wereld, die vol ongeloof is. Het gevaar is inderdaad niet denkbeeldig, dat men bij de toepassing der beginselen te veel toegeeft. Het is aan de andere kant mogelijk, dat men bij het hooghouden der beginselen met de practijk hoegenaamd niet rekent.
De beste weg, dien we moesten inslaan, lijkt mij deze. Allen, die .leiding geven in onze Kerk en behooren tot onzen Gereformeerden Bond, moesten eens samen vergaderen. Als we maar eens konden beginnen met een predikantenvergadering, waar aan een ieder gelegenheid werd gegeven om zijne gravamina naar voren te brengen. Indien al degenen, die gravamina hadden, gemeenschappelijk hun stem hadden doen hooren, dan zou er ook in het A. R. verband naar onze stem zijn geluisterd. Van het indienen van gemeenschappelijke gravamina kwam echter niets terecht. Het is als in den tijd der Richteren : Ieder deed, wat goed was in zijne oogen. De een trekt her- en de ander derwaarts. En onze kracht wordt versplinterd. Wij zijn bezig om de democratische regeering bespottelijk te maken. Ons volk wordt door den eenen predikant in die richting, door een anderen predikant weer in een andere richting gedreven. Onze menschen zijn gelijk schapen, die geen herder hebben.
Zelf bij geen enkele groep aangesloten, begin ik het als een schuld te gevoelen, dat ik op politiek terrein niet de minste leiding geef, dan alleen door te zeggen in dagen van verkiezing, te midden van al de politieke verwarring : Kies in elk geval een man van de rechterzijde.
Is het nog mogelijk om weer te komen tot saambinding ? Tot vereeniging en vergadering ? Tot gemeenschapelijk getuigen, als we meenen, dat het niet goed gaat ?
Zijn er, die met dit plan nog sympathie betuigen ? Ik weet het, dat alle pogingen falen zullen, als de Heere er Zijn Geest over inhoudt. O, mocht de bede nog opstijgen om de gave van Zijn Heiligen Geest, opdat Sion één mocht worden.
P.S. Er is nog een zeer ernstige zaak, waarover ik een volgende maal hoop te schrijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Wat de Gereformeerde Bond moet doen ?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's