Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heidelbergsche Catechismus

Bekijk het origineel

De Heidelbergsche Catechismus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de dadelijke zonde en de andere onderscheidingen, oorzaken en gevolgen der zonde !

Dadelijke zonde is elke innerlijke en uiterlijke handeling, die met Gods wet strijdt : zoowel in den geest, den wil en het hart als ook in de uiterlijke daden. Hierbij behoort de onderscheiding tusschen, zonde van bedrijf en van nalatigheid ; als we doen wat verboden is, als we nalaten wat geboden is.

Een tweede onderscheiding is: heerschende en niet-heerschende zonde. Heerschende zonde is de zonde die over ons heerschappij voert lof den dood ; of elke zonde, die niet betreurd wordt noch bestreden ; en die hem, die ze bedrijft en vasthoudt, naar de rechtvaardigheid Gods en door de zwaarte en de schuld der zonde zelve, aan den eeuwigen dood onderwerpt. Hiervan zegt de Schrift waarschuwend:

,, Dat dan de zonde niet heersche in uwe sterfelijke lichamen" Rom. 6 vs. 12. Het is zoo vreeselijk, om de zonde met lust en mét liefde te doen en in de zonde te leven, dat de Schrift zegt : „Die de zonde doet — d.i. ze opzettelijk en met genot verricht — is uit den duivel". 1 Joh. 3 VS. 8.

Heerschende zonde is dus: 1. als de mensch aan haar toegeeft en ze dient ; 2. omdat zij heerschappij voert over den mensch en hem schuldig maakt aan den eeuwigen dood. Dal ook de wedergeborenen in heerschende zonde kunnen vervallen, daarvan zijn de zeer treurige voorbeelden der meest heilige mannen als : Abraham, Aaron, David, enz., ons ten bewijze. Met deze zonden kunnen het vertrouwen op de vergeving der zonden en de ware troost niet bestaan, zoolang men in deze zonde blijft en er niet van terugkeert.

Een niet-heerschende zonde is zulk eene, waaraan de zondaar door de genade des Heiligen Geestes weerstand biedt. Hier wordt berouw gevonden en mag de vertroosting in Christus worden gekend. Zulke zonden zijn: de gebreken, verkeerde neigingen en begeerlijkheden, die bij de geloovigen zijn en blijven zoolang ze in dit leven zijn, maar door hen gekend, betreurd, gehaat en bestreden worden ; waarbij ook naarstiglijk gebeden wordt om de vergeving der zonden in en door Jezus Christus, den Middelaar. Wij dwalen dan, wanneer wij zouden zeggen, dat wij geene zonde hebben ; we misleiden dan onszelven. 1 Joh. 1 VS. 8. Ook met de verborgen afdwalingen moeten we rekening houden. Ps. 19 vs. 13 : „Wie zou de afdwalingen verstaan ? Reinig mij van de verborgene afdwalingen".

Als er bij ons een schadelijke weg mocht zijn, moet ons gebed wezen, dat de Heere ons er van verlosse en ons leide op den eenigen goeden weg, in de vreeze des Heeren. De innerlijke strijd van den ouden- en van den nieuwen mensch, die de zonde doet en de zonde haat, komt uit als de geloovige met Paulus zegt : „ik dan doe dit nu niet meer, maar de zonde, die in mij is". Rom. 7 vs. 17. En de vertroosting is in Christus, die ons tot gerechtigheid en heiligheid, ja, tot een volkomen verlossing is gegeven van God, en door Wien we mogen zeggen in geloof : „Zoo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn". Rom. 8 vs. 1. Die hebben dan niet naar het vleesch te wandelen, maar naar den Geest.

Men kan hier ook spreken — zij 't niet in den zin van Rome's Kerk, maar in Schriftuurlijken zin — van doodelijke- en vergeeflijke zonden. Want naar 'luid van de Schrift is alle zonde uit haar aard doodelijk, d.i. den eeuwigen dood verdienende ; want de bezoldiging der zonde is de dood, en de ziel, die zondigt, zal niet leven. De heerschende zonde, waarin de mensch volhardt, doet hem verloren gaan.

Maar bij de niet-heerschende zonde mogen we spreken van vergeeflijk, d.i. niet den eeuwigen dood eischende, gelijk we dat bij de wedergeborenen mogen zeggen, die ze door de genade van Christus wederstaan, en die in Christus van een genadige kwijtschelding der zonden, die in oprechtheid beleden worden, mogen igetuigen. Ze worden dan niet toegerekend tot verdoemenis. Rom. 8 vs. 1. In dezen zin nu kan de onderscheiding tusschen doodelijke- en vergeeflijke zonden behouden blijven, maar niet in den zin, waarin de Roomschen haar leeren : dat doodelijke zonde is elke zonde, die door haar zwaarte den eeuwigen dood verdient ; en dat vergeeflijke zonde is, die om haar geringheid voor God niet den eeuwigen dood, maar slechts tijdelijke straf waardig is. Dat is geheel tegen de Schrift ingaande, omdat elke zonde ons den dood onderworpen maakt en de mensch maar niet van geringe zonden, als vrijwel onschuldig zijnde, spreken kan.

Daarom moeten we liever spreken van : heerschende en niet-heerschende zonden; omdat de naam doodelijke en vergeeflijke onduidelijk en dubbelzinnig is ; want naar haar aard zijn alle zonden doodelijk. „Vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al de woorden dezer wet ; en die in één zal struikelen, staat schuldig aan de gansche wet. Deut. 27 vs. 26 ; Jac. 2 vs. 10 ; Rom. 6 vs. 23 ; Matth. 5 vs. 19. Kortom : elke zonde is door haar aard doodelijk, d. i. den eeuwigen dood verdienende. Vergeeflijk wordt dan de zonde in Christus, in Wien de verzoening is, door Zijn bloed. Hij is de Heere, onze Gerechtigheid. Hij alléén! Maar Hij dan ook gehéél !

(Wordt voortgezet.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

De Heidelbergsche Catechismus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's