NIENKE
EEN VERHAAL UIT HET FRIESCHE VOLKSLEVEN
Met toestemming Uitgever J. H. Kok te Kampen
Maar de kerk van Zevenhuizen was rijk, wat wel uitkwam in het prachtige interieur, waarbij het gedreven koperwerk in doophek en op kansel en van de groote, zware lichtkronen wedijverde met het genoemde eikenhout, versierd met allerlei kunst- en lofwerk. Een drietal boerderijen met ongeveer honderd H.A. uitstekenden grond, plus nog eenige losse landen en huizen behoorden haar, en geen wonder dus, dat uit een ruime beurs geleefd kon worden.
Heel Zevenhuizen gaf trouwens reeds op het eerste gezicht den indruk van een welvarende plaats te zijn. Hoe het dorp dezen naam gekregen heeft, is licht te begrijpen, omdat het eenmaal een zeer armoedig gehuchtje geweest is, doch sinds het door nieuwe verkeerswegen, zoowel te water als te land, in het drukke wereldleven opgenomen werd, ging het met reuzenschreden vooruit. De nette woningen, de goed onderhouden straten, de flinke winkels, de ruime opslag met bijbehoorende gebouwen eigen aan de Veilingvereeniging ; een groote autogarage, een paar hooge fabrieksschoorsteenen, benevens eenige fraaie landhuisjes, in villastijl, buiten de kom van het dorp, waar des zomers kamperfoelie en jasmijn zich slingerden rond den gevel, of roos en dahlia vroolijk opblikten uit keurig onderhouden tuintjes, — dat alles en nog meer deed duidelijk uitkomen dat hier, temidden van vruchtbare landouwen, een bloeiende gemeente lag, waar men, althans naar de oppervlakte te oordeelen, weinig of geen armoede kende.
Des te meer verwondering moest daarom bij een oningewijde de prediking wekken, waarmee ds. Buitenveld op dezen schoonen herfstmorgen tot de gemeente kwam. Over gansch de natuur lag een bijzondere sabbatstilte uitgespreid. Geen blaadje bewoog zich, of het moest zijn een enkel verdord en verschrompeld exemplaar, dat ritselend neerviel om op het kerkepad vertreden te worden. Van tak tot tak hingen zware, fijn-gesponnen draden, door den nachtelijken dauw bevochtigd en nu als zilveren koorden zich in het morgenuur slingerend om blad en stengel. Gouden zonnestralen borduurden een wonderlijk kleurenspel over het wegstervend groen en deden vooral wilde wingerd en peppel gloeien in purperbrand. Hooge kastanjes lieten hunne rijpe vruchten los, tot groot vermaak der jeugd, die deze met beukenootjes opzamelde, om ze als schatten te te bewaren en den kinderinventaris daarmede te verrijken.
En in de velden liep het melk- en jongvee nog te grazen, alsof het in de Meimaand was. Al de arbeid stond in Zevenhuizen stil, uitgezonderd aan de boterfabriek, waar de morgenmelk ontvangen werd, en onder deze omstandigheden was de gemeente opgegaan naar des Heeren huis, om daar van eeuwige dingen te hooren spreken.
Want 't was zelfs tot in wijden omtrek bekend, dat ds. Buitenveld het Woord der Waarheid recht t sneed. Zonder aanzien des persoons bracht hij uit den rijken schat der Schrift oude en nieuwe dingen voort, daarbij niet vragend naar menschelijk oordeel. Dit laatste evenwel was het vooral, wat hem in het oog van velen een zonderling deed zijn. Hij j las den Bijbel anders dan velen en preekte daarom ook anders dan de meesten zijner collega's.
Zijn woord had een anderen inhoud. Zijn blik ging veel verder en dieper dan die van menigeen, en daarbij zocht hij de onzienlijke, eeuwige dingen van het Koninkrijk Gods in eene taal te verklanken, die niet veel gehoord werd, waaraan menigeen zich stiet, maar die nimmer naliet indruk te maken en de menigte te trekken.
Gewoonlijk had hij stampvolle kerken. Niet alleen dat de galerij geheel bezet was, maar vaak moest Pier Boukes ook nog banken in de paden plaatsen, vooral op een morgen als deze, of wanneer omliggende gemeenten vacant waren, of als daar slechts éénmaal dienst was. Bij elke zitplaatsen-verhuring steeg de opbrengst en, hoevelen onder zijne hoorders het met den prediker in vele opzichten ook niet eens waren, luisteren moest men, omdat hetgeen hij predikte iets anders was dan gewoon. Géén Evangelie „naar" den mensch, zooals Gurbe gewoon was te zeggen, maar wèl „voor" den mansch.
Bijzonder had het woord van dezen morgen ingeslagen en tot ernstig nadenken gebracht. Als tekst had ds. Buitenveld voor deze ure de gelijkenis van den Barmhartigen Samaritaan uit Lukas 10, door den Heiland uitgesproken naar aanleiding van de vraag eens Wetgeleerden, wie zijn naaste was.
Op treffende wijze schilderde hij dien man, die, uit Jeruzalem, de tempelstad, komend, waar hij wellicht Jehovah aangebeden had, op weg ging naar Jericho, uit Israels historie niet minder bekend. Tot hij plotseling, door moordenaars overvallen, aangegrepen, uitgetogen, half dood geslagen en zoo van alles beroofd, aan den weg neergeworpen werd. „Een levensbeeld" — aldus sprak ds. Buitenveld — „gelijk dit in werkelijken, zoowel als in overdrachtelijken en figuurlijken zin herhaaldelijk zich aan 't oog vertoont. Van menschen vaak, die uit Jeruzalem komen. Die wellicht in Jeruzalem thuis hooren. Die in elk geval daar bekend zijn en wier weg gelegen is tusschen de tempelstad en Jericho, de priesterstad, niet minder met geestelijke goederen gezegend en door den Christus Gods beweldadigd. Zooals er van die bevoorrechte menschen soms zijn, die zich altijd bewegen in 'n geestelijk milieu, die liefst spreken over geestelijke dingen ; die altijd iets geijkts over zich hebben en die door de groote massa beschouwd worden als bijzonder vroom en gelukkig. Wellicht ook in werkelijkheid oprechte kinderen Gods, die liefst wandelen in de vreeze des Héerea en zich thuis gevoelen in Zijne gemeenschap. Te midden van anderen, wier levensrichting en levensdoel heel anders is, wandelen ook deze op de wegen der wereld, waar hunne roeping en taak ligt.
(Wordt voortgezet)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 1939
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 1939
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's