De Raad Gods.

Wat zegt ons het Nieuwe Testament over den Raad Gods ? In de allereerste plaats noemen we Hand. 15 vs. I8 : Gode zijn al Zijne werken van eeuwigheid bekend.
Maar niet alleen, dat Gode al Zijn werken van eeuwigheid bekend zijn, maar in 't Nieuwe Testament wordt ons duidelijk geleerd, dat alles geschiedt naar den bepaalden Raad en Voorkennis van God,
Dat woord „Raad" wijst ons op overleg. We verwijzen u naar enkele teksten.
Eph. 1 VS. 11 : wij, die te voren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen, die alle dingen werkt naar den Raad van Zijn wil.
Hand. 2 vs. 23 : dezen, door den bepaalden raad en voorkennis overgegeven zijnde, hebt gij genomen en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht.
Hand. 4 vs. 28 : om te doen al wat Uwe hand en Uw raad te voren bepaald had, dat geschieden zou.
Rom. 9 VS. 13 : gelijk geschreven is : Jacob heb Ik lief gehad en Ezau heb Ik gehaat. Rom. 9 VS. 18 : Zoo ontfermt Hij zich dan diens Hij wil, en verhardt dien hij wil.
Rom. 9 VS. 7 : Hiertoe heb ik u verwekt, opdat Ik in u mijn kracht zou bewijzen. In de bovengenoemde teksten zien wij duidelijk, dat de Raad Gods gaat over alles.
Maar nu leert het Nieuwe Testament in hel bijzonder, dat Gods Raad gaat over de verlossing van menschenkinderen. Nu komen in het Nieuwe Testament verschillende namen voor, waarmede die Raad Gods omschreven wordt.
We willen er enkele noemen. De Schrift spreekt ons van het Welbehagen Gods. Matth. 11 vs. 26. Ja, Vader, want alzoo is geweest het welbehagen voor U.
Ik denk voorts aan Lukas 2 vs. 14 : in menschen een welbehagen.
Voorts lezen we van het Voornemen Gods. Rom. 8 VS. 28 : namelijk degenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn. Verder vinden we gesproken van de Voorkennis Gods. 1 Petr. 1 vs. 2 : den uitverkorenen naar de voorkennis Gods.
En nog vaker vinden we het woord Verkiezing. Hand. 9 vs. 15 : Deze is mij een uitverkoren vat.
Rom. 13 VS. 7 : De God van dit volk heeft onze vaderen verkoren. Jac. 2 VS. 5 : Heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, om rijk te zijn in het geloof ?
Ja, het komt, zelfs voor, dat de woorden voornemen en verkiezing met elkaar verbonden worden in één vers. We denken hier aan Rom. 9 VS. 11, : Want als de kinderen nog niet geboren waren, noch iets kwaads gedaan hadden, opdat het voornemen Gods, dat naar de verkiezing is, vast bleve, niet uit de werken, maar uit den roepende.
Verder denken we aan het woord „Verordineering". 1 Cor. 2 vs. 7 : maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft, tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was.
Al deze woorden drukken eigenlijk hetzelfde uit, al ligt er eene schoone onderscheiding in. Zoo drukt het woord „voornemen" uit, dat er naar een bepaald plan gehandeld wordt en niet naar willekeur. In het woord „verkiezing" daarentegen ligt opgesloten, dat het gaat over sommigen, maar niet over allen. De genade Gods is particulier. Bij het woord „voorkennis" hebben we weer meer te letten op de personen, die het voorwerp zijn van het verkiezend voornemen Gods. Bij „voorverordineering" letten de dogmatici meer op de middelen om de gekenden Gods te brengen tot hun eeuwige bestemming.
En dat het voornemen Gods van eeuwigheid is, wordt in verschillende teksten duidelijk uitgesproken.
Epheze 3 vs. 11 : naar het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus onzen Heere.
2 Tim. 1 VS. 9 : die ons heeft zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen.
Matth. 25 vs. 34 : Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die tot zijne rechterhand zijn : Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld.
1 Cor. 2 VS. 7 : maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was.
Ook het 9de hoofdstuk van den brief van Paulus aan de Romeinen, levert hiervoor genoeg tekstenmateriaal. We herinneren er aan, dat men vooral van Ethische zijde er niet van wil weten, dat in Rom. 9 de verkiezing van eeuwigheid wordt geleerd.
Ze houden het er voor, dat Rom. 9 alléén maar spreekt over een doen van God, hetwelk zoowel zijn werkingen als zijn oorzaken in den tijd vindt.
Wie echter Rom. 9 met een onbevooroordeelden blik leest, zal moeten toegeven, dat de oorzaak van alle handelingen Gods buiten den tijd valt. Aan Sara wordt lang te voren een zoon toegezegd. Voordat de kinderen van Rebecca geboren waren, heeft God reeds gezegd dat de meerdere den mindere zou dienen. Duidelijk wordt gezegd, dat de verkiezing niet zijn oorzaak vindt in de werken van den mensch in den tijd, maar alleen in den roepende. Naar onze meening dwalen de Ethischen in hun beschouwing over Rom. 9.
Wordt in het Nieuwe Testament duidelijker geleerd dat de verkiezing eeuwig is, ook wordt ze meer persoonlijk opgevat.
Ook ten bewijze hiervan noemen we enkele teksten.
Matth. 24 VS. 31 : En Hij zal zijne Engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid en ze zullen Zijne uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het eene uiterste der hemelen tot het andere uiterste derzelve. Ge ziet, dat de gezaligde personen den naam van uitverkorenen dragen.
Luk. 18 VS. 7 : Zal dan God geen recht doen Zijnen uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen ?
Epheze 1 vs. 4 : Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem vóór de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde.
In dezen laatsten tekst zien we bovendien het heerlijk einddoel der verkiezing duidelijk uitgesproken. Let maar eens op het woord „opdat", in den laatsten tekst, hetwelk duidelijk heenwijst naar een doel. De heiligheid der gemeente is het einddoel der verkiezing.
Let ook in dit verband op Epheze 1 vs. 5 : die ons te voren heeft verordineerd tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus in zich zelf.
Voorts op 2 Thess. 2 vs. 13 : Wij zijn schuldig altijd God te danken over u, die van den Heere bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes en geloof der waarheid.
We hebben uit de veelheid van het tekstenmateriaal slechts zooveel naar voren gebracht, om u te doen zien, dat de eeuwige Raad Gods en de eeuwige verkiezing Gods door de Heilige Schrift worden geleerd.
Het is niet maar een philosophisch begrip van Augustinus of Calvijn, maar het is alles gegrond op het Woord Gods.
 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen