Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ik zal u geen weezen laten; Ik kom weder tot u". (Joh. 14 : 18).

GEEN WEEZEN LATEN
Sinds de Heere Jezus dit woord gesproken heeft, is Hij ten hemel gevaren en is Pinksteren vervuld. Daarmee is ook deze belofte vervuld. Gevoelen wij dit nu inderdaad als een vervulling of als een gemis ; achten wij er ons rijker of armer door geworden ?
Zonderlinge, misschien eenigszins ongepaste vraag! Ook deze dingen moesten immers alzoo geschieden. Gelijk de Christus moest lijden, moet Hij ook na dit lijden Zijne heerlijkheid ingaan. En iedere schakel, dien de Heere Jezus in den voortgang van Zijn Middelaarswerk aan den keten des heils toevoegt, vermeerdert den rijkdom Zijner Kerk. Zoo is Hij ook „ons ten goede" ten hemel gevaren, om als Voorlooper het Vaderhuis te 'bereiden en als Voorbidder het hemelsche heiligdom te bedienen.
En toch kan het soms als een gemis gevoeld worden, dat Hij niet meer lichamelijk onder ons tegenwoordig is en hebben wij misschien wel eens de menschen benijd, die het Woord des levens gezien en aanschouwd en met de handen getast hebben (I Joh. 1 : 1). Hij is henengegaan tot den Vader en wandelt niet meer onder ons.
Toen Hij de discipelen daarop voorbereidde, werden zij bedroefd en zelfs ontroerd. Met Hem zou de glans uit hun leven en het licht uit hun ziel verdwijnen. De Heere zoekt hen echter over Zijn vertrek te troosten met het Vaderhuis, dat Hij bereiden gaat en den Trooster, Dien Hij zenden zal. Den sterksten troost biedt Hij hen echter in deze belofte, hen geen weezen te zullen laten, maar Zelf weder tot hen te zullen komen.
Verweesd zouden de discipelen zich gevoelen, wanneer Hij van hen heengegaan was. Het beklagenswaardige lot van den wees, wien bij de meest liefderijke verzorging niemand vergoeden kan wat hij mist aan ouderlijke steun en leiding, zou in hun betrekking tot den Heere harde werkelijkheid voor de discipelen worden. Zij zouden straks hun Verzorger en Leidsman missen, wanneer de Heere Jezus heengegaan was, en in hun verweesdheid eenzaam en hulpeloos in deze wereld achterblijven. Ieder, die eenigen band met den Heere mag gevoelen, kan verstaan hoe verlaten de discipelen zich gevoeld hebben. Dezelfde ontroering leefde in hun hart als er bij u gevonden wordt, wanneer uw gemeenschapsleven met den Heere op de een of andere wijze verstoord is of verslapt
Dan vindt gij het beeld van den wees volkomen juist om uw gevoel van verlatenheid en hulpeloosheid eenigszins tot uitdrukking te brengen.
Hij laat Zijn discipelen echter geen weezen.
Hij komt weder tot hen, namelijk in den Geest, dien Hij hier herhaaldelijk toezegt. De uitstorting van den Pinkstergeest is een komen des Heeren in den Geest tot Zijne Kerk. De Geest leidt hen tot Hem, zoodat zij leeren zeggen dat Jezus de Heere is. De Geest verheerlijkt Hem bij hen door uit het Zijne te nemen en het hen te verkondigen. De Geest leert hen van Christus door hen in alle waarheid te leiden. In de gemeenschap des Geestes ontvangt Christus gestalte in de harten, verrijkt Hij hen met Zijn heil en leidt hen met Zijn Woord. In den Geest komt Hij en maakt woning bij hen.
Met deze komst des Heeren in den Geest wordt nu een inniger en duurzamer band gelegd dan de band, dien de discipelen tot dusver gevoelden, toen zij nog te veel gebonden waren aan de uitwendige verschijning des Heeren. Door Zijn komst in den Geest zal tegelijkertijd de vaderlijke gunst (vs. 23) en de moederlijke vertroosting (vs. 16) des Heeren over de Zijnen wezen. Zoo baant het ophefffen Zijner lichamelijke tegenwoordigheid den weg tot dieper geestelijke vereeniging en tot rijker gemeenschapsleven. Oogenschijnlijk zijn 's Heeren discipelen na Zijn heengaan armer dan tijdens Zijn tegenwoordigheid onder hen. Maar in werkelijkheid is Zijn afwezigheid oorzaak van krachtiger betooning en inniger beleving Zijner tegenwoordigheid. Zijn heengaan is geen gemis, maar brengt de vervulling, want Zijn komen in den Geest is 't rechte en eigenlijke komen, waardoor de verweesdheid voor goed is opgeheven en de gemeenschap bestendigd blijft.
Zoo is dan deze komst van Christus in den Geest het eenige redmiddel voor een verweesde wereld en den verweesden mensch, die immers in zijn vervreemding van God vanwege de zonde den Vader kwijt is en even eenzaam en hulpeloos in deze harde wereld staat als een wees, ten prooi aan allerlei ellende voor het heden en de toekomst. Wij allen zijn van nature Vader-looze kinderen, omdat wij afkeerige kinderen zijn. Wij hebben het kinderrecht verloren, omdat wij den kinderplicht verbroken hebben en missen nu het kindergeluk. „Geen armer wees op aarde zwerft, dan die der weezen Vader derft".
Ontroert ons dit zóó, dat wij als een hulpelooze wees op barmhartigheid gaan pleiten ? Hij zal u geen weezen laten. Immers zal een wees bij Hem ontfermd worden (Hos. 14:4). Hij komt tot u in den Geest. Hij dient Zich bij u aan in Zijn Woord en opent door Zijn Geest uw oogen om u in alle waarheid te leiden tot uw verootmoediging en vertroosting. En Hij komt tot u, zoo menigmaal als gij Zijn tegenwoordigheid gewaar wordt in de bezoekingen Zijner genade en de leidingen van uw leven om Zijn werk aan u voort te zetten.
Zóó komt Hij. Gij ziet geen gedaante en gij verneemt geen stem. Gij hoort zelfs geen voetstap. En toch weet gij : de Meester is daar. En gij gevoelt: Hij is nabij; er gaat kracht van Hem uit; er vloeit zaligheid uw ziel binnen in Zijn tegenwoordigheid bij Zijn komst, die al uw vrede en kracht en blijdschap uitmaakt.
Komt er nu tóch weer een vraag van verlangen bij u boven naar Zijn lichamelijke tegenwoordigheid om Hem te zien, Die u zoo uitnemend heeft liefgehad ?
Hij komt weder tot u. En gij zult Hem zien gelijk Hij is. Hij zal u geen weezen laten.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's