Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

Oorlog, Bijbel en Christendom

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oorlog, Bijbel en Christendom
II.

Over de vraag, hoe de oudste christelijke gemeenten tegenover den krijgsdienst hebben gestaan, is de laatste jaren veel geschreven. Prof. Heering heeft in zijn boek „De Zondeval van het Christendom" betoogd, dat de oudste christenen den krijgsdienst in het Romeinsche leger absoluut hebben verworpen. Volgens dezen hoogleeraar zouden zij den geest des Evangelies recht begrepen hebben, omdat zij zich, als burgers van het hemelsch vaderland, niet met staats- en militaire zaken wenschten te bemoeien. De zondeval van het christendom zou echter gekomen zijn, toen Constantijn de Groote de eenheid tot stand bracht tusschen Kerk en Staat.
Door prof. Eerdmans is een poging gewaagd om de opvattingen van zijn zooeven genoemden collega te weerleggen. De oudste christelijke kerk zou géén stelling genomen hebben tegenover den krijgsdienst.
Toch schijnen de deskundigen over het algemeen van oordeel te zijn, dat het oorspronkelijke christendom een vijand geweest is van den soldatenstand en alles, wat daarmede samenhangt.
Zoo zegt prof. Bakhuizen van den Brink :
„Het is van algemeene bekendheid, dat hot oordeel der christelijke kerk in de eerste drie eeuwen over den oorlog afwijzend is geweest. Het kan nooit dienen, om dit te bestrijden, wanneer men de aandacht er op vestigt, dat het oudste christendom, met het Nieuwe Testament te beginnen, dikwijls het beeld van den krijgsdienst gebruikt heeft, om het karakter van het christelijk geestelijk leven te teekenen ; of wanneer men bijvoorbeeld, met Tertullianus (omstreeks 200) in de hand, en in 't bijzonder ook denkende aan het begin der christenvervolgingen onder Diocletianus, er op wijst, dat er in de eerste eeuwen wel christensoldaten zijn geweest, zelfs in grooten getale".
Te veel hebben de oudste christenen geleefd uit de gedachte, dat er een tegenstelling bestaat tusschen het Koninkrijk Gods en de koninkrijken der aarde. Ook de woorden van Christus : „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld", behoeft een dergelijke tegenstelling geenszins in te houden, want alles is van God. „Er is geen macht, dan van God..." (Rom. 13)
„Als prof. Heering juicht", zoo zegt ds. S. G. de Graaf in zijn belangwekkende brochure „De Heilige Schrift, het Koninkrijk Gods en de Oorlog", dat de oudste kerkvaders het toch alzoo hébben verstaan, verschrikt ons dat niet één oogenblik, om de eenvoudige reden, dat de uitspraken dier kerkvaders voor ons allesbehalve „maszgebend" zijn. Als wij zien, hoe weinig zij, dogmatisch beschouwd, van den inhoud der Heilige Schrift gegrepen hebben, verwondert het ons allerminst, dat ze er ook in de sociale ethiek meermalen naast grepen". Hoe de oudste christelijke kerk over het vraagstuk van den oorlog heeft gedacht, kan voor ons dus uit historisch oogpunt van belang zijn. Wanneer het echter den schijn heeft, dat zij opvattingen heeft gehuldigd, die christen-pacifisten uit onze dagen welgevallig zijn, dan behoeft zulks ons niet te weerhouden, om haar in dit opzicht te negeeren. Kerkvaders en hun meeningen hebben voor ons alleen maar waarde, wanneer zij en hun opvattingen in overeenstemming zijn met de gegevens der Heilige Schrift. (Men zien artikel 7 der Ned. Gel. Bel.).
Van belang is nog het volgende citaat van ds. De Graaf :
„Na de hoogte van de apostolische geschriften komen de geschriften van de apostolische vaders en van de hen opvolgende kerkvaders, die zoo heel veel lager staan. Wat hebben de oudste kerkvaders van de genade en van het herstel in Christus verstaan ? Het Evangelie was hun de nieuwe wet ; van het leven uit absolute genade hebben ze weinig gezien. Zoo oriënteeren we ons in dogmatisch opzicht niet aan de geschriften der oudste kerkvaders. Evenmin doen we dat in sociaal-ethisch opzicht. Te minder, omdat hun sociaal-ethische opvattingen samenhangen met hun dogmatische. Het nieuwe in de wet, die Christus predikte, was voor hen de tegenstelling tusschen de moraal van de bergrede en de moraal van het Oude Testament, het verre houden van alle geweld van het zwaard van het Koninkrijk Gods. Eerst langzamerhand weet de kerk die fout van de eerste vaders te overwinnen. Bij het loslaten van de beschouwingen der eerste vaders spreken we dus allerminst van een zondeval des christendoms".
Bij Calvijn vernemen we dan ook een heel wat positiever geluid inzake de kwestie, die ons bezighoudt.
Oorlogen kunnen, volgens hem, wel degelijk wettig zijn. De Overheid moet in de eerste plaats optreden tegen afzonderlijke personen, die de orde in het staatsbestel onderstboven willen keeren. Maar ook behoort zij landen, die haar toebetrouwd zijn, door oorlog te beschermen, indien ze vijandig worden aangevallen. „De Heilige Geest", zoo merkt de Hervormer op, „verklaart door vele getuigenissen der Schrift, dat zulke oorlogen wettig zijn".
En zeker niet in overeenstemming met velen uit den oud-christelijken tijd, leert Calvijn verder :
„Indien men mij tegenwerpt, dat .er in het Nieuwe Testament geen enkel getuigenis of voorbeeld gevonden wordt, waardoor geleerd wordt, dat de oorlog een den Christenen geoorloofde zaak is, dan antwoord ik in de eerste plaats, dat de reden om oorlog te voeren, die er vroeger was, ook thans nog voortduurt, en dat er integendeel geen reden is, die de Overheid er van zou afhouden, haar onderdanen te beschermen. Verder, dat men in de apostolische geschriften geen uitdrukkelijke behandeling van die dingen moet zoeken, daar het hun bedoeling is, niet om de burgerlijke regeering in te richten, maar om het geestelijke Rijk van Christus te leeren. Eindelijk, dat ook daar terloops wordt aangewezen, dat Christus door Zijn komst in dit opzicht niets veranderd heeft. Want indien de Christelijke leer, om met Augustinus' woorden te spreken, alle oorlogen veroordeelde, zou Johannes tot de soldaten, die hem om raad vroegen aangaande hun zaligheid, liever dit gezegd hebben, dat ze hun wapenen moesten wegwerpen, en zich geheel en al aan den krijgsdienst onttrekken. Maar hij zei tot hen : doet niemand overlast, doet niemand onrecht, laat u vergenoegen met uw bezoldiging. Hun, wien hij gebiedt met hun soldij tevreden te zijn, heeft hij zeker niet verboden, krijgsdienst te doen". (Institutie IV. XX. 12).
Een oorlog kan dus handhaving van Gods recht beteekenen, en behoeft niet altoos met den geest van Zijn Koninkrijk in strijd te zijn.
Toch zou de oorlog als middel tot beslechting van internationale geschillen in dezen tijd verworpen moeten kunnen worden. Maar zoover schijnen we helaas nog niet te zijn.
Vooral op het Christendom echter blijft de plicht rusten, om een beroep te doen op het internationaal bewustzijn, om den vrede te bevorderen. Dienstweigering sorteert geen effect, en is onchristelijk. Langs revolutionairen weg zal het Christendom de afschaffing van den oorlog niet willen bereiken. Want ook Christus Zelf heeft nimmer tot openlijk verzet aangespoord. Maar veel zou er mogelijk zijn, wanneer de Christelijke beginselen in breeder kring erkenning gingen vinden. Wanneer God en Zijn wet in erkentenis werden gehouden, zou een oorlog niet meer gevoerd worden. Een internationale rechtsorde zou een oorlog den oorlog aandoen
Doch zooals we reeds zeiden : zoover zijn we helaas nog niet !
Of het wel ooit komen zal ?
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's