Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RONDOM DE LEESTAFEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RONDOM DE LEESTAFEL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Religieuse in de menschheid en het Christendom. Voor Nederland bewerkt naar de 3de Duitsche uitgave door J. Lammertse Lzn. Uitgave : De Gemeenschap, Bilthoven. 1939.

Otto Karrer is geïnspireerd door de moderne godsdienstpsychologie en van daaruit heeft hij een antwoord gezocht op de vraag naar het religieuse in de menschheid in het algemeen èn naar de verhouding van het Christendom tot de andere religies. Dit vraagstuk heeft de belangstelling van velen in onzen tijd, waarin er algemeen interesse is voor de studie van volkenkunde en godsdiensthistorie. Die belangstelling was er vroeger ook wel. Wanneer wij ons herinneren wat we b.v. als student van prof. Lamers te hooren kregen, was dat niet weinig, maar er is toch wel eenige verandering in deze studie gekomen en de belangstelling gaat — naar wij meenen — een anderen kant uit en gaat veel dieper. De moderne godsdienstpsychologie neemt een breede plaats in nu, niet alleen bij „geleerden", maar ook bij vele anderen ; ook al mee door de verhoogde belangstelling voor wat er wijd en zijd op aarde te zien en te hooren valt (ontdekkingsreizen zijn aan de orde van den dag — reisbeschrijvingen worden gelezen — film en radio doen er ook veel aan toe) en dan is het vraagstuk van de religie en van de cultus, van den godsdienst en de eeredienst, altijd weer aan de orde. De mensch is van Gods geslacht. Bij ieder mensch — en dus ook bij elk volk, bij elke stam, bij elk ras, komt de religie naar voren ; het semen religionis of het zaad van den godsdienst werkt overal ; de sensus divinitatis, de godsdienstzin, is overal te bespeuren in woord en lied, in ceremonie en gebed, in offer en reiniging, in priester en profeet, in heilige boeken en heilige handelingen, in vrees en blijdschap, bij geboorte en bij sterven. Altijd komt weer uit : „de mensch is van Gods geslacht" èn „wij zijn allen uit éénen bloede". Gemeenschap, overeenstemming — maar tegelijk zoovele en zoo groote verschillen en zoo scherpe, diepgaande tegenstellingen.

Nu is Otto Karrer's boek van bijzonder belang voor den tegenwoordigen tijd. 'k Wilde wel, dat wij dat boek 40 jaar geleden hadden gehad ! Maar dat kan natuurlijk niet. Het is een boek van 1939. En we zijn er dankbaar voor, dat we het nu hebben. Wij moesten 40 jaar geleden alle mogelijke en onmogelijke „godjes" kennen, zooals die in Noord en Zuid, in Oost en West, over heel de wereld gevonden werden.  Maar wat is het nu een veel aanlokkelijker studie geworden. En als men dan zoo'n boek van Otto Karrer ter hand neemt, waarin de geleerde schrijver met meesterlijke stijl en met groote theologische kennis, ons de verschillende godsdiensten beschrijft, de verbreiding van het religieuse in de menschheid nagaat, en de verschillende theorieën over het ontstaan van de religieuse idee nagaat, en de ontplooiing van de Godsgedachte en het godsdienstig leven in primitieve en hoogere stadia teekent, dan is het een lust om dit boek telkens weer ter hand te nemen.

Achtereenvolgens wordt „de Godsidee" beschreven in 't algemeen, bij de Germanen, de Romeinen en de Grieken, de Egyptenaren, Sumeriërs, Indiërs, Chineezen, Buddhisme, Japan, Oost-Azië in 't algemeen, Babyloniërs, Assyriërs, Perzen, Islam, Polynesiërs en Natuurvolken ; met een samenvatting (bl. 22—82). In een volgend hoofdstuk wordt dan gehandeld over „godsdienst" en „zedelijkheid" in onderlinge samenhang ; weer naar eenzelfde program: in 't algemeen, Romeinen, Egyptenaren, Perzen, Babyloniërs, Grieken, Indiërs, Chineezen en Islam (blz. 82—90). In de derde plaats gaat het dan over „het gebed" bij de menschheid (verschillende phasen, offers, verschillende vormen, filosofisch gebed, mystiek gebed) blz. 90—103.

Het tweede deel van het boek gaat over : „Ontstaan van het religieuse in de menschheid" (waarbij verschillende theorieën als van R. Otto, E. Dacqué, W. Schmidt, J. Winthuis e. a. behandeld worden, naast de bijbelsche voorstelling), blz. 104—125.

Het derde deel handelt over „De ontplooiing van het religieuse in de verdere menschheid" (ouderdom der menschheid — het religieuse erfgoed — ontaardingstheorie — overwoekering der fantasie — totemisme — Agnosticisme — Atheïsme — Pantheïsme, enz.).

Het vierde deel handelt over : „De vergelijking der religies, godsdienstwetenschappelijk (blz. 160—200).

Het vijfde deel heeft tot opschrift: „Theologische waardebepaling van het religieuse in de menschheid" (onzichtbare- en zichtbare Kerk, enz.).

De Roomsche schrijver handelt over al deze dingen met groote objectiviteit en gaat zoover mogelijk mee in zijn waardeering, maar laat toch ook weer uitkomen wat zijn theorie is, wat hij verstaat onder openbaring, onder „alleenzaligmakend", onder het anathema tegenover de instituten en tegenover personen ; het „in elkander-bestaan" van zichtbare en onzichtbare Kerk, enz.

Het boek is ontstaan uit cursussen en lezingen voor „Confessioneel gemengde kringen onder studeerenden". Wat het bekende (en mooie) boek van Karl Adam is voor de verhouding van het Katholicisme en het Protestantisme, is dit boek van Otto Karrer voor de Roomsche waardeering der menschheidsreligies, van het religieuse in het algemeen. Karrer's boek is een poging, om voor breedere kringen een overzicht te geven van het breede gebied der godsdiensthistorie en een waardeering te geven, die op Roomsch standpunt mogelijk is. Zoo moet men dit boek nemen en lezen, dan zal men veel uit dit boek kunnen leeren.

De Uitgevers-Mij. „De Gemeenschap" te Bilthoven verstaat de kunst om een dergelijk voornaam boek in de puntjes te verzorgen.

Wij willen ten besluite een „geloofsbelijdenis" afschrijven van een jonge leerlinge van Boeddha in het moderne Japan. Deze luidt als volgt : „Ik ben armzalig en zondig en ik heb geen hoop op mij zelf. Mijn geheele hoop is gevestigd op Boeddha Amida. Ik geloof in hem als het hoogste wezen. Wegens de zondigheid der menschen en wegens hun lijden nam Amida Boeddha vleesch aan en kwam op aarde om de menschen te verlossen. En alleen in zijn liefde-lijden is hoop voor mij en hoop voor de wereld te vinden. Hij waakt voortdurend over allen, die op hem vertrouwen, en helpt hen. Ik heb geen haast met sterven, maar ik ben bereid als mijn tijd komt. Ik troost mij zelf, dat ik door de genadige hulp van Amida Boeddha alsdan zal ingaan in het komende leven. Dit stel ik mij echter voor als een toestand van bewust„zijn", waarin alle leed van mij afgenomen is".

Zijn ook in het moderne Japan de velden niet wit om te oogsten ? Staat de deur voor het Evangelie niet open ? Hooren wij de roepstem niet uit de verte tot ons komen : Kom over en help ons ? Heere — stoot dan arbeiders uit in Uw wijngaard. De geboren Christus zegt ons, dat Gij wilt inschrijven op de rol der volkeren van nabij en van verre. Want het gaat om Zijn groote toekomst, dat de volheid der heidenen zal ingaan! „Predikt het Evangelie aan alle creaturen" is het testament van den Heiland. Hooren wij het zuchten der volkeren ? Merken wij het op, dat men zoekt en tast of men het ook vinden mocht ?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

RONDOM DE LEESTAFEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's