Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

K e r k b e s c h o u w i n g

K e r k b e s c h o u w i n g .

In het „Friesch Kerkblad" geeft ds. Douma in een resumé uit de Dogmatiek van prof. Bavinck, in het kort weer wat deze hoogleeraar schreef over het verschil tusschen de Kerkopvatting der Roomschen en der Protestanten. Omdat het zoo helder en klaar gesteld is, en ook omdat het een zoo belangrijke quaestie betreft, geven wij dit hier door, zegt dr. A. Kuyper Jr. in de Geref. Rott. Kerkbode, waaruit wij het hier overnemen :

De eenheid der Kerk komt volgens Rome vooral daarin uit, dat de door Christus gestichte Kerk één zichtbaar hoofd in den paus heeft, en nooit een andere Kerk naast zich of na zich hebben kan. Het Protestantisme echter denkt bij de eenheid der Kerk allereerst aan de eenheid van het Hoofd der gemeente, aan de gemeenschap aller geloovigen door één en denzelfden Geest, met Christus en met elkander.

Deze eenheid blijft niet geheel onzichtbaar. Zij openbaart zich, zij het op zeer onvolkomen wijze, in datgene, wat alle Christelijke kerken gemeen hebben. En wat alle ware Christenen verbindt is altijd nog meer dan wat hen scheidt. „Er is geen Christendom boven of beneden, maar er is wèl een Christendom in de geloofsverdeeldheid aanwezig", gelijk Bavinck zegt.

Evenzoo staat het met de tweede eigenschap der Kerk, de heiligheid. Rome verstaat daar allereerst onder de liturgische, ceremonieele heiligheid, en eerst in de tweede plaats de persoonlijke heiligheid, die in de Kerk wel niet het deel van allen is, maar toch altijd in enkelen en dan weer in zeer verschillende graden gevonden wordt. De Reformatie daarentegen zocht de heiligheid allereerst in de geestelijke vernieuwing van de leden der Kerk. De Kerk is een gemeenschap der heiligen, die zoo genaamd mogen worden, omdat zij objectief in Christus krachtens toerekening Zijner gerechtigheid door God voor heiligen gerekend worden, en ten tweede omdat zij vernieuwd zijn naar den inwendigen mensch.

Ook deze gemeenschap is niet gansch en al onzichtbaar ; al hebben de allerheiligsten maar een klein beginsel der gehoorzaamheid, toch wandelen zij naar den Geest en niet naar het vleesch.

Ook de derde eigenschap der Kerk, de catho1iciteit (wij zeggen immers : ik geloof eene heilige algemeene of katholieke Christelijke Kerk), draagt bij Rome allereerst een uitwendig karakter. Katholiek is de Kerk volgens Rome, omdat zij over de geheele aarde zich uitbreidt, van het begin der wereld af op aarde geweest is, alle waarheid deelachtig is en het eenige instituut ter zaligheid is. Secten blijven altijd beperkt tot een enkel land of een deel der wereld, zij komen en gaan, en bezitten slechts een gedeelte der waarheid. De Roomsche Kerk daarentegen is katholiek ; haar catholiciteit is een duidelijk zichtbaar kenmerk. De Protestanten gelooven en belijden wel in overeenstemming met de Apostolische Geloofsbelijdenis een „katholieke" (algemeene) Kerk, maar verstonden onder die „katholieke" Kerk gewoonlijk de „ecclesia universalis", d.w.z. de Kerk, die alle ware geloovigen omvatte en in de verschillende kerken meer of minder zuiver tot openbaring kwam.

Het Christendom is wereldgodsdienst. En 't meest katholiek is die Kerk, welke dit internationaal karakter van de Christelijke religie het klaarst in hare belijdenis uitgedrukt en in de praktijk toegepast heeft.

Als vierde eigenschap geldt de apostoliciteit der Kerk, die volgens Rome vooral daarin ligt, dat hare ambtsdragers in onafgebroken lijn opvolgers van de apostelen zijn, bizonder de paus als opvolger van Petrus, terwijl de Protestanten daarin de apostoliciteit zien, dat er overeenstemming is met de leer der apostelen.

Eindelijk gelden nog als eigenschappen der Kerk, dat zij niet ten onder gaat en niet dwalen kan. Voor de Roomschen beteekent dat, dat hün pauselijke kerk blijven zal tot aan het einde der wereld, terwijl de paus waarborg is, dat de „leerende" kerk, de geestelijkheid, niet dwalen kan. .De Protestanten daarentegen zien ook deze eigenschappen meer geestelijk ; voor hen beteekenen ze, dat de Kerk, al kan ze plaatselijk onder , gaan, naar Christus' belofte blijven zal tot aan het einde der wereld, dat er altijd een vergadering van geloovigen op aarde zal zijn ; dat haar Koning Christus zorgen zal, dat die vergadering van geloovigen altijd Zijn Naam belijdt en in Hem al haar zaligheid vindt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

WAT DE PERS TE LEZEN GEEFT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's