Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

Luthers verklaring van Paulus' Brief aan de Galaten.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De rechtvaardigheid is uit het geloof niet uit de werken. Wie zijn Abrahams kinderen ? Vers 6—14. (XIII) Vervolg vers 11.

Hoofdstuk III.

Het geloof zonder de liefde, zoo zeggen de Sophisten, is als een schilderij in het donker, welke eerst te zien is, als het licht wordt. Zoo komt ook het geloof eerst door de liefde tot zijn recht.

Volgens deze beschouwing is dus de liefde het wezen des geloofs, en het geloof zou slechts de materie zijn, waaraan de liefde bezig is te werken.

Op deze wijze kent men aan de liefde méér waarde toe, dan aan het geloof; en men ziet de gerechtigheid niet als een vrucht des geloofs, maar als voortgebracht door de liefde. Aan het geloof wordt derhalve niet de minste beteekenis toegeschreven, daar men van meening is, dat dit slechts gerechtigheid bewerkstelligen kan, voor zoover de liefde aanwezig is.

Naar de opvatting der Sophisten wordt dus het geloof beschouwd als een deugd of goede eigenschap, welke op zichzelf evenwel onvolmaakt is; het geloof wordt niet gezien als een levende kracht, die daadj werkelijk effect heeft.

Dit alles is lastering van God, en uit den duivel!

De leer des geloofs wordt er radicaal door verduisterd en omvergeworpen.

Der Sophisten opvatting leidt af van den Middelaar Christus en van het geloof, dat Hem omhelst. Want wanneer het waar zou zijn, dat de liefde het wezen des geloofs uitmaakt, gelijk gebazeld wordt, dan moet ik terstond aannemen, dat de liefde het voornaamste en grootste stuk is van de gansche christelijke religie. Maar intusschen verlies ik Christus, Zijn bloed. Zijn wonden en al Zijn weldaden. Door aan de liefde als het fundamenteele stuk te blijven hangen, ga ik in zedelijk opzicht overeenkomen met den paus, de heidensche philosophen en de Turken.

De Heilige Geest weet zich echter wel degelijk goed uit te drukken. Hij had met de Sophisten kunnen zeggen, dat de rechtvaardige uit een „opgesierd" geloof leven zal. De Heilige Geest zegt echter, dat zulks het geval zal zijn uit het geloof, zonder meer.

Laat dus de Sophisten met hun goddelooze en verderfelijke opvattingen maar waaien. Wij voor ons willen het houden bij 't geloof, dat door God „geloof" genoemd wordt; wij blijven bij het waarachtige en stellige geloof, dat niet twijfelt aan God en Zijn beloften, evenmin als aan de vergeving der zonden door Christus.

Zoo worden wij zekerlijk getroost in Hem, terwijl Zijn lijden. Zijn bloed en Zijn weldaden ons steeds voor oogen blijven staan.

Alleen het geloof, dat Christus aangrijpt, is het eenige middel, om dit alles niet uit het gezicht te verliezen; en daarom moeten wij verderfelijke leeringen in dit opzicht van de hand wijzen, en ons alleen verlaten op het waarachtige geloof, waarover Paulus hier spreekt. Tegen een opgesierd geloof stelt de apostel zich namelijk te weer, wanneer hij in het volgende vers zegt:

Doch de wet is niet uit het geloof, vers 12.

De Sophisten zouden zeggen : de rechtvaardige zal leven, wanneer het geloof door de liefde tot zijn recht komt.

Paulus daarentegen zegt: de Wet is niet uit het geloof.

Wat is toch de Wet?

Is zij niet het gebod der liefde ?

Inderdaad gebiedt de Wet niets anders dan liefhebben, gelijk bijvoorbeeld staat in Deuteronomium 6 vers 5 : „Gij zult den Heere uwen God liefhebben met geheel uw hart". Insgelijks zullen we onze naasten liefhebben, want aan deze twee geboden hangt de gansche Wet en de profeten.

Wanneer dus de Wet gebiedt lief te hebben, en tegelijk strijdig is met het geloof, dan ligt de conclusie voor de hand, dat de liefde niet uit het geloof is.

Met terzijde-stelling van de Wet, spreekt Paulus alleen over het geloof, dat rechtvaardig en levend maakt.

Het geloof is van de Wet onderscheiden, gelijk de belofte van de Wet onderscheiden is. Want ook de beloften Gods worden niet aangegrepen door het doen van (goede) werken, maar door het geloof. Belofte en Wet, als ook het geloof en de werken, zijn in de theologie even gescheiden, als de hemel en de aarde van elkaar verwijderd zijn.

Het is dus onmogelijk, dat de Wet uit het geloof is, aangezien dit zich alleen bezighoudt met de beloften Gods, Hem aanneemt en kent. Ook ontvangt het al het goed uit Zijn hand. De Wet en de werken daarentegen willen God wat toebrengen.

De samenvoeging van de Wet met het geloof is dus valsch. Het geloof wordt er door uitgebluscht, en de Wet gaat de plaats van het geloof innemen.

Steeds spreekt Paulus over hen, die wel in zedelijk opzicht, maar niet op theologische wijze de Wet willen betrachten en volbrengen. Want alles wat in de Heilige Schrift van de goede werken gezegd wordt, moet theologisch verstaan worden ; en zij worden uitsluitend aan het waarachtige geloof toegeschreven.

Maar de mensch, die deze dingen doet, zal door dezelve leven. Slot vers 12.

Deze woorden vat ik ironisch op, doch ik wil niet bestrijden, dat zij ook een zedelijke fetrekking kunnen hebben. In het laatste geval zouden zij dan beteekenen, dat degenen, die de Wet uit zedelijk oogpunt betrachten, zonder wezenlijk geloof te hebben, daarvoor uitwendige belooningen zullen ontvangen.

Maar ik voor mij neem deze plaats in algemeenen zin op, evenals de woorden van Christus in Lucas 10 vers 28 : „Doe dat, en gij zult leven". Er zit in deze uitspraak een zekere ironie of spot. Het is als wil Hij zeggen : „toe dan, doe het maar, als ge kunt".

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1940

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1940

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's