Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het heil in Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het heil in Christus

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het bijzondere van de bijzondere openbaring bij uitnemendheid is daarin gelegen, dat zij, gelijk men dat gewoonlijk uitdrukt, heilsopenbaring is. Dat is ook zoo. Zij is openbaring van het heil, n.l. in Christus. Ook heidensche godsdiensten hebben heilsverwachtingen, doch wat zij omtrent verlossing uit de aardsche ellende leeren, berust niet op de kennis van den eenigen Middelaar Jezus Christus.

Men kan niet ontkennen, dat de ellende, waarin het menschdom verkeert, het besef wekt, dat het zoo niet blijven kan, dat zij een einde moet nemen. Daar is ook onder de heidenen een zekere verwachting, zelfs wordt wel zoo iets van een messias- of heilandsverwachting bij hen aangetroffen, maar in Israël is de star der hope opgegaan, welke haar licht werpt over de gansche aarde. Van den door God beloofden Messias is de profetie vervuld, gelijk dit door Hem ook zelf wordt bevestigd : deze zijn het, die van Mij getuigen. (Joh. 5:39). Inderdaad valt het licht der gansche openbaring op Hem en op het heil in Hem bereid. Het woord heilsopenbaring is dus in zooverre wel juist en ook het woord heil, waarvoor wij veelal zaligheid gebruiken, is schriftuurlijk. Men moet het dan ook verstaan, zooals de Heilige Schrift het verstaat, n.l. het heil des Heeren, hetwelk Hij in den Zoon Zijner liefde heeft geopenbaard. God is de Heiland. (Jes. 43 : 3), (Zach. 9:9). Hij geneest de gebrokenen van hart (Ps. 147:3.) Heil — heelen — beteekent genezen, n.l. de genezing van de doodelijke krankheid der zonde, waarvoor geen genezing mogelijk is dan alleen door de wederbarende kracht des Heiligen Geestes.

Het bijzondere van de heilsopenbaring is dus niet, dat er verlossing is, maar dat Christus de eeniggeborene des Vaders, dien Hij heeft overgegeven tot in den smadelijken dood des kruises, tot een Middelaar en Verlosser is gesteld, buiten Wien geen verlossing te zoeken of te vinden is.

Zoo wordt de bijzondere openbaring volkomen in de vleeschwording des Woords. In Hem heeft God Zich geopenbaard op een geheel eenige wijze, gelijk ook Zijn goddelijk deugdenbeeld in Hem op een geheel eenige wijze wordt gekend. Wat geen oog heeft gezien en het oor niet heeft gehoord en in het hart des menschen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben. (1 Cor. 2 : 9).

Het geheel bijzonder karakter van de Heilige Schrift is daardoor aangewezen. Zij heeft zelfs geen einde genomen met de vleeschwording des Woords en de groote heilsfeiten, het lijden en sterven, de opstanding en hemelvaart, maar ook na den ingang des Heeren in Zijn heerlijkheid heeft zij nog voortgang gevonden. Zoo is de uitstorting van den Heiligen Geest een stuk bijzondere openbaring. Verder heeft de Heere door Zijn apostelen krachten en gaven, maar ook verborgenheden en ordeningen geopenbaard. Deze openbaringen zijn echter in wezen openbaringen van Christus en Zijn Middelaarswerk. De Heilige Geest, die ook genaamd wordt de Geest van Christus, leidt in alle waarheid. Hij zal het uit den Christus nemen. De Heere Jezus vergaderde Zijn gemeente, welker vergadering door Johannes den Dooper was voorbereid, toen Hij op aarde was. De Handelingen der Apostelen handelen over het werk van den verhoogden Heiland door Zijn apostelen. Het werk der verlossing, door den Heere vervuld en volbracht aan het kruis, vindt zijn voortgang en voltooiing in de verhooging van den Middelaar aan de rechterhand Gods, maar dan ook in de uitwerking van den Raad Gods door Zijn Woord en Geest. In zekeren zin kan men zeggen, dat de bijzondere openbaring nog altoos voortgang vindt. Immers ook in den loop des Evangelies in de wereld is een voortdurende openbaring b.v. van de kerk. De toevergadering der gemeente gaat door de geslachten der menschheid voort tot aan den dag der voleindiging. Het Nieuwe Testament deelt ons mede, welke uitbreiding de kerk verkreeg in de dagen der apostelen. Vele volkeren zijn ook na dien tot de kennis des Woords gekomen en wie zal de schare tellen, welke in den loop der eeuwen is ingegaan in den eeuwigen vrede ?

Telkens wanneer het licht des Woords opgaat in een menschenhart tot zaligmakende Godskennis is dat weer een nieuw werk der openbaring. En als het einde der dingen gekomen is, zullen de groote werken Gods aan de gansche wereld openbaar worden. Dan zal alle oog Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben. (Openb. 1 : 7). De heiligheid van den Christus zal zich in al den luister Zijner majesteit vertoonen en het werk der herschepping, hetwelk God in Hem heeft voorgenomen vervuld en zal vervullen, zal de gansche schepping omvatten. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, in welke gerechtigheid woont (2 Petr. 3 : 13) zullen in een gansch nieuwe werkelijkheid doen aanschouwen, wat den apostel werd geopenbaard „om in de bedeeling van de volheid der tijden wederom alles tot één te vergaderen in Christus, beide, dat in den hemel is en dat op de aarde is". (Efeze 1 : 10).

Dan zal gezien worden, hetgeen door het profetische Woord werd verkondigd, dat de bijzondere openbaring heilsopenbaring in Christus is en dat niet alleen in de toebrenging en levendmaking van het volk, dat Hij tot Zijn lof heeft bereid, maar ook om de gansche wereld te ontworstelen aan de macht der zonde. De gansche schepping is één groot werk Gods, waarvan de deelen niet los in elkander hangen. Het is ook niet te vergelijken bij een groote machine, die volgens een zekere orde en samenstelling afloopt, maar het is een levend werk Gods. Het wordt van oogenblik tot oogenblik door Gods almachtige en alomtegenwoordige kracht onderhouden. (Cat. Z. 10). Zijn zorg gaat daarover bestendig.

De zonde kwam de harmonie verbreken. De dood nam heerschappij naar het rechtvaardig oordeel Gods. De Heere echter heeft Zijn werk niet aan de ontwrichting des doods overgegeven, want Hij is sterker dan de dood. Zonde en dood waren niet bij machte om Zijn goddelijk welbehagen in verwarring te brengen, integendeel de ondoorgrondelijke deugden Gods zouden in grooter luister openbaar worden en Zijn almacht, gerechtigheid en genade doen schitteren in het werk Zijner handen., De herscheppende arbeid Gods omvat de geheele wereld en al wat er in is en dat alles rust in den Christus, die tot een Hoofd der gemeente is gezet en Wien alle macht in den hemel en op de aarde gegeven is. In Hem zullen alle dingen wederom te zaam vergaderd worden, beide, die l in den hemel en op de aarde zijn. (Efeze 1 : 10).

Van deze dingen wordt in de Heilige Schrift gesproken. Het is alles in Christus en Zijn Middelaarsambt gaat dus veel verder dan het werk der verzoening, waarin het geheiligd vo'Uc begrepen is, dat Zijn genade in eeuwigheid zal grootmaken. Het gaat over alle werken Gods. Gelijk Hij de Middelaar is in het werk der schepping, is Hij ook de Middelaar in het werk der herschepping, (Vgl. Efeze 1 : 19—23).

Over deze groote werken hebben wij reeds eerder gehandeld en de stof is lang niet uitgeput. Wij stipten slechts een enkel ; punt aan om duidelijk te maken, dat de bijzondere openbaring Gods nog altoos voortgaat in de vervulling van Zijn Raad, totdat alles zal voleindigd zijn, wat Hij ons daaromtrent in Zijn Woord heeft voorzegd.

Wij voegen dit laatste er aan toe om het licht te laten vallen op een onderscheiding, die ons niet mag ontgaan: Wat Hij in Zijn Woord heeft voorzegd.

Als wij spreken van voortgang der bijzondere openbaring, worde dit niet zóó verstaan, alsof aan het Woord nog nieuwe verborgenheden worden toegevoegd. Het Woord is afgesloten. In de vleeschwording des Woords bereikte de bijzondere openbaring haar hoogtepunt en volheid. De gansche profetie des Ouden Verbonds is als het licht van de rijzende Zon, welke in den Christus is opgegaan. Ook het vooruitgeworpen licht, dat de morgen doet aangloren en den nachtelijken nevel verbreekt, is Zonnelicht. Zoo is het ook met het licht der profetie. Het licht is van den hoogsten Profeet en Leeraar uitgegaan. En gelijk de zon in haar luisterrijken opgang ! als de bron des lichts wordt gezien, zoo is het Licht der wereld verschenen in den Christus Gods. Naast Hem en achter Hem ! komt niet nog eens een ander licht. De volheid der openbaring Gods is in Christus geschonken. De uitstorting van den Heiligen Geest en Zijn bevelen en openbaringen aan de apostelen zijn één met den Opgang uit den hooge.

Daarom is de bijzondere openbaring, welke de Heere ons in de Heilige Schrift heeft geopenbaard, ook afgesloten. Er komt geen nieuwe openbaring meer bij.

In de Heilige Schrift is ons de bijzondere openbaring gegeven als het Woord God?waarin Hij openbaart wie Hij jegens ons is.

Als wij dus hebben gezegd, dat de bijzondere openbaring niettemin voortgang heeft, dan beteekent dat niet, dat er nu nieuwe profetieën aan haar worden toegevoegd, of dat de kerk nog nieuwe openbaringen zou krijgen. Het Woord Gods zooals dat in de Heilige Schrift voor ons ligt, is de afgesloten en voltooide Godsopenbaring.

Als wij van voortgang der bijzondere openbaring handelen, ziet dit in de eerste plaats op het werk van den Heiligen Geest en dan ook op de vervulling van den geopenbaarden Raad Gods.

De Heilige Schrift onderricht ons omtrent de verborgenheden Gods, die Hij heeft willen openbaren. Desondanks zegt het Woord, dat de natuurlijke mensch niet begrijpt de dingen, die des Geestes Gods zijn. (1 Cor. 2 : 14). Hoewel de Heilige Schrift als de Godsopenbaring aan de menscheid is gegeven, wordt zij geestelijk nog niet verstaan. Wel spreekt zij ook tot den natuurlijken mensch, doch haar geestelijke kracht gaat aan hem voorbij. De openbarende werking Gods heeft een objectieve en een subjectieve zijde. Zij alleen kan ook het licht in den mensch doen opgaan om het Woord te verstaan. Men kan de Schrift bij wijze van spreken van buiten kennen en toch niet verstaan.

Het bijzondere der openbaring spreekt ook daarin, dat zij door de werking van den Geest Gods gekend wordt. En wijl nu die verhchtende werking des Heiligen Geestes voortgang heeft, kan men zeggen, dat de objectieve openbaring in het Woord is afgesloten en voltooid, maar de subjectieve openbaring voortgaat.

Die voortgaande werking vindt haar hoogtepunt in de uitnemende kennis van Christus, welke de vrucht is der wedergeboorte, die ook persoonlijk doet deelen in het heil, hetwelk de Heere in Hem heeft bereid. Dit is de gave Gods en de Pinksterzegen, welke Hij in de inwoning des Heiligen Geestes heeft geschonken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1940

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Het heil in Christus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1940

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's