Kerk, School, Vereeniging
beroepingswerk e.d.
Nederlandsche Hervormde Kerk.
Beroepen te Ressen (toez.) J. H. Jsraël te Zoelen.
Aangenomen naar Zonnemaire P. N, Tonsbeek te Kamperland — naar Horssen (bij Nijmegen) cand. C. C. Blitz te Harderwijk — naar Oldemarkt E. Dijkhuis te Wijnjeterp — naar Asten cand. D. van Krugten te Utrecht.
Bedankt voor Birdaard en Janum G. J. van de Poll, pred. bij de Evangelisatie in de Wieringermeerpolder — voor Stavenisse C. C. T. Postma te Jaarsveld.
Christelijke Gereformeerde Kerk.
Tweetal te Werkendam : J. G. van Minnen te Huizen (N.-H.) en E. du Marchie van Voorthuijsen te Urk.
Beroepen te Driebergen C. Smits te Sliedrecht.
Bedankt voor Den Haag-Oost W. Kremer te Leeuwarden — voor Drachten J. C. Maris te Sneek — voor Vlaardingen E. du Marchie van Voorthuijsen te Urk — voor Oud-Beijerland G. A. Gruppen te Eindhoven.
De intrede te Niehove van cand. K. P. van der Graaf zal plaats hebben op 2 Febr. te half 3, nadat hij zal bevestigd zijn door Ds H. de Zwart te Wirdum (Gr.).
Ds J. J. Timmer.
Ermelo, 23 Jan, Onder zeer groote belangstelling heeft Ds J. J. Timmer, Ned. Herv. predikant alhier, heden zijn zilveren ambtsjubileum gevierd.
In de oude Hervormde kerk werd des middags een samenkomst gehouden, welke geleid werd door Ds J. Ch. W. Kruishoop, Ds Timmer's plaatselijke collega. Deze leidde den jubilaris en zijn familie de kerk binnen, liet zingen Psalm 103 vers 1 en ging voor in gebed.
Ds Kruishoop spreekt namens de gemeente.
Na een welkomstwoord tot den jubilaris en zijn famihe en de vele aanwezigen, richtte Ds Kruishoop zich speciaal tot den jubilaris. Hij wees er op, dat Ds Timmer dezen mijlpaal in zijn ambtelijke loopbaan in nog ongebroken kracht bereikt. Veel heeft hij gearbeid, met name in Ermelo. Ds Timmer is Ermelo trouw gebleven, maar Ermelo hem ook. „Uw gelijkmoedig karakter" — aldus spreker — „werkte mee, om tegenstellingen te overbruggen". De jubilaris' 87-jarige moeder mag dit jubileum haars zoons nog mede vieren, al kan zij deze samenkomst niet medemaken.
Spr. eindigde met den jubilaris nog vele jaren van arbeid in 's Heeren wijngaard toe te wenschen. Namens de gemeente bood spr. Ds Timmer een haard aan; namens den Kerkeraad een schilderij van Jan Sirks, voorstellende een Veluwsch landschap, en namens het College van kerkvoogden en notabelen een salonlamp.
Prof. Severijn aan het woord.
Van het bestuur van den Geref. Bond, waarvan de jubilaris secretaris is, waren aanwezig Prof. Dr J. Severijn van Utrecht, voorzitter ; Gen. L. F. Duymaer van Twist, 2de voorz.; Ds J. Goslinga, van Utrecht, penningmeester, en de heer J. L, Verbeek Wolthuys, van Den Haag, bestuurslid.
Prof. Severijn sprak Ds Timmer toe en wees er op, dat deze zijn plaats onder de Dienaren des Woords met eere inneemt en dankte hem inzonderheid voor zijn arbeid ais secretaris van den Gereform. Bond. Namens het bestuur bood spr. eenige boeken aan. Gen. Duymaer van Twist offreerde den jubilaris een gouden potlood.
Toespraken.
De heer H. Th. 's Jacob, van Staverden dankte den jubilaris voor den te Staverden verrichten arbeid. Een prachtig bloemstuk bood spreker aan.
Namens het bestuur van het Chr. Lyceum te Harderwijk, waaraan Ds Timmer reeds jaren leeraar is, sprak Ds K. J. van den Berg, Ned. Herv. pred. te Amersfoort, als voorzitter. Ook Ds L. van Mastrigt, Ned. Herv. pred. te Harderwijk, en de heer A. de Groot, penningmeester, waren van het bestuur aanwezig. Van de leeraren : Dr J. Moll, rector; Dr J. G. van de Putte, conrector, en Dr J. W. van den Bosch.
Ds B. N. B. Bouthoorn, van Harderwijk, sprak als voorzitter van den Herv. Bond voor Inwend. Zending op Geref. grondslag en als vriend; Ds G. van Montfrans, van Barneveld, namens de classis Harderwijk, mede als vriend; de heer Van Veen, van Harderwijk, namens het Prov. Kerkbestuur van Gelderland ; de heer E. Sonnenberg, hoofd der Herv. School te Ermelo, namens bestuur en personeel dier school. De laatste deed zijn toespraak vergezeld gaan van de aanbieding van een vulpen en een bloemstuk. Voor de Herv. Mannenvereeniging sprak de heer R. Kleijer, onder aanbieding van een paar boeken. Ontroerd dankte de jubilaris voor de vele blijken van genegenheid. Daarna werd gezongen Psalm, 72 vers 11.
De belangstelling.
Van de gelegenheid tot gelukwenschen maakten zeer velen gehruik. Onder de aanwezigen werden verder o.a. opgemerkt de heer H. M. Martens, burgemeester van Ermelo ; Dr C. Steketee, namens „Groot Emaus", Dr A. Dupont, namens de Vereen, tot bevordering van Geref. Ziekenverz., Ds D. E. J. Hupkes, Ds L. G. Bolkestein, emer. Herv. pred., Ds J. van Herksen en Ds B. van Halsema, Geref. pred. te Ermelo, de heer J. Munnik, directeur van „Sonneheerdt". Van de Stichtingen "Gr. Emaus" en de „Vereen, voor Geref. Ziekenverzorging" ontving de jubilaris nog een bloemstuk, zoomede van vele plaatselijke Jeugdvereenigingen en catechisanten. Verder een stroom van brieven en telegrammen uit alle deelen des lands.
Begrafenis
Ds A. H. J. G. van Voorthuizen.
Onder zeer groote belangstelling is het stoffelijk overschot van Ds A. H. J. G. van Voorthuizen, in leven pred. der Ned. Herv. gemeente te Hierden, en aldaar zoo, plotseling gestorven, op de algemeene begraafplaats te Ede in den familiegrafkelder bijgezet. In het ouderlijk huis te Ede had tevoren een korte rouwdienst plaats onder leiding van Ds Van Mastrigt, consulent van Hierden. Hij sprak daarbij over Job 14, Matth. 7, Joh. 14, het eerste gedeelte, en Openb. 7 vers 9 tot het einde.
In den rouwstoet kwamen mede mevr. de Wed. Ds Van Voorthuizen, haar beide zoons, de heer W. S. van Voorthuizen, broeder van den overledene, wethouder van Ede, de beide zwagers van den overledene, Ds Ewoldt van Bergambacht, Ds H. A. Leenmans van Ede, Ds v. Mastrigt van Harderwijk. Voorts predikanten uit bijna alle vroegere standplaatsen van den overledene, n.l. Ds v. Willigen en Ds Spelt uit Rijssen, Ds Koolhaas uit Huizen, Ds Luteijn uit Nijkerk, Ds Cuperus, Ds Poot, voorganger te Ameide en Tienhoven, Ds Van Amstel uit Lage Vuursche. Voorts vele collega's uit andere plaatsen, n.l. Ds Klomp uit Barneveld, Ds Remme uit Amsterdam, Ds Van der Linde uit Kootwijkerbroek, alsmede vele leden van kerkeraden; en kerkelijke colleges uit vroegere gemeenten van den afgestorvene.
Nadat de kist in den grafkelder was bijgezet, nam allereerst het woord de heer W. van den Berg, voorzitter en ouderling van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Hier den. Spr. gewaagde van den moeilijken, afgebroken doch gelukkigen weg, dien wijlen Ds Van Voorthuizen en de gemeente van Hierden hadden moeten gaan. God had hen tezamen gebracht. De gemeente van Hierden is door zijn plotseling overlijden in diepen rouw gedompeld. De overledene, die de gemeente 4 jaren diende, was. steeds predikant binnen- en buitenshuis. De gemeente breidde zich uit en het kerkgebouw moest worden vergroot. Zijn arbeid te Hierden zal voor Gods volk onvergetelijk blijven. Spr. bad de weduwe en hare kinderen de vertroostingen des Heeren toe.
Ds Poot sprak namens den Kerkeraad van Ameide en Tienhoven, de eerste gemeente van wijlen Ds Van Voorthuizen. Hij memoreerde de hechte banden die daar gelegd waren door den trouwen herderlijken arbeid, daar door dezen verricht. Hij was een nauwgezet verkondiger van Gods Woord.
Ds Koolhaas sprak namens de gemeente te Huizen, alwaar wijlen Ds Van Voorthuizen van 1922 tot 1926 gearbeid heeft. Hij getuigde van de groote liefde, die daar voor den overledene gevonden wordt. Alle kracht spande hij daar in voor den bouw van een tweede kerk, die er ook kwam. Hii was niet alleen leeraar, doch ook herder. Evenals van Spurgeon kan van hem worden gezegd, dat hij gepredikt heeft, zelfs met zijn voeten. Ds Koolhaas herinpunt te veranderen en elk beschouwde den ander als zijn tegenstander. Eigenlijk was nerde er aan, dat hij in 1919 aan denzelfden grafkelder stond, toen daarin werd bijgezet het stoffelijk overschot van Ds J. van Voorthuizen. Thans zijn beiden opgenomen in de eeuwigheid, verkondigende des Heeren lof.
Ds Cuperus van Doornspijk gewaagde van den ruimen ingang, dien de prediking van den gestorvene vond onder hen, die tot het „ellendige" volk behooren. Zijn teere Godsvrucht verkwikte de zielen. Hoe kon hij de goddeloozen waarschuwen, doch ook de geloovigen bemoedigen uit den rijken schat van Gods Woord.
Ds Luteijn van Nijkerk schetste wijlen Ds Van Voorthuizen als een man met een oprecht, trouw en eerlijk karakter. God zorgde, dat hij geen afscheid behoefde te nemen. Dat zou voor zijn teer gemoed te vreeselijk zijn geweest. God zelf trooste de diep geslagen familie.
Ds Spelt sprak namens de gemeente van Rijssen en gewaagde van de groote liefde, die er tusschen de gemeente van Rijssen en de thans ontslapene was gegroeid. Men had hem van harte lief. Eigenlijk was hij nog dominé van Rijssen, want er ging geen huisbezoek voorbij of zijn naam werd genoemd. Hij heeft zeer veel voor Rijssen's gemeente gedaan, getuige de nieuwe Westerkerk, de Chr. U. L. O. en het jeugdgebouw. Ook bij ons, in Rijssen, aldus spr., heerscht groote droefheid, doch er is ook een volk, dat bidt, ook voor de familie.
Namens den Geref. Zendingsbond, van welks Hoofdbestuur de overledene lid was, sprak Ds Remme. Men heeft — aldus spr. — hem leeren kennen als een man met kostelijke gaven van hoofd en hart, met een uitnemend verstand en een kinderlijk gemoed, een vriendelijk en vredelievend man. Voor den Zendingsarbeid, die hem lief was, heeft hij krachtig gewerkt. God gaf veel, nam ook veel, doch nam niet weg het zegenend aandenken aan dezen vader, vriend en broeder, hetwelk blijft tot in lengte van dagen, tot Gods eer.
Ds Van Mastrigt uit Harderwifk besloot déze plechtigheid door op verzoek te lezen een gedeelte uit 2 Cor. 5, waarna hij besloot met het „Onze Vader".
De heer W. van Voorthuizen, oudste zoon, theol. cand. te Utrecht, dankte na mens de familie voor de getoonde belangstelling.
Jubileum Ds W. G. G. Beerekamp.
Ds. W. G. G. Beerekamp, Ned. Herv, pred. te Nunspeet, die j.l. Donderdag gedacht dat hij 25 jaar geleden te Paessens en Moddergat het predikambt aanvaardde, hield j.l. Zondagnam. een gedachtenisrede. Niettegenstaande de slechte wegen, was de gemeente in grooten getale opgekomen. Bij 't binnentreden van het kerkgebouw zong de gemeente den jubileerenden leeraar staande toe de zegenbede van Psalm 134 vers 3. Ds Beerekamp noemde vervolgens als zijn tekst 2 Cor. 3 vers 5 en 6. Het verheugde spreker buitengewoon, dat zijn bijna 81-jarige moeder dit jubileum nog mocht bijwonen. Hij herinnerde o.a. aan een gesprek, dat hij in zijn studiejaren met nu wijlen Ds Van Voorthuizen, van Hierden, had, en wees er vervolgens op, dat het steeds zijn begeerte was geweest den Christus en niet den christen te prediken. Van de liefde Gods in Christus kan nooit teveel gesproken worden.
In zijn eerste gemeente bevestigde Ds Jac. Eringa, van Woerden, hem, sprekend over Jesaja 40 vers 1 en 2. Zelf bediende hij het Woord uit 1 Cor. 3 vers 11. Met groote waardeering herdacht hij ouderling Zuidersma aldaar en noemde hem zijn leermeester. Ook van Dr H. F. Kohlbrugge had hij veel geleerd. Van zijn ambtsperiode bracht hij het grootste deel, bijna 13 jaar, in Nunspeet door. Veel kruis en moeite was zijn deel. Maar daarnaast moest hij toch ook gewagen van veel zegeningen. Van zijn jubileum had hij niet teveel drukte gewenscht, eigenlijk uit vrees er voor, dat de mensch te veel op den voorgrond komen zou. Toch was hij zeer erkentelijk voor de vele, ook stoffelijke, blijken van waardeering, die hem 16 Jan. gewerden. Opnieuw wil hij a.h.w. den herdersstaf opnemen, ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus Christus, Na de predikatie richtte ouderling Van Olst zich in een zeer hartelijke toespraak tot den jubilaris. Op zijn verzoek zong de gemeente Ds Beerekamp Psalm 121 vers 4 staande toe.
Men meldt ons uit Linschoten:
In den nog zoo korten tijd, pl.m. ruim twee maanden, dat Ds Van Amstel in onze gemeente arbeidt, mag Z.Eerw. wel blijken van vertrouwend medeleven ondervinden. Behalve dat de wat ingezonken kerkgang weer begint op te leven, zijn de collecten voor Kerk en Diaconie wel verdubbeld. Bovendien mocht Z.Eerw. vorige Zondag afkondigen de ontvangst van ƒ 100.— voor de Diaconie van een oud-ingezetene van deze gemeente. Nu, deze Zondag, weer, dat de Diaconie door zeer milde bijdragen en een billijke overeenkomst met de Fa. H. de Goederen, houthandel, alhier, aan ruim 30 gezinnen voor ƒ 300.— brandhout kon distribueeren. In deze benarde tijden zijn zulke blijken van waardeering wel verkwikkend.
Legaat.
Door wijlen den heer G. J. Beekhof te Winterswijk werden, aan de Ned. Herv, gemeente aldaar bij testamentaire beschik king gelegateerd een huis, erf en tuin.
Kerk te Rotterdam. In de vergadering van den Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Rotterdam bracht Ds W. S. van Leeuwen namens de commissie Groot-Rotterdam verslag uit. Het voorstel der commissie is, Noord en Zuid gescheiden te houden en de drie gemeenten, Delfshaven, Rotterdam en Kralingen, een zekere zelfstandigheid te laten behouden.
Vacatures in de Ned. Hervormde Kerk. Op 1 Jan. j.l. bedroeg het aantal vacatures in de Ned. Hervormde Kerk in totaal 207, naar „Doet. Werk" schrijft. Op 1 Juli 1940 was dit 223 en op 1 Jan. 1940 233. Uit deze cijfers blijkt dat het aantal vacatures voortdurend dalende is. Over de verschillende provincies waren deze vacante plaatsen aldus verdeeld: Gelderland 30, Zuid- Holland 27, Noord-Holland 48, Zeeland 10, Utrecht 8, Friesland 39, Overijssel 6, Groningen 25, Noord-Brabant 7, Limburg 3 en Drenthe 4 plaatsen.
Generale Synode der Gereform. Kerken. Naar wij uit goede bron vernemen, bestaat het voornemen om de Generale Synode der Gereformeerde Kerken (voortzetting van die te Sneek) in Maart weer bijeen te roepen.
De nieuwe bijbelvertaling.
In het Jan.-nummer van „Stemmen des Tijds" schrijft Dr W. C. van Unnik, Ned. Herv. pred. te Opperdoes, over den „eersten verjaardag" van de nieuwe bijbelvertaling. Deze heugelijke datum ligt inmiddels weer twee maanden achter ons, want het Nieuw-Testamentische gedeelte is in November 1939 uitgekomen. Dr Van Unnik meent, dat het aantal verkochte exemplaren nu wel 100.000 zal zijn, zoodat deze vertaling een „best seller" van den eersten rang mag heeten. De noodzaak van de nieuwe vertaling wordt in het algemeen met deze drie punten gemotiveerd:
1. de wijziging van de taal, die zich in den loop van de laatste drie eeuwen in ons Nederlandsch voltrokken heeft;
2. de uitbreiding van de kennis van den tekst van het Nieuwe Testament, waardoor wij thans over een tekstvorm beschikken, die pl.m. 100 jaar ouder is dan die, welke aan de Statenvertaling ten grondslag gelegd was;
3. de vorderingen, die de wetenschap gemaakt had met betrekking tot de taal van het Nieuw-Testamentisch Grieksch (vooral dank zij den papyri) en het leven in de landen aan de Oostzijde van het Middellandsche Zeegebied omstreeks het begin van onze jaartelling.
Langs welken weg ? Dr J. Ch. Kromsigt schrijft in het Hervormd weekbl. „De Gereformeerde Kerk" over de activiteit van de Hervormde Synode. Hij vraagt zich af : langs welken weg gaat het ? en wijst er op, dat er twee wegen zijn : de weg van het reformatorisch Christendom en de weg van het liberale humanisme. De schrijver zegt, na deze begrippen nader omschreven te hebben : Over „partijen'' en vooral individueele leden van partijen in de Kerk te oordeelen, zou niet mij toekomen, slechts de Kerk, die zich door 's Heeren Woord en Geest in haar oordeel wil laten leiden, is tot oordeelen in deze bevoegd. Daarom begint de Synode naar recht met te spreken van schuld belijden. Wij hebben niet voor alles elkaar te beschuldigen, maar voor alles saam schuld te belijden. Maar dan schuld belijden toch niet voor alles tegenover elkaar, maar voor alles tegenover het Hoofd der Kerk, wiens Naam wii niet samen in woord en werk, in leer en leven beleden hebben, wiens Woord wij niet hebben gehoorzaamd gelijk het moest. En als wij in ootmoedigheid met Paulus (Rom. 3 vers 23) erkennen : „wij hebben allen gezondigd, wij zijn allen zondaars, ja ook ketters", — dan is dat niet om „aan Gods genade te vertwijfelen en in de zonde te blijven liggen", maar in de opstandingskracht dier genade op te staan, dat Hij ons sterke tot een nieuw begin van gehoorzaamheid. Wij spraken van twee wegen. Bij het voorwaarts gaan moet gekozen. Ook bijzonder bij 't voorwaarts gaan onzer Kerk, waartoe de Synode opwekt. Van meer gewicht dan wat wij zeggen is, dat de Heere zelf van twee wegen spreekt. Laten we samen Hem dan naar Zijn weg vragen. Laten wij als Kerk dat doen. Hier is geen plaats voor een compromis, ook geen gelegenheid voor hinken op twee gedachten. In een ernstig tijdsgewricht, als we nu beleven, is het kennen, kiezen en inslaan van den rechten weg noodiger dan ooit.
Langs 't aardappelveld.
In het Herv. Kerkblad voor Eindhoven e.o. lezen we : Ze loopen langzaam langs het aardappelveld, de boer en de dominee. U zoudt het niet denken, maar dit veld is niet van den boer. Het is eigenlijk maar een veldje, deze hoek van den pastorietuin. De kennersblik van den boer gaat over het gewas. Hij knikt goedkeurend: flink, frisch loof, geen zieken er tussehen; zoo vind je het haast nergens dezen zomer. De dominee lacht maar wat. Hij heeft den wasdom niet gegeven, maar hij heeft ook niet gepoot of natgemaakt. Dat weet de boer wel; maar hij vraagt deze keer toch niet : „dommenie, is da nou geluk of is da wijsheid" ? Nu bukt de boer zich. Een stevige knuist pakt een aardappelplant van onderen beet, trekt, scheurt en schudt. Daar liggen de goede vruchten in de zwarte aarde. Het oordeel luidt alleszins gunstig : het staat er merakels best bij, boven de grond èn onder de grond. Dan worden de gerooide aardappelen in de keuken gebracht. Maar nu is het Zondag. De dominee staat op den kansel. Hij mag zijn werk doen. Hij verkondigt den Christus der Schriften. In zijn bank zit ook de boer, 't verweerd en gegroefd gezicht opgeheven, de lichte oogen oplettend op den prediker gericht. Hij gaat na, hoe de preek zich ontwikkelt en is tevreden : dit is flink en frisch. Dan graaft zijn aandacht dieper en achter alle woorden bemerkt hij één bedoeling : dit eene, deze Eéne, wordt ons vanmorgen verkondigd. Nu kan hij bij zichzelf goedkeurend knikken : hij heeft vrucht gevonden, goede vrucht.
Ga zoo maar voort, broeder! Ga maar aandachtig na, hoe het met de preek van hun dominee gesteld is, boven de grond en onder de grond. Misschien zijt gij ouderling. Dan is dat zelfs uw bijzondere plicht. Alleen zult gij daarbij één ding niet vergeten, nietwaar ? Ge moogt in de kerk niet keuren en goedkeuren en dan met leege handen naar huis gaan. Van déze vruchten moet uw ziel nemen en eten en leven. Dat is het verschil tussehen den pastorietuin en de kerk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1941
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1941
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's