Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paulus, een geroepen apostel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus, een geroepen apostel.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verdedigt men de bijzondere beteekenis van het apostelschap der twaalven, gelijk wij ook doen, dan staat men voor de vraag, of men met twaalf of dertien apostelen van doen heeft. Houdt men Matthias, die onder leiding van Petrus, in de plaats van Judas Iskarioth werd gekozen voor een apostel, hoe zal men dan over het apostelschap van Paulus oordeelen ?

Verschillende theologen houden aan het twaalftal vast, Paulus al of niet daartoe gerekend. Geeft men Paulus een plaats onder de twaalven, als de op bijzondere wijze door Christus aangewezen apostel, dan moet men Matthias uitschakelen., Paulus zou kennelijk zijn aangewezen om de ledige plaats in te nemen. Matthias zou dan slechts tijdelijk onder de twaalf apostelen zijn opgenomen.

Deze laatste meening stempelt de verkiezing van Matthias tot een voorbarige daad, in ieder geval een daad, welke niet in de bedoeling des Heeren zou gelegen hebben. In dezen zin gaan de gedachten van Dr A. Kuyper, waarop o.a. door Prof. Honig wordt gewezen. (Handb. G. D. blz. 737). Deze redeneering steunt voornamelijk op negatieve argumenten : de apostelen hebben Christus voor Zijn hemelvaart niet gevraagd. Christus heeft ook zelf, toen Hij nog op aarde was, geen twaalfden apostel aangewezen. Na den dood van Jacobus hebben de apostelen de aanvulling niet gerepeteerd.

Het is waar, dat deze dingen niet zonder beteekenis zijn. Vooral het laatste argument heeft wat te zeggen, omdat er uit zou kunnen blijken, dat de apostelen zelf de uitzonderlijke beteekenis van het apostolaat hebben verstaan. Maar dan ook valt Matthias er buiten. Hij behoort dan niet onder het twaalftal geroepene apostelen. De persoonlijke lastgeving en opdracht van Christus ontbreekt. Gelet op Openbaringen 21 : 14, staat het getal twaalf vast en zijn er niet dertien namen der apostelen.

Deze aanwijzing uit den hemel is van zoo groot gewicht, dat men aan een apostel boven het getal niet kan denken. Er is echter nog meer. Stel eens de apostelen waren voortgegaan met telkens weer een opengevallen apostelplaats aan te vullen, dan zou daarmede uitgesproken zijn dat het apostolaat in de aardsche kerk een voortdurende anabtsvervulling zou vragen. Het apostolaat ware dan, schoon ook beperkt tot een twaalftal, een blijvend college voor de leiding der gansche kerk op aarde, een soort algemeene raad der kerken. Ook zoo droeg het nog wel een van de andere ambten afgezonderd karakter, in­ zonderheid door de generale of algemeene plaats, welke het zou innemen. Toch zou het dan het uitzonderlijke kenmerk missen, n.l. dat er slechts twaalf en niet meer zijn, en dat deze twaalf in het Godsgebouw de fundamenteele plaats verkregen, welke aan hen wordt toegekend. Wij wezen reeds op de Schriftuurlijke uitdrukking : het fundament der apostelen en profeten. (Ef. 2 : 20. Vgl. ook Openb. 21 : 14).

Ten deele is er in deze uitzonderlijke plaats iets, dat zij met de apostelen gemeen hebben. Toch niet geheel, want de apostelen worden vóór de profeten gesteld en hun namen staan in de twaalf fundamenten der Godsstad.

De apostelen zijn niet voortgegaan met de ledig gevallen plaatsen aan te vullen. Het is dus geen gewaagde conclusie, als men meent, dat zij zich van de eenigheid van het apostelschap der twaalven zijn bewust geweest.

Volledigheidshalve moet echter ook worden opgemerkt, dat de ledige plaats van Judas niet op één lijn kan worden gesteld met die van Jacobus. Deze stierf in zijn ambt. Dit verandert niets aan bovenstaande conclusie, maar werpt een ander licht op de verkiezing van Matthias.

Ook deze verkiezing kan ons slechts in de meening versterken, dat voor Petrus en de andere apoostelen de geslotenheid van het getal twaalf ook toen reeds vaststond. Judas viel uit. En het was zeker geen vergissing van Petrus, als hij Ps. 109 : 8 op hem toepast. De bedoeling des Heeren is zeker geweest, dat een ander zijn ambt zou nemen. Hier behoeft geen twijfel te rijzen. Het is echter klaarblijkelijk niet de bedoeling geweest, dat de apostelen (en de overige discipelen), dien apostel zouden aanwijzen. Men kan daaruit de leering trekken, dat de kerk geen opdracht heeft om den apostelkring aan te vullen. Mitsdien is zij daartoe niet bevoegd. In zooverre en op dien grond hebben wij beweerd, dat het apostelambt (in, dezen eenigen zin) niet tot het instituut behoort. Het ware misschien duidelijker te zeggen : het apostelambt behoort niet tot de instituten, welker onderhouding der kerk is opgedragen. Verder is het geheel in overeenstemming met de eenigheid van het apostolaat der twaalven, dat Christus de aanwijzing en beschikking onmiddellijk aan Zichzelf heeft gehouden.

Wil men dus bij de verkiezing van Matthias aan een vergissing denken, dan treft deze niet het inzicht in de afgeslotenheid van het twaalftal, ook niet de toepassing van Psalm 109 : 8, doch alleen de bevoegdheid der apostelen en der gemeente. Ook het apostolaat is gehouden aan zijn opdracht en heeft geen zeggenschap over het apostelschap.

In dit licht gezien, mist de verkiezing van Matthias tot één der twaalven het gezag, waardoor deze geldigheid zou hebben, zoodat ook Matthias het apostolisch gezag niet heeft gehad en ondanks de verkiezing geen plaats onder de twaalven heeft verkregen. Ook van een tijdelijk apostolaat is dan geen sprake. Het heeft geen zin en verklaart ook niets. Zijn verkiezing was toch mede gegrond op het feit, dat hij van den beginne onder de discipelen was geweest. Doch, aangezien het gezag van het apostelambt van de roeping en aanwijzing van Christus zelf afhankelijk en de verkiezing niet aan de gemeente is, volgt vanzelf, dat Matthias' verkiezing stilzwijgend ongeldig is verklaard.

De tekst in Handelingen 1 maakt dan ook geen melding van het goeddunken van den Heiligen Geest. De discipelen namen hun toevlucht tot het lot.

Wij denken ook niet aan een vergissing, maar aan onwetendheid. Het was nog geen Pinksteren geweest. Bij de uitstorting van den Heiligen Geest ontvingen de apostelen de zalving tot het ambt. Die Geest zou hen in alle waarheid leiden.

Dit alles in aanmerking genomen, is er geen twijfel aan, of Paulus is de door Christus aangewezen twaalfde apostel. Inderdaad is hij óok als zoodanig zeer onderscheiden Van de andere apostelen en sommigen hebben hem daarom afzonderlijk geplaatst. Paulus doet dat echter zelf niet. Hij noemt zich de minste der apostelen. Daarnaast wijst hij meerdere malen op de echtheid en waarachtigheid van zijn apostelschap, zijnde van Christus zelf geroepen. (Gal. 1 en 2; 1 Cor. 1 : 10, 2 Cor. 10 : 13). Ook voert men wel aan, dat hij de gemeente van Christus vervolgd heeft, omdat Paulus daarop ook zelf wijst. Doch ook het apostelambt is geen ambt uit verdiensten, maar door de genade Gods is hij, wat hij is. In de overvloedige genade, waarin hij roemt, aan hem en aan de gansche kerk in zijn arbeid bewezen, mogen wij veeleer een goddelijk zegel op zijn apostelschap zien.

Paulus, een apostel geroepen niet van menschen, noch door een mensch, maar door Jezus Christus, en God den Vader, die hem uit de dooden opgewekt heeft. (Gal. 1 : 1). Niet van menschen. Spreekt hierin misschien iets van een tegenstelling met Matthias ?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Paulus, een geroepen apostel.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's