Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Den profeten onderworpen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Den profeten onderworpen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij spraken over confessionalisme. Dat is nog wat anders dan rechtzinnig. Rechtzinnig is hij, die verstaat, dat de kerkelijke saamleving confessioneel bepaald is. en dat de kerk naar haar roeping gehouden is over de zuiverheid der leer te waken. Het is daarom in zekeren zin afgeplat, als men rechtzinnigheid voor eën doode orthodoxie houdt. Recht in de leer beteekent overeenkomstig, de confessie belijden. Dat is zoo, maar de rechtheid der orthodoxie zit niet in de leer, maar in de overeenstemming der confessie met de leer der apostelen en profeten.

Men kan dus op tweeërlei wijze meenen rechtzinnig te zijn, terwijl men zich vergist. Men kan lijden aan confessionalisme en de belijdenis boven het Woord stellen. Daarmee streeft men dan in zijn rechtzinnigheid de reformatoren voorbij, die er op bedacht waren, dat de belijdenis kan falen, zoodat voortdurende waakzaamheid noodig is, opdat Christus alleen door Zijn Woord en Geest in de kerk regeere.

Daarmede wordt niet bedoeld, dat wij de belijdenis der vaderen in gebreke stelden, alsof voor alle dingen verandering en dan verbetering noodig ware.

Maar de ware rechtzinnigheid is zich bewust, dat de kerk de leer van Christus als het haar toebetrouwde pand naar Zijn Woord onderhóude en beware, zoodat zij geen ander gezag toelate. Daarom zal de ware rechtzinnigheid ook uit dat Woord leven en den profeten onderworpen zijn. Uit dat leven zal zij de kennis putten om de belijdenis der kerk te toetsen en bevinden, of zij uit datzelfde leven is voortgesproten en hetzelfde geloof belijdt, hetwelk de apostelen en profeten verkondigen.

De leer der apostelen en profeten. Dat is het aspect, waaronder ook de belijdenis wordt verstaan, en wie daarin geen vreemdeling is, zal die daarin terugvinden en zich verheugenis in de gemeenschap des geloofs met de getuigen, die nog spreken, nadat zij gestorven zijn. Wij moeten de leer der kerk niet belijden, omdat de kerk zoodanig leert, maar omdat wij gevoelen, dat zij naar het Woord is, waaruit de kerk leeft. Zij moet voor ons niet een dood geschrift, maar een levend getuigenis zijn, dat haar waarde en beteekenis ontleent niet alleen aan het leven, maar ook aan de roeping der kerk. Als zij geen getuigenis en verantwoording van het leven des geloofs voor ons is, is zij een dood geschrift.

Er is ook een rechtzinnigheid, die misschien onbewust de rechtzinnigheid in den weg staat en zelfs in de wateren der vrijzinnigheid verzeild raakt. Daar zijn er, die op een enkel stuk der leer een geheele theologie voor eigen kring opbouwen, terwijl zij de roeping der kerk geheel voorbijzien en afdolen in een weg, waarin zij zoo niet vrijzinnig, dan toch eigenzinnig tegenover Gods Woord gaan staan.

Dit laatste kan niet meer rechtzinnig heeten, al drukt men zich gaarne dien stempel op bij uitnemendheid.

Ook voor dezulken kan het nuttig zijn de belijdenis der kerk eens nader te onderzoeken, opdat zij den ganschen rijkdom der confessie loeren verstaan en dat bij het licht, dat zij over de Heilige Schrift doet opgaan. Ook in de z.g. rechtzinnigheid zijn afdolingen en opvattingen binnengeslopen, die met de leer der apostelen en profeten niet vereenigbaar zijn.

Het is niet zonder oorzaak, dat de Schrift de kerk tot onderhouding der gezonde leer vermaant, en haar aan de leer gebonden heeft. Want wij allen hebben telkens weer noodig aan onze eigendunkelijke godsdienstigheid ontdekt te worden, opdat wij onzen geest aan de profeten onderwerpen. Wat meer confessionalisme kan ook in verschillenden kring ten goede komen aan het kerkelijk leven. Wanneer ieder op zijn wijze en naar eigen opvatting over Gods Woord meent te kunnen redeneeren en zoo zijn eigen geloof tracht te koesteren, kan er van de krachtige openbaring van ons gemeenschappelijk geloof weinig verwachting zijn.

Dat is ook niet reformatorisch, want de reformatoren hebben geleerd ons geloof te toetsen aan de leer der apostelen en profeten. Zij zijn daarin voortdurend bezig geweest, zoo voor zich zelf als voor anderen, hebben daarvoor gestreden en geleden en dat niet zonder rijke vrucht voor de openbaring der kerk des Heeren.

Het kan daarom niet missen, of ook de belijdenis, welke zij hebben nagelaten, draagt daarvan de kenteekenen en de vruchten.

Reeds daarom zullen zij, die slechts weinig of geen kennis dragen van den inhoud der confessie, goed doen daarvan kennis te nemen, opdat zij niet veroordeelen, wat zij niet kennen, en worden ingeleid in de kennis van het geloof, waaruit zij hebben geleefd, hun navolgende om den profeten onderworpen te zijn naar den eisch eener orthodoxie, die van geen anderen leermeester wil geleerd zijn dan van den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Den profeten onderworpen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1941

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's