Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Orde en richting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Orde en richting

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat van de orde der kerk geldt, gaat ook de richtingen aan.

Het valt weliswaar niet te ontkennen, dat de geschiedenis der kerk in alle tijden schakeeringen en strijdpunten in de dingen des geloofs heeft gebracht. Mede uit deze feiten heeft men mogelijk het pleidooi voor de pluriformiteit der kerk opgezet. Sommigen willen zelfs verschillende leertypen bij de apostelen onderscheiden, alsof men zou willen zeggen, dat een kerkformatie onder leiding of navolging van den eenen apostel een zeker stempel zou dragen, dat verschilde van een kerkformatie, die een anderen apostel tot zijn leidsman zou hebben gehad.

Indien men toch leertypen onderscheidt bij de apostelen, zou een of ander type zich op de gemeente afzetten. Wij willen niet ontkennen, dat in de gemeente van Corinthe iets van dien aard gaande is geweest, toen de een zich, als navolger van Cefas onderscheidde van een ander, die Paulus noemde. Dezelfde plaats geeft ons echter een klaar bewijs, dat de apostel Paulus daarvan niets wilde weten en zijn afdoende vraag, of Paulus, of Cefas voor de gemeente gekruisigd was, is voldoende om dergelijke gedachten uit te bannen.

De apostelen waren verschillende menschen, verschillende karakters, met verschillende gaven, doch zij stonden in één en hetzelfde geloof : één geloof, éen doop, éen Heere.

De z.g. richtingen stellen ons voor een verschijnsel, dat moeilijk te vereenigen is met de eenigheid en gemeenschap des geloofs. En toch, zal er geen doode eenheid zijn, dan kan men moeilijk ontkennen, dat de verscheidenheid, welke alle leven kenmerkt, zich ook op het kerkelijk terrein zal doen gevoelen. Toch weer kan zulk een verscheidenheid niet de eenheid van het lichaam van Christus breken.

En dat heeft er toch den schijn van, als men op de verscheidenheid der kerken ziet. Met het oog op de eenheid van het lichaam van Christus kan zulk een verscheidenheid niet worden verdedigd, maar moet veeleer aan gescheurdheid worden gedacht.

Ook het Nieuwe Testament weet van scheuringen en stelt zich daartegen.

In hoeverre verschillen nu de richtingen van scheuringen, zij het dan ook scheuringen binnen een zeker kerkverband ? Het antwoord wordt beslist door een andere vraag, n.l. :

In hoeverre er bij de richtingen sprake is van een verscheidenheid, die geacht mag worden binnen den kring van het gemeenschappelijk in de belijdenis neergelegd geloof te vallen.

Ook deze vraag is niet zoo heel gemakkelijk te beantwoorden. Immers men kan den kring van het in de belijdenis uitgedrukt geloof zoo nauw nemen, dat men instemming met iedere zinsnede van ieder artikel bedoelt. Men kan dien kring ook bepalen tot de capitate stukken des geloofs.

In het eerste geval wordt het geringste verschil van opvatting tot een ketterij ; in het tweede geval laat men behoudens in de capitate stukken, ruimte voor opvattingen, die meer of minder afwijken.

Wij houden dit laatste geval even in het oog, omdat Calvijn de gemeenschap der kerk niet wil gebroken hebben, indien men in de capitate stukken overeenkomt. Dit moge ook gelden van de onderlinge gemeenschap der kerken. Het zou alzoo in overeenstemming zijn met dit standpunt, als men de kerkelijke gemeenschap niet gebroken acht door de richtingen, mits in de capitate stukken des geloofs eensgezindheid is.

Nu is het woord richting door de kerkelijke practijk belast op een wijze, die het vraagstuk nog moeilijker maakt. De richtingen zijn maar niet individueele gevoelens, die onder de menigte voorkomen, maar vormen min of meer afgebakende geestelijke stroomingen, die strikt genomen een soort kerkje in de kerk vormen. Of wil men het zoo niet genoemd hehjben, die als secten binnen één kerkformatie naast elkander voortleven.

Kunnen die secten nu nog als één geloofsgemeenschap kerkelijk saamleven en hun sectarisch-kerkelijke gestalte opgeven ?

Gezien het voorafgaande, zou deze vraag bepaald worden door het standpunt, dat de „richtingen" ten aanzien der capitate geloofsstukken innemen.

Reeds onmiddellijk kan dan worden opgemerkt, dat allen, die zich aan de kerkelijke confessie houden en voor haar opkomen, buiten dit sectarisme vallen, hoewel zij door de anderen gewoonlijk het eerst in dien hoek worden gezet. Dat zij ook onder de richtingen worden geteld, zooals de confessioheelen en gereformeerden, vindt allereerst aanleiding in het feit, dat er groepen zijn, die zich niet bij de confessioneelen of gereformeerden scharen.

Voorzoover deze groepen bezwaren tegen de belijdenis hebben en daarom een eigen richting volgden, die zelfs het trouw blijvende gedeelte overvleugelde, konden zij den schijn van sectarisme wel op dit laatste werpen, maar in wezen vormen zij zelf een afwijkende groep.

De tijd zal leeren, of de ontwaking van het kerkelijk besef, de herontdekking der kerk, zooals Prof. Kraemer het uitdrukt, ook naar de gemeenschap des geloofs, die aan de confessie ten grondslag ligt, zal drijven. Wij zien daarvan nog niet vele teekenen. En toch zal de herontdekking der kerk imoeilijk los kunnen staan van de herontdekking van haar geloof. En, indien het geloof der kerk in deze dingen werkzaam wordt of moge zijn, zal men dat ook in de belijdenis ontdekken. Dat zal dan den een of anderen dag blijken en de houding jegens de belijdenis in positieven zin bepalen.

Maar dan ook zal men ernst maken met de belijdenis en niet langer er om heen of overheen confereeren. De ernstige wil, om tot een gezond kerkelijk leven te komen, zal dan den weg vinden, allereerst in de overeenstemming der capitate stukken. Dan zal blijken, of de „richtingen" in zulk een gemeenschappelijk belijden niet elkander vinden, maar in het gemeenschappelijk geloof saamgesmolten zijn.

De capitale stukken. Welke zijn dat ? Wij mochten wel spreken van het capitale stuk : n.l. de belijdenis aangaande de Heilige Schrift. Immers ook delibereeren over den geloofsinhoud van de artikelen der belijdenis zal geen eenstemmigheid brengen, tenzij men het eens is over den regel des geloofs en de Heilige Schrift als zoodanig en haar goddelijk gezag erkent.

Eerst dan zal men niet lang naar. de capitale stukken hebben te zoeken, want het is niet aannemelijk, dat de belijdenis in de capitale stukken des geloofs zou falen. Men kan evenmin aannemen, dat zij, die Gods Woord met een geloovig hart aannemen, in de capitale stukken niet tot eenigheid zouden komen.

Zoo zal ook de erkenning van Gods onfeilbaar Woord orde kunnen brengen in de verwarring der richtingen, orde onder de geesten, die verdeeld zijn, orde in het kerkelijk belijden en orde in de kerkelijke saamleving. God is geen God van verwarring.

Men zou ook tot de ontdekking komen, dat de reformatorische belijdenis een klaar inzicht heeft in de Heilige Schrift en genegenheid toonen om op den grondslag der confessie voort te bouwen.

Men zou zich toch aan haar eigen woord houden en haar toetsen aan de Heilige Schrift.

Maar daarom is ook het geloof in de Schrift als Gods Woord het voornaamste stuk en wie zich daaronder niet voegen kan, heeft zich zelf buiten de kerk gezet en zal zich daarvan bewust moeten worden. Alleen dit geloof zal over de richtingen beslissen en scheiding maken tusschen wat van de kerk is en wat niet van de kerk is.

Het zou daarom van groot belang zijn, indien men eens begon met zich op de belijdenis aangaande Gods Woord te bezinnen om scheiding te maken tusschen menschelijke redeneeringen en het geloof, dat ons wijst op den eenigen Meester, opdat wij niet anders begeeren dan Zijn discipelen te zijn en leeren Zijn Woord met een geloovig hart aannemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Orde en richting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1941

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's