Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Waarheid bovenal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Waarheid bovenal

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is er dus verre vandaan, dat Paulus zou geleerd hebben : gij mannen van Paulus, van Cefas, van Apollos, doe die onderscheidingen nu weg en bouw maar voort op uw wijze en naar uw inzicht.

Hij begint eerst al die voormannen — en wie zal zich met Paulus en Cefas gelijk stellen? — tot niets te maken. Zoo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij, die natmaakt. (1 Cor. 2 : 7). Zij zijn dienstknechten in het werk Gods.

Daarna wijst hij op het fundament, dat gelegd is, n.l. de Heere Jezus Christus. Hij wil zeggen : indien gij in de gemeente des Heeren iets doet, weet dan, dat gij op het fundament Jezus Christus werkt en weet wel, dat alles ten vure is gedoemd, wat geen edel metaal blijkt te zijn. Met goud, zilver en kostelijke steenen bedoelt hij de waarheid. Een iegelijiks werk zal openbaar worden en zoo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden.

Vervolgens maakt de Apostel duidelijk, dat er ook op dit fundament gebouwd wordt met wijsheid der wereld, die dwaasheid is bij God. De Heere kent de overleggingen der wijzen, dat zij ijdel zijn. Menigmaal vermaant de Apostel in zijn brieven, dat men zich niet zal overgeven aan de ijdele overleggingen der menschelijke wijsheid.

En het is buiten allen twijfel, dat de apostelen tot de bediening des Woords en der ambten mannen zouden hebben toegelaten, die van de waarheid des Evangelies en de eenvoudigheid van Christus zouden zijn afgeweken.

Paulus waarschuwt zelfs tegen, nieuwelin­gen, opdat zij niet opgeblazen worden. (1Tim. 3). De apostelen wijzen telkens weer op de onderhouding der leer en bevelen, dat daarover gewaakt wordt : En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt, en wijkt af van hen, want dezulken dienen den Heere Christus niet. (Rom. 16 : 17, 18, Titus 3 : 10. 2 Joh. : l0, 11).

Deze dingen behooren ook bij de apostolische orde. In die orde kan het dus noodig zijn, dat men wijkt inplaats van saamgaat, n.l. van degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer der apostelen.

In het licht van deze woorden is het er verre vandaan, dat waarlijk-Christelijk samengaan zal worden verkregen door eenvoudig te doen, alsof er geen onverzoenlijke tegenstellingen met het Evangelie der Schriften of de leer der apostelen waren.

Voortdurend hebben wij op zulke tegenstellingen de aandacht gevestigd als daartoe aanleiding was. Wij herinneren slechts aan het voornaamste stuk, n.l. de belijdenis aangaande de Heilige Schrift. Wij noemen dit het voornaamste stuk, omdat er van een waarlijk- Christelijk samengaan geen sprake kan zijn, als er geen eenstemmigheid is in deze belijdeinds, dat de Heilige Schrift Gods Woord is. Dit is de belijdenis der Kerk, een belijdenis, die uit het getuigenis van den Heiligen Geest is geboren. Zij staat op het fundament der Apostelen en Profeten.

Zoo wordt er reeds tweedracht en ergernis gezaaid door degenen, die deze belijdenis openlijk weerspreken. Waar zulke gedachten, ingang vinden, is de regel des geloofs van haar gezag en vastigheid beroofd. De apostolische orde wordt verstoord. Daar is geen onderscheiding van de waarheid Gods en menschelijke wijsheid.

Zoo behoeft men niet verder te gaan om te verstaan, dat een waarlijk Christelijk samengaan is uitgesloten met degenen, die dit beginsel der gehoorzaamheid missen. Hier kan gesproken worden van een waarlijk Christelijk uiteengaan. Wijk af van hen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt. (Rom. 16 : 17). De apostellen hebben ons niet anders geleerd dan dat het profetische woord zeer vast is en dat zij ons heibben overgeleverd, hetgeen zij van Christus ontvangen hebben. Daarom besluit de apostel : want dezulken dienen den Heere Christus niet. (Rom. 16 : 18).

Indien men de richtingskwestie wil opheffen, door elkander als Christenen te ontmoeten en te bejegenen, zal dat alleen een goeden en Christelijken zin hebben, zoo men gemeenschappelijk buigt voor den Christus door Zijn Woord uit den mond der Apostelen en Profeten als Zijn discipelen aan te nemen. Alleen, wanneer wij Hem de eere geven, die Hem toekomt. Hem als den eenigen Leeraar en Hoogepriester eeren, en ons tevreden stellen met aan Zijn voeten te zitten en Zijn leerlingen te willen zijn, zullen wij de eenvoudigheid van Christus vinden, die ons en der gemeente tol zaligheid is.

Het is ons niet gebleken, dat men begint met aan deze dingen de waarde en de beteekenis toe te kennen, die zij verdienen. Immers, indien het streven naar een samengaan, bestaan moet in het sluiten der oogen voor de onverzoenlijke tegenstellingen, zal dat geen ander resultaat hebben dan dat de tweedracht en ergernissen worden vermeerderd, zoolang er nog kennis der waarheid en waarachtig geloof is. En zoo niet, dan moet men wel van de gedachten uitgaan, dat alle richtingsverschil ijdel geklap is. En dat is toch zeker niet overeenkomstig de werkelijkheid. De strijd der richtingen in de kerk is veroordeeld, doch zij wijst op een innerlijk conflict, dat er niet zijtn kan, als er geen leven is, hetwelk in verzet komt tegen zijn bedreiging en aantasting.

De ergernis zit niet in het conflict, maar het conflict komt uit de ergernissen op. Wee dien, die de ergernissen veroorzaakt. Die ergernissen mogen echter in de gemeente des Heeren niet zijn. En dat is de zaak, die ons bezighoudt. Dan zegt het apostolische woord wijk van hen, want zij dienen Christus niet.

Er kunnen dus leeringen zijn in de gemeente, die ergernis wekken, omdat zij tegen de leer der Apostelen en Profeten ingaan. Het kan zelfs zoo zijn, dat zij van den kansel wordenI verkondigd, en wie zal dan steenen werpen op degenen, die daarvan wijken en zich vereenigen in een evangelisatie ?

Wij ontkennen niet, dat ook in deze gedragslijn niet altijd waarlijk Christelijk wordt gehandeld, en dat ook ergernis wordt gemomen aan dingen, die in den weg der Christelijke lijdzaamheid behoorden te worden gedragen.

Wij willen de zaken niet mooier voorstellen dan zij zijn, noch ook vergoelijken wat afkeuring verdient. Doch ieder zal moeten toegeven, dat de hoofdoorzaak ligt in de bestaande toestanden op zich zelf. En die worden niet weggenomen, zoo men de dingen niet Schriftuurlijk aanpakt. De ergernissen moeten worden gezocht, waar zij liggen. En die liggen in een vrijheid van leer, welke de kerk des Heeren niet kan gedoogen, omdat zij de tucht des Woords vergeet.

Als degenen die leidslieden en opzieners zijn over deze zaak Gods niet waken, kunnen zij niet anders verwachten dan dat degenen, die geleid behoorden te worden, zich zelf gaan leiden en een weg zoeken, die hun beter voorkomt. De schadelijke gevolgen daarvan zijn velerlei vormen van onkerkelijkheid, waardoor vervreemding-van het kerkelijk leven, onverschilligheid, gebrek aan belangstelling en afval in de hand worden gewerkt.

Dit alles wordt niet verkregen door een soort verdragmatige verbroedering der tegenstellingen.

Vele ergernissen kunnen worden weggenomen, zoo men elkander zoekt in de belijdenis. Op dien grond is een verbroedering mogelijk onder degenen, die elkander nader blijken te staan dan zij bewust zijn geweest. In dien weg zullen ook de menschen van de vrijheid aan den dag komen, die zich daaronder niet kunnen voegen. En dan kon het wel eens blijken, dat er niet alleen vrijzinnigen zijn, die zich alls zoodanig gaarne onderscheiden, maar ook onder degenen, die zich bij uitstek voor rechtzinnig houden.

Doch één ding is zeker, dat de kerk vergaderd wordt, waar de waarheid zegeviert, en dat de Geest Gods van haar niet zal wijken, als zij het Woord Gods niet slechts als een symbool in het midden der gemeente legt, maar over haar getuigenis in getrouwheid waakt, gelijk haar bevolen is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

De Waarheid bovenal

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's