Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ursinus over de sacramenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ursinus over de sacramenten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bezwaren, van Luthersche zijde tegen den Heid. Catechismus ingebracht, bleven niet onbeantwoord.

Ursinus schreef over de doop, de hemelvaart, de sacramenten, daarbij ingaande op alle ingebrachte bezwaren, welke hiermee samenhingen.

We willen bijzonder de aandacht vestigen op een en ander aangaande de sacramenten. De bestrijder van den Catechismus had namelijk ibeweerd dat deze niet goed leerde, wat de sacramenten waren.

Drieërlei gebrek zou het leerboek hier aankleven.

In de eerste twee — aldus Ursinus — wordt den Catechismus met verdraaiing onrecht aangedaan. In het derde punt berispt de tegenstander het leerboek omdat zijn eigen nieuwe en ongerijmde droom er niet in geschreven staat.

Onze Catechismus nu leert over de sacramenten het volgende :

Antw. 66. „De sacramenten zijn heilige zichtbare waarteekenen en zegelen van God ingezet, opdat Hij ons door het gebruik daarvan de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele ; namelijk dat Hij ons vanwege het eenige slachtoffer van Christus, aan het kruis volbracht, vergeving der zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt.

Hiertegen werd ingebracht, dat zoodoende het beste deel uit de sacramenten geheel buitengesloten werd, ja zelfs de kern van het sacrament, n.l. het Woord en de belofte, welk deel men niet kan zien en alleen de hulzen houdt men over. Dat zou dus geschieden als de sacramenten alleen zichtbare waarteekenen en zegelen genoemd worden.

Hiertegen wordt o.m. opgemerkt, dat oude kerkleeraren toch hetzelfde gezegd hebben, wat in de Catechismus staat, b.v. Augustinus.

Ja, God zelf noemt in Gen. 17 de besnijdenis een teeken van het eeuwig verbond tusschen Hem en den geloovigen Abraham. Paulus noemt in Rom. 4 de besnijdenis een teeken en zegel van de gerechtigheid des geloofs. Nemen nu Augustinus en God zelf de kern uit het sacrament weg om alleen de huls over te houden, door het een teeken en zegel te noemen ? Geenszins. Goed moet bedacht worden, dat Woord en belofte niet alleen niet uit de sacramenten buitengesloten worden, maar veelyuldig en vlijtig ingesloten. Ja zelfs kan er naar het Woord Gods en naar het woord van den Catechismus zonder het Woord en de belofte geen sacrament zijn.

Het Woord en de belofte worden dan ook uitdrukkelijk genoemd. Ze laten zich van het goddelijk woord van de instelling van het sacrament niet afzonderen, maar zijn er bij ingesloten. Daardoor wordt de door God bevolen plechtige handeling een sacrament voor de geloovigen, d.i. een goddelijk pand, waarleeken en getuigenis van goddelijke genade. Dat staat toch uitdrukkelijk in den Catechismus vermeld opdat Hij ons door het gebruik daarvan de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele het zichtbare sacrament en de belofte worden daardoor zoo vast met elkaar verbonden, dat zónder de belofte, de ceremoniën of het uiterlijk werk, geen sacrament kunnen blijven. Want sacrament zijn, beteekent niet anders, dan de belofte des Evangelies voor oogen stellen en onze harten als een goddelijk pand en getuigenis verzekeren en bevestigen, dat die belofte ook aan ons gehouden wordt. Dit kan door geen uiterlijk werk of ceremonie geschieden, zoo God niet Zelf de belofte van Zijn genade daaraan gehecht had. Dit wordt met kracht in de Catechismus naar voren gebracht en daarop wordt alle nut en troost, die de christen uit het gebruik van het sacrament ontvangen moet, gebouwd.

Ursinus mag dan ook met recht zeggen, dat de tegenstander verblind moet zijn door boosheid en begeerte om te verdraaien, bespottelijk te maken en te lasteren, wanneer hij zegt het Woord en de belofte bij het sacrament in den Catechismus, niet te kunnen zien.

Bovendien is het Woord niet een stuk van het sacrament, maar volgens Augustinus veel meer een oorzaak, die de uiterlijke dingen tot sacramenten maakt. Ursinus strijdt echter niet over de woorden of iemand de belofte en het beloofde een deel van het sacrament noemt of aan het sacrapient toebehoorend. Als maar deze zekere en noodzakelijke leer en meening behouden blijft, dat de zichtbare waarteekenen van de genade Gods van de belofte en beloofde gaven wel onderscheiden, maar in hun rechte gebruik niet gescheiden worden.

De tweede aangevoerde berisping is, dat de Catechismus niet stelt dat de sacramenten de daden en handelingen zelf zijn. Hiermee wordt echter niet alleen de catechismus, maar Gods Woord, de Augsburgsche confessie en de woorden van alle goede leeraren bestreden. Want deze verstaan onder sacrament niet alleen de elementen, die gebruikt worden, water, brood, wijn, maar ook het uiterlijke werk en de ceremoniën zelf, d.i. de besprenging, de nuttiging van brood en wijn. Als dus brood en wijn en water sacrament genoemd worden, dan geschiedt dit in zooverre deze zaken bij de ceremoniën gebruikt worden.

In de derde plaats wordt tegen de Catechismus aangevoerd, dat deze niet zegt, dat de sacramenten hel verbond en de verplichting zijn tusschen God en den mensch. Deze nieuwe leer van den bestrijder zelf is echter dwaling en ketterij. Uit Gods Woord hebben wij geleerd, dat de sacramenten teekenen en zegelen van het verbond zijn.

Verbond en teeken des Verbonds zijn toch niet hetzelfde. Het Verbond, dat God opgericht heeft is niet een ceremonie, maar de ceremoniën zijn getuigenis, pand en oorkonde van het verbond. Ook al noemde de Catechismus het Avondmaal met Lukas of Paulus het Nieuwe Testament of het Nieuwe Verbond, dan volgt daaruit nog niet, dal het Avondmaal het verbond zelf was, want de onzichtbare teekenen worden dikwijls sacramenteel gesproken het Verbond zelf en de onzichtbare weldaden Gods genoemd, welke ze ons beteekenen en verzegelen. (Zie C. Olevianus und Z. Ursinus von Karl Sudhoff, hldz. 160—165).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Ursinus over de sacramenten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's