Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de historie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de historie

Luthers verklaring van Paulus' Brief aan de Galaten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk IV.

Wet en Evangelie allegorisch voorgesteld; reeds in het Oude Testament waren er tweeerlei kinderen Abrahams. Vers 21—31. Vervolg vers 26.

Paulus stelt hier het Jeruzalem, dat boven is, tegenover het aardsche, niet in plaatselijk: maar in geestelijk opzicht.

Er is namelijk een groot onderscheid tusschen de aardsche en hemelsche dingen. De geestelijke zijn „boven" ; de aardsche beneden.

Zoo wordt het Jeruzalem, dat boven is, onderscheiden van het aardsche, dat beneden is. Ik zeg nog eens : dit wordt niet plaatselijk, maar geestelijk bedoeld.

't Geestelijk Jeruzalem is niet gebonden aan een bepaalde plaats, Judea bijvoorbeeld, maar breidt zich uit over de gansche aarde. Zoo kan het in Babel, in Turkije, onder de Tartaren, onder de Scythen, in Indië, in Italië, in Duitschland, op de eilanden der zee, op de bergen en in de valleien gevonden worden ; kortom : overal, waar menschen wonen, die het Evangelie kennen en in Christus gelooven. Daarom is Sara of Jeruzalem, onze moeder, die vrij is, de Kerk oftewel de bruid van Christus, uit wie wij allen geboren worden.

Deze kerk brengt haar kinderen voort zonder ophouden, zoolang de wereld zal bestaan, en zij doet dat door de bediening des Woords. Het Evangelie wordt door haar echter zoodanig geleerd, dat wij vrij worden van den vloek der Wet, van zonde, dood en allerlei ellende ; door de Wet en de werken worden wij nimmer bevrijd : alléén door Christus.

Alzoo is dus het Jeruzalem, dat boven is, te weten de Kerk, niet aan de Wet en de werken onderworpen ; doch het is vrij en een moeder, die niet komt met Wet, zonde en dood. En hoedanig de moeder, zoodanig zijn ook de kinderen, die zij ter wereld brengt.

Deze geestelijke allegorie toont dus op schoone wijze, dat de kerk niets anders doen moet, dan het Evangelie recht en zuiver verkondigen en leeren, en zulks doende, zal zij kinderen baren.

Al deze dingen geschieden door de bediening des Woords.

Derhalve is het de taak der vrije, om haar Man, namelijk God, voortdurend kinderen te schenken, te weten : kinderen, die weten, dat zij door het geloof, en niet door de Wet zijn gerechtvaardigd.

Want er is geschreven : Wees vroolijk gij onvruchtbare, die niet baart ! Breek uit en roep, gij, die geen barensnood hebt ! Want de kinderen der eenzame zijn veel meer, dan dergenen, die den man heeft. Vers 27.

Paulus haalt hier woorden van den profeet Jesaja aan, welke als beeldspraak zijn bedoeld.

Er staat geschreven, zoo wil de apostel zeggen, dat de moeder, die vele kinderen en een man heeft, haar beteekenis verliezen zal, terwijl de onvruchtbare, die niet gebaard heeft, zich toch in een talrijk kroost zal mogen verheugen.

Zoo zingt ook Hanna in haar lofzang : „De boog der sterken is gebroken ; en die struikelden zijn met sterkte omgord. Die verzadigd waren hebben zich verhuurd om brood, en die hongerig waren zijn niet meer : totdat de onvruchtbare zeven heeft gebaard, en die vele kinderen had krachteloos is geworden". (1 Samuel 2 vers 4 en 5).

Het is een wonderlijke zaak, zoo zegt Paulus, dat zij, die onvruchtbaar was, alsnog vruchtbaar werd, en dat zij, die vruchtbaar was, toch onvruchtbaar bleek te zijn.

Door middel van deze beeldspraak van den profeet Jesaja toont de apostel het onderscheid tusschen Hagar en Sara, dat wil zeggen : tusschen de synagoge en de christelijke kerk, als ook tusschen de Wet en het Evangelie.

De Wet, de man der onvruchtbare, namelijk de synagoge, heeft in den loop der eeuwen vele kinderen voortgebracht. Maar hoewel zij vruchtbaar schijnt, is dit in werkelijkheid niet zoo. Want haar kinderen zijn niet vrij, doch knechten der dienstbaarheid, evenals het kroost van Hagar.

En wijl zij knechten zijn, zullen zij ook niet deelen in de erfenis, doch uitgestooten worden.

Wie niet waarlijk gelooft, is alreeds geoordeeld !

De dienstbaren blijven besloten onder den vloek der Wet, onder de zonde, den dood, den toorn en het gericht Gods.

Wanneer dus de Wet der Tien Geboden, die de Zedenwet Gods kan worden genoemd, slechts knechten baart, en niet rechtvaardigt, doch verschrikt, aanklaagt, veroordeelt en tot vertwijfeling brengt, — hoe, zoo vraag ik u, zouden menschelijke inzettingen en wettische voorschriften van den paus u rechtvaardig kunnen maken ?

Zoo doen dus al degenen, die menschelijke inzettingen leeren, en op betrachting van de Wet aandringen, als zijnde noodzakelijk voor het verkrijgen der gerechtigheid, niets anders dan knechten baren.

Toch houdt men dergelijke leeraars voor de beste !

Zij oogsten den bijval van de gansche wereld, en zouden met een vruchtbare moeder vergeleken kunnen worden, die beschikt over kinderen zonder tal !

De menschelijke rede veronachtzaaont en veracht het geloof en de rechte Godzaligheid. Zij schept daarentegen behagen in bijgeloof en schijnheiligheid, namelijk in de gerechtigheid, die uit de werken is.

Derhalve is het werken van eigen gerechtigheid de machtigste heerscheres der aarde ! Zij vindt het meeste ingang, en wordt het hoogst gevierd !

In wezen zijn alle werkheiligen gebonden, en knechten der zonde, hoe vrij ze oogenschijnlijk ook wezen mogen !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Uit de historie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1942

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's