Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

bezwaren en gevaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

bezwaren en gevaren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij willen geenszins de bezwaren wegcijferen. Die zijn er en wij hebben daarop telkens gewezen. De weg, waarin de mannen, die de „activeering" der kerk hebben gedreven, de kerk in beweging hebben gebracht, is, naar den aard en het wezen der kerk beoordeeld, hoogst bedenkelijk.

Vooreerst behoorde die activeering bij al de belangstelling voor de verschillende levensverhoudingen, welke in de onderscheidene werkgroepen, tot uiting is gekomen, vóór alles op de kerk en het kerkelijk leven zelf gericht te zijn.

Dat is uit het oog verloren. De Zending heeft altijd de kerk in den rug en moet de kerk in den rug hebben. Op het Zendingsveld is het zoo. Daar heeft men de kerk in de verte achter den rug. En op die distantie is de kerk kerk. Doch de inheemsche Zending ziet de kerk niet op distantie, maar vlak bij met al haar gebreken. En zooals de feiten zich voordoen heeft de inheemsche Zending geen kerk in den rug, die de zwaarte van den opzet dragen kan. Men heeft de kerk voor tal van taken (dit meervoud wordt meer en meer gebruikelijk, maar blijft leelijk) gezet, welke de kerk niet aan kan. Het is dan ook . ?. ?. ?. . . Men heeft velerlei taken der kerk aangewezen, maar men heeft de werkgroepen voor die zaken gezet. Wellicht zal men zeggen, dat dit niet anders kan, en dit een noodzakelijk kwaad noemen, maar een kwaad is het. Die werkgroepen mogen in hun aanvang als studiegroepen als uit de kerk opgekomen worden beschouwd, althans door kerkelijke personen zijn bezet. Zoodra zij werken gingen, werden zij uitgebreid door op het aangewezen terrein „deskundigen" uit particulieren kring, die nu wel bij het „kerkewerk" werden betrokken en in den naam der kerk gingen werken, maar daarmede nog geenszins „kerkelijk" werkten in den organisatorischen zin van het woord.

De kerk werd wel als dragend en verantwoordelijk subject aangewezen, maar zij was het niet. Vandaar, dat die werkgroepen, allengs tot Raden uitgegroeid, een al te zware topbelasting gingen vormen op de spits van, de synodale pyramide.

Geen wonder, dat de behoefte algemeen werd die last over te dragen aan een Generale Synode met de taak een nieuwe kerkorde voor te bereiden.

Middelerwijl gaan velen voort met de kerk in beweging te zetten. Onder het motto : Zendingskerk schijnen zij zich het ideaal van een bewegende kerk voor te stellen.

Hoewel dat begrijpelijk is bij de ontdekking van de verregaande ontkerstening, waarin wij verkeeren, kan die beweging echter hoogst gevaarlijk worden voor de kerk zelf.

Het blijft onze overtuiging, dat de strijd tegen de ontkerstende wereld allereerst een bolwerk heeft te zoeken, in de kerk zelf. Wij bedoelen, dat de kerk eerst tot zich zelf moet wederkeeren, tot haar belijdenis en haar presbyteriale orde, en tot bezinning op haar wezen en roeping.

Dat wil niet zeggen, dat zij haar Zendingsroeping zoowel ten aanzien van de uitheemsche als de inheemsche Zending voorloopig maar laat varen, maar het wil wel zeggen, dat zij die, het eene doende en het andere niet nalatende, op het tweede plan moet zetten.

Wat toch is het gevaar ?

Dit, dat allerlei organen gedurende de bezetting gesticht, in een wanordelijke, niet centraal-kerkelijk geleide, aanvalsdrift op de wereld indraven en den algemeenen chaos nog grooter maken, terwijl er ten slotte geen kerk meer is om den gebroken aanval op te vangen, en wat er op eenig punt gewonnen mocht zijn, in de gemeenschap der kerk weder op te nemen. Het ontbreekt niet aan symptomen, die zulks doen vreezen.

Het is juist uit dien hoofde, dat zij, die bezorgd zijn over een en ander en het welwezen der kerk op het oog hebben, een moedig voorbeeld moeten geven en daarvoor in beweging moeten komen.

Wij hebben reeds vele malen telkens weer op allerlei gewezen. Laat de kerkeraden dan toch niet dralen om aan te pakken, wat op hun weg ligt. Laat zij den arbeid in eigen gemeente aangrijpen het ambt overeenkomstig de roeping in het werk stellen. Velen vluchten in een negatieve houding, een louter niets doen en zich onttrekken. Daarmede zijn zij niet verantwoord. De sterkste houding is altijd in de rustige en positieve vervulling van datgene, wat op onzen weg ligt. Maar dan ook doen. Men kan zich daarop niet alleen beroepen, maar de vruchten zullen het uitwijzen. Dan kan men de zaken in de hand des Heeren toevertrouwen en Zijn zegen afsmeeken. Maar dat kan men niet, als men zijn door God bevolen zaken niet dóet.

Er is ook geen sterker steun voor zijn protest tegen datgene, wat niet overeenkomt met de roeping van kerk en ambt, dan de getrouwheid in eigen arbeid. Zoo wij dan gereformeerd belijden, laten wij gereformeerd handelen en het niet zoeken in onvruchtbare negatie.

De „vooruitstrevende" richting is er zich naar het schijnt weinig van bewust, dat zij bezig is de kerk te verwoesten. Zij ziet klaarblijkelijk niet in, dat de kerkfabriek, welke men bezig is op te richten, geen kerk is. Zij zoekt de herkerstening van ons volksleven ten koste van een stelselmatige verwereldlijking van het Christendom. Dit moet op een fiasco uitloopen. Wij ontkennen niet, dat er onder de leidslieden mannen zijn, die inderdaad de kerk op het oog hebben en zich beijveren om te bevorderen, wat tot een gezonde openbaring der kerk moge medewerken. Deze zullen steeds sterker gevoelen dat hier het cardinale stuk ligt en dat nochtans menschenwerk niet vermag de kerk te bouwen, zoo de Heere niet met ons is. En dat is het, wat telkens weer uitdrijft tot gebed en de kracht te zoeken in het geloof. Maar dit alles doet ook een beroep op allen, wier oog is geopend voor de hooge geestelijke belangen, die op het spel staan. opdat wij ..akende over hetgeen anderen schijnen te veronachtzamen, daarvoor  in de bres treden en onze beste krachten inzetten.

Ter zijner tijd zal het blijken, hoezeer al dat kerkewerk in de lucht zweeft, als er geen krachtige levende kerk is, welke staande in het reformatorisch geloof van uit den grondslag harer belijdenis dat werk kan opvangen, zelf ter hand nemen en leiden — en zuiveren van dat alles, wat buiten haar roeping en be­moeienis valt. Het is goed om op bezwaren en gevaren te letten, maar dan ook met Gods hulp aan het werk, hetwelk ons op de hand is gezet.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

bezwaren en gevaren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's