Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samuël, een zoon der Wet.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samuël, een zoon der Wet.

FEUILLETON

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een verhaal uit het hedendaagsche Palestina

De andere deelnemers aan de plechtigheid — al die menschen, die onder leiding van den Thoraschrijver den tocht naar hun land hadden gemaakt, hadden zich bij dit voorval op eerbiedigen afstand gehouden, en zij waren blijven wachten. Zij hadden tegen elkander gezegd, dat het wel mogelijk was, dat het den Eenige, óf ook Elia, die nog komen zou, en die de zielen losmaakt van het lichaam, behaagde, om op dezen berg — zijn plaats van oude dagen af — de beide uitgeputte pelgrims dadelijk met de eeuwige thuiskomst te beloonen.

Toen zij echter zagen dat de hemel een zoo spoedige genade niet wilde bewijzen, en die twee weer beter werden, en zich op weg begaven, ademden zij als het ware weer op, want ook in de toekomst hadden zij nog een aanvoerder noodig, wiens innerlijke waarde door allen evenzeer Werd erkend, en die ook de moeilijke elementen, die zich bij het gezelschap bevinden, in toom wist te houden. Ook de blinde oude vrouw kon hun nog evengoed van nut zijn als op dien noodlottigen tocht door de Karpathen, toen zij, die op 't eerste gezicht een hindernis en een last scheen,  in werkelijkheid door haar voorbeeld de vermoeiden, morrenden en moedeloozen had beschaamd en aangevuurd, en zoodoende de heele onderneming had gered.

De donkere stoet slenterde den weg af. De dood bleef achter hen, en de kleine Schimmel, die den koopprijs voor den overtocht had betaald, kon dan nu eindelijk worden vergeten.

Toen zij de kolonie der Tempeliers voorbij kwamen, die zich met zachte klimming uitstrekt tot op de halve hoogte van den Karmel, en die op gemetselde terrassen tegen den berg schoone wijnstokken bezit, lieten zij hun oogen eens rondweiden. Zij wisten niet, dat de lieden, die hier woonden, hun met dit alles een zwijgend voorbeeld wilden geven en hun een christelijk bestaan vol arbeid wilden voorleven, waar zij hier aan de ingangspoort van Palestina een voortdurenden roep wilden doen uitgaan om toch vooral land te gaan ontginnen en dat nog wel in den naam van Hem, voor Wien aan den kleinen Schimmel een steen was meegegeven. Hadden zij dat geweten, dan zou de bewondering van deze Israëlieten niet van zoo vreugdevollen aard zijn geweest. Nu namen al die vurige oogenparen snel de tafereelen in zich op van datgene wat zij spoedig in ditzelfde land aan eigen bezit hoopten te zullen verkrijgen. Waar doornrijke en hooge heggen van vijgencactus de tuinen scheidden, konden zij niet binnen kijken, maar des te ijveriger en nieuwsgieriger keken zij toe, als zij langs lage steenen muren gingen. Wel was alles wat langs den weg groeide met een dikke stoflaag bedekt, maar de kracht en weelderigheid van den plantengroei verraste hen daarnaast des te meer. De Joden zagen een oord van rijken groei te midden in een mager landschap, en scherp daarvan gescheiden. Duidelijk konden zij hier onderscheiden, wat de onverzorgde natuur en wat menschelijke werkzaamheid tot stand brengt. Gezonde kinderen speelden hier, krachtige mannen en vrouwen waren aan den arbeid op de velden. Ouden van dagen zaten voor hun deuren, vervaardigden gereedschappen of kleedingstukken, of rustten wat uit, terwijl zij tegelijk op de kinderen letten. Hier en daar weerklonk gezang. Het was alsof vrede en vreugde hier in gelijke mate heerschten als welvaart.

Smidsgehamer weerklonk, zij kwamen nu een groote wagenmakerij voorbij. Niet ver daarvandaan rookte de schoorsteen van een zeepfabriek. In een stalhouderij werden paarden voor een breeden omnibus gespannen en eenige touristen stonden daarbij te wachten. Op allerlei plaatsen werd naast het landbouwbedrijf een handwerk uitgeoefend.

Op hun tocht daarstraks achter den kleinen lijkwagen hadden zij weinig om zich heen gezien. Maar nu wisten zij niet, waar zij het eerst naar moesten kijken. Pas toen zij de kolonie voorbij waren, dachten zij er weer aan dat zij toch moesten zorgen iets te eten te krijgen, en nu bereikten de kinderen met hun zacht geklaag ook weer de grooteren. Zij gingen de eerste de beste Joodsche herberg binnen. Drie ruime vertrekken vulden zij met z'n allen, en zij namen plaats aan de donker geverfde tafels en wachtten nu op het bestelde eten.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Samuël, een zoon der Wet.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's