Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Christelijke leer van God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Christelijke leer van God

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. dr. Emil Brunner, Hoogleeraar te Zurich, deed het eerste deel zijner dogmatiek verschijnen onder bovenstaanden titel. In onderscheiding van de zoo lijvige deelen dogmatiek, die van de hand van prof. Karl Barth verschenen en mogelijk nog verschijnen zullen, is dit eerste bandje van Brunner's werk zeer bescheiden. Het telt ongeveer 400 bladzijden en zal mogelijk door drie of vier bandjes worden gevolgd.

Het doet ons genoegen, dat de Uitgever, Zwingli-Verlag te Zurich, aan de Waarheidsvriend een exemplaar deed toekomen en nog meer, dat wij mogen verwachten, dat dit eerste deel althans in orthodoxen kring gunstig zal worden ontvangen.

Wij meenen dan ook goed te doen eenigszins uitvoerig bij dit werk stil te staan, met name ter wille van onze predikanten en de gemeenteleden, die daarin belang stellen, en laten onze verhandeling der dogmatiek, die een nieuw stuk moet beginnen, even liggen.

Brunner volgt de klassieke methode, door eerst de leer van God te behandelen. Volgens den titel „De Christelijke leer van God". (Die Christliche Lehre von Gott) stelt hij zich niet op een bepaald kerkelijk-confessioneel standpunt. Hij handelt niet over de Roomsche, Luthersche of Gereformeerde leer van God, maar over de Christelijke.

Hij stelt zich op het standpunt van het Christelijke geloof. Onwillekeurig denkt men hier aan Calvijn, die zijn onderwijzing der Christelijke religie schreef.

Wie dit boek ter hand neemt, komt reeds spoedig onder den indruk, dat Brunner in menig opzicht de reformatorische theologie nadert en dit in onderscheiding van wat Kart Barth als dogmatiek aandient, welke daarvan in de meest kapitale stukken grondig afwijkt.

Ook wat vorm en uitdrukking aangaat verschilt dit werk van Brunner hemelsbreed van den stijl van Barth. Het boek is geschreven in gewone begrijpelijke taal en behoudens de kennis van het Duitsch is het ook voor niet-theologen bevattelijk. Dit is blijkens het voorwoord ook de bedoeling van den schrijver en daarin is hij o.i. geslaagd. Opmerkingen, die meerdere vakkennis en geleerdheid eischen, heeft hij buiten den gewonen tekst gehouden. Intusschen zullen deze de belangstelling der vakgeleerden niet minder hebben dan de tekst.

De plaats der dogmatiek.

In het eerste hoofdstuk handelt Brunner over de plaats der dogmatiek.

Daarbij wijst hij terecht op het onderscheid van dogmatiek en wijsbegeerte.

Dogmatiek is gebonden aan het leven der Christelijke gemeente. Eerst de kerk en dan dogmatiek. Het Christelijk geloof gaat aan de dogmatiek vooraf. Dogmatiek is een functie der kerk (blz. 3).

Brunner wijst n.l. op het feit, dat de Christelijke gemeente een leerende kerk is. Haar leer is een wezenskenmerk der kerk. De leer behoort tot haar wezen. (Hand. 2 : 42).

De dogmatiek heeft zijn bestaansgrond — Brunner spreekt van mogelijkheid — in de leer der kerk. De leer der kerk is echter als zoodanig geen dogmatiek.

Slechts in het midden der geloovige gemeente kan dogmatiek ontstaan. Er is geen dogmatiek, omdat er een geloovige gemeente is, maar daar, waar een geloovige gemeente is ontstaat dogmatiek. Het is de kerk zelf, die in de dogmatiek haar leer tot object van bezinning maakt.

Het recht der dogmatiek en haar noodwendigheid (2e hoofdstuk) is daarmede o.i. reeds genoneerd. De vraag, of er een geloofswaarheid is en of de Christelijke leer aanspraak op waarheid kan maken, ligt buiten de dogmatiek (blz. 7).

De vraag naar het recht en de noodwendigheid der dogmatiek wordt in de kerk niet steeds bevestigend beantwoord. Brunner noemt verschillende bedenkingen, welke tegen de dogmatiek worden ingebracht: verlies van de onmiddellijk­heid en naïviteit des geloofs, dogmatiek is theorie, geloof is gehoorzaamheid en gemeenschap, het dogma beteekent het opdringen van een autoriteit van zakelijken aard, welke zich tusschen ons en den Heere Jezus Christus inschuift, sommigen, beluisteren in de dogmatiek een valsche richting van het denken. De kerk moet niet den dogmatischen arbeid van vroegere eeuwen voortzetten, maar zich richten op den nood van heden, de vervreemding van de meerderheid der tegenwoordige menscbheid. Niet de dogmatische begripsanalyse, welke het Evangelie minder begrijpelijk maakt, maar de ware taak van het Christelijke denken. (Pascal, Hamann, Kierkegaard).

Tegenover deze bedenkingen stelt hij den drievoudigen wortel der dogmatiek :

a. den strijd tegen de dwaalleer ;

b. het onderricht der gedoopten ;

c. de uitlegging des Bijbels.

Als typische voorbeelden noemt hij a. Zwingli's Commentaar de vera et falsa religione. (Over de ware en valsche religie).

b. Calvijns : Institutio christianae religonis (Onderwijzing der Christelijke religie).

c. Melanchtons loci theologici (Theologische geloofsstukken).

Volkomen terecht komt Brunner voor de dogmatiek op. De kerk kan niet nalaten liet echte evangelie van het valsche te onderscheiden.

Zij kan niet nalaten den Bijbellezer door systematische verklaring der „bijbelsche hoofdbegrippen" te hulp te komen. (Wij zouden liever van bijbelsche geloofsstukken spreken).

Zij kan niet nalaten de „denkende" leden der „gemeente onderricht te geven, dat boven het elementaire uitgaat en een antwoord geeft op hun vragen.

Wegens dit alles moet de kerk aan dogmatiek doen.

Brunner wijst nog een grond boven de genoemde aan.

Het Nieuwe Testament— zoo zegt hij — is geen leerboek, maar een verzameling van apostolische getuigenissen en historische berichten, die tot opwekking en versterking des geloofs opgeteekend werden. In deze geloofsgetuigenissen van Gods openbaring in Jezus Christus schuilt reeds een niet te veronachtzamen hoeveelheid van theologische bezinning — hoewel in het eene meer, in het andere minder.

Men kan daaraan een „theologie der apostelen" ontleenen, welke de grondslag van alle dogmatiek is.

De dogmatiek verwijdert zich als kerkelijk leersysteem van de onmiddellijkheid der N.-Testamentische leer, en dat is onvermijdelijk, omdat de „theologie der apostelen" geen eenheid zonder meer is, maar verschillende leertypen voorstelt, die van elkander afwijken.

De kerk heeft niet te leeren wat Mattheüs, wat Paulus of wat Johannes leeren, maar heeft het Woord Gods te verkondigen en te onderwijzen, wat in deze verschillende, van elkander afwijkende apostolische leeringen de eene goddelijke waarheid is (blz. 14 en 15).

Een eenvoudige weergave van de bijbelsche leer is niet mogelijk. Wie dat meent te kunnen doen, misleidt zich zelf. Wat de kerk ooit leert, dat leert zij op grond van een normatieve onderscheiding over wat de rechte leer is.

Dan gaat hij verder (blz. 15) en zegt, dat de rechte leer nimmer een gegevene is, maar ons voor de nooit voltooide taak stelt de rechte leer te benaderen. „Ook achter de meest oorspronkelijke gestalten der Christelijke leer, achter de leer (meervoud) van Jezus en de apostelen, staat de rechte leer als zulk eene, die altijd eerst gezocht moet worden."

De eene Christuswaarheid breekt als de stralen van het licht in de menigvuldige verscheidenheid van de leer (meervoud) der apostelen. De taak der kerk is in deze straalbrekingen altijd weer het eene licht der waarheid te zoeken.

De dogmatiek moet haar daarin dienen, (blz. 16).

Verscheidenheid van leer en de openbaringswaarheid - mensohelijke uitdrukking en de rechte bijbelsche (Nieuw-Testamentische) leer.

Ziedaar de tegenstelling reeds in het „eenvoudigste bijbelsche openbarings- en geloofsgetuigenis." De onvermijdelijke en nochtans nimmer voleindigde taak om de rechte. Christelijke leer te zoeken.

Prof. Brunner stelt hier dingen aan de orde, die onmiddellijk raken aan het vraagstuk der openbaring en van de Schriftbeschouwing. Hoogstbelangrijke vragen, die in onze dagen in het midden der theologische belangstelling staan.

Alvorens een oordeel omtrent een en ander uiteen te zetten, willen wij den schrijver nog nader hooren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

De Christelijke leer van God

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1946

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's