Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Communisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Communisme

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

V

ZEDELIJKHEID (in de communistische maatschappij).

Het hoogste goed is voor een christen het kindschap Gods of het zich verzoend weten met God door het offer van Christus, aan het kruis gebracht. Voor de communist is echter het hoogste goed de klassenloze maatschappij als heilstaat. Dit is het levensideaal, dat menig communist in staat stelt grote offers te brengen voor het bereiken van dit doel, waardoor menig christen beschaamd gemaakt wordt. Voor een christen is datgene goed, wat God wil; kwaad is, wat God verbiedt. Onze zedelijkheid is dus bepaald door God, tot wiens dienst wij geroepen zijn; Het Communisme kent echter God niet en erkent ook Zijn Wet niet. Daaruit volgt, dat het Communisme uit een heel andere beschouwing leeft. Goed en kwaad worden hier beoordeeld door wat men voor het hoogste goed houdt, dus door de heilstaat. Goed is dan ook, wat de komst van deze heilstaat bevordert; kwaad is, wat de komst hiervan in de weg staat. Hier wordt dus de beruchte moraal toegepast: „het doel heiligt de middelen".

Ook hier is Lenin weer de man, die geen blad voor de mond neemt. In zijn rede voor het congres der communistische jeugd sprak hij in 1920 als volgt: wij zeggen zeker, dat wij niet in God geloven en wij weten, dat de clerus (zogenaamd in naam van God) spreekt, evenals de bezitters om hun belangen te verdedigen. Onze moraal is afgeleid uit de eisen van de klassenstrijd van het proletariaat voor ons bestaat geen zedelijkheid die aan iets anders is ontleend dan aan de menselijke maatschappij. Zij is ondergeschikt aan de belangen van de proletarische klassenstrijd.

Dit betekent dus zonder meer een radicale breuk met Gods Wet, door Christus getekend als de wet der liefde jegens God en de naaste. Wij zagen het al eerder. In het communistische stelsel is slechts plaats voor haat tegenover de andere klasse.

Het kan ook niet einders. Waar de zedelijkheid niet verankerd ligt in de vreze Gods, moet alles ontwricht worden. Daar is het recht verkracht. Daar struikelt de waarheid op de straten. Daar kan geen veiligheid zijn, want nooit weet men of men goed of kwaad doet. Dit is uiteindelijk geheel afhankelijk van de opvatting der Partij in zeer bepaalde omstandigheden. Vandaar ook de telkens zich wijzigende opvattingen over goed en kwaad in de Sovjet-Staat.

Ook deze ellende kennen wij uit de dagen van terreur, toen niemand veilig was en de waarheid niet gezegd mocht worden, daar dit een belediging zou zijn van de Partij !

Reeds Paulus profeteerde, dat in het laatste der dagen de liefde zou verkillen. Ernstig duidelijk wordt dit openbaar in dit internationale stelsel.

GODSDIENST (in de communistische maatschappij). Volgens de materialistische levensbeschouwing is er geen zelfstandig geestelijk wezen en dus ook geen God. Dat is immers de noodzakelijke consequentie van het historisch materialisme. Godsdienst is daarom slechts een weerspiegeling van economische verhoudingen. Het christendom is daarom louter product van een kapitalistische economie en zal dus moeten verdwijnen met de ondergang van het kapitalisme. In zijn boek „Socialisme en godsdienst" zegt Lenin het volgende :

,,De godsdienst is een aspect der geestelijke verdrukking, waaronder altijd en overal de volksmassa's gedrukt gingen . . . . .  Het geloof in een hiernamaals, in een beter leven, ontstaat uit de onmacht der uitgebuite klassen in de strijd tegen de uitbuiters, met dezelfde onvermijdelijke noodzakelijkheid, waarmee bij de wilden het geloof in goden enz. ontstaat uit zijn onmacht in de strijd tegen de natuur".

Het is dus volgens Lenin noodzakelijk, dat de godsdienst bestreden wordt om meerdere reden. Ten eerste gis bovenbouw van de kapitalistische onderbouw. Ten tweede, omdat de godsdienst de komst van de communistische maatschappij tegen houdt. Reeds Marx leerde immers, dat godsdienst opium is voor het volk. De godsdienst geeft de arbeider een gevoel van vrede en geluk, dat de strijdlust verzwakt. Marx noemt godsdienst ergens „ingebeeld schijngeluk".

Ten derde is godsdienst een middel voor het kapitalisme om de arbeider uit te buiten. Dit laatste hangt natuurlijk nauw samen met het gezegde onder ten tweede.

Het is duidelijk, dat het Communisme op grond van zijn wereldbeschouwing zeker de christelijke godsdienst niet dulden kan, daar deze ook de totale mens op alle terreinen des levens voor zich opeist, of beter gezegd : daar God de mens geheel voor Zijn dienst opeist. Wie aan Gods stem wil gehoorzamen, kan zich niet onderwerpen aan enig totalitair systeem, daar hij Gode meer moet gehoorzamen dan de mensen.

Weer laten wij Lenin spreken (Socialisme et religion, in La Vie Nouvelle 1905) :

„De godsdienst wiegt hen, die hun hele leven in ellende zwoegen, in slaap door de hoop op een hemelse beloning. Hij leert hun geduld en berusting. En wat degenen betreft, die van het werk van anderen leven : de godsdienst leert hen hier op aarde liefdadigheid beoefenen en verschaft hun zo een gemakkelijke rechtvaardiging voor hun uitbuitersbestaan en verkoopt hun heel goedkoop toegangskaarten voor de eeuwige gelukzahgheid. De godsdienst is het opium voor het volk. De godsdienst is een soort geestes-jenever, waarin de slaven van het kapitaal hun menselijk wezen verzuipen en meteen hun eisen van een enigszins menswaardig bestaan . . . .  Het moderne proletariaat aanvaardt echter het socialisme (toen nog gelijk aan Marxisme! K., ), dat door de wetenschap de waan van de godsdienst bestrijdt, de arbeider organiseert in de echte strijd voor een beter aards bestaan en hem bevrijdt van het geloof in een toekomstig leven . . . .

En elders :  . . .  . Godsdienst is opium voor het volk". Deze zin van Marx is de hoeksteen van alle Marxistische opvattingen inzake godsdienst. Alle godsdiensten en moderne kerken, alle soort van godsdienstige verenigingen, worden door het Marxisme beschouwd als evenveel organen der Bourgeoisie-reactie, die dienen om de exploitatie der arbeidersklasse te verdedigen en om het proletariaat te verdoemen. Het Marxisme is materialisme. Op deze titel staat het even vijandig tegenover de godsdienst als het materialisme der Encyclopedisten . . . . .

Wij moeten de godsdienst bestrijden : dat is het abc van elk materialisme en dus van het Marxisme. Maar . . . . . het Marxisme gaat verder : men moet weten hoe te strijden tegen de godsdienst. En daartoe is nodig, dat men in materialistische zin weet uit te leggen, wat de bron van het geloof en van de godsdienst in de massa is . . . . . Men moet de strijd tegen de godsdienst vastkoppelen aan de concrete practijk van de klassenstrijd, die de sociale wortels van de godsdienst wil uitroeien". Aldus Lenin in Le Prolétaire, 1909.

„Onze propaganda bevat noodzakelijk propaganda voor het atheïsme". (Lenin).

Vandaar de actie der Godlozen-beweging in Rusland.

Lenin was echter politiek genoeg om van de strijd tegen de godsdienst geen hoofdzaak te maken. Hij was bang voor martelaren ! Daarom moet de strijd tegen de godsdienst niet gevoerd worden door de Staat, want de politieke leuze luidt immers : „godsdienst is privaat-zaak". Er moet geen band zijn tussen de Staat en godsdienstige groeperingen.

Het doel blijft echter om „de duisternis van de godsdienst te bestrijden door de pers, allerlei propaganda", enz. Hier wordt expres verschil gemaakt tussen de Staat en de Communistische Partij, want zegt Lenin : „in de Partij kunnen wij geenszins de godsdienst als privaat-zaak beschouwen". De bedoeling is dus kennelijk deze, dat men om politieke redenen officieel de godsdienst vrij laat, om deze des te feller te laten bestrijden door de Partij.

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1948

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Communisme

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1948

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's