Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

Zegevierende overwinning van de Pinkstergeest

9 minuten leestijd

Handelingen 16 vers 30b, 31, 33a. Lieve heren, wat moet ik doen opdat ik zalig worde ? En zij zeiden : Geloof de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis. En hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts en wies hen van de striemen.

Deze tekstgedeelten zijn genomen uit het boek der Handelingen, waarin we kunnen vinden de geschiedenis van de wordende Kerk. Men bedoelt dan, dat men in dit boek kan lezen, niet alleen hoe de Nieuw Testamentische gemeente op de Pinksterdag is gesticht, maar ook dat ons de evangelist Lukas verhaalt, hoe het werk G.ods daar onwederstandelijk voortgaat. Want als Christus daar de opdracht heeft gegeven: Gij zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem, maar ook in geheel Judea en Samaria, dan is daar eigenlijk opnieuw het bevel gegeven voor een geweldig offensief, de grote aanval, waartoe - discipelen van Jezus Christus elke dag geroepen worden. Ja, wij lezen vandaag in de couranten : een offensief is begonnen, maar deze aanvallen zijn maar kinderspel bij het grootste offensief, dat de wereld ooit gekend heeft, n.l. het offensief van Jezus Christus, Gods Zoon, in deze wereld.

De aanval betreft niet enkele landen, deze aanval betreft de ganse wereld, ja, betreft u en mij. En als dan op de Pinksterdag de Heilige Geest is uitgestort en de discipelen de kracht des Heiligen Geestes ontvangen hebben, die zo nodig is bij het getuigen van het Woord, dan zien we dat God de Heere door Zijn Heilige Geest zorgt, dat de Kerk zich uitbreidt, want in Handelingen 2 worden er 3000 verslagen in het hart; de aanval gaat voort, in Handelingen 9 wordt Saulus gedwongen tot overgave en in Handelingen 16 zien we, hoe de Heilige Geest verlossend doorbreekt in Europa en ook daar Zijn zegevierend werk voortzet.

Maar als er een aanval wordt ingezet, dan doet de tegenpartij zijn uiterste best om het slagen van de aanval te beletten. Want als daar eerst Lydia's hart wordt geopend voor het Evangelie als eerste bekeerlinge in Europa, en als dan daar een vrouw met een waarzeggende geest, die haar heren groot gewin toebracht, óok al voor Christus gewonnen wordt, dari denkt de satan : die geweldige doorbraak door de linie, moet ik trachten te beletten, want waar moet dat heen ? Toen nu die beide heren, in wier dienst dat meisje was met de waarzeggende geest, hun winst kwijt waren, wist de satan hen te gebruiken om Paulus en Silas in de gevangenis te krijgen. Zie zo — denkt satan — die woordvoerders zitten tenminste in de gevangenis. Die éne vrouw, die Lydia, mag dan gewonnen zijn voor de zaak van Christus, maar och, wat zal een zwakke vrouw uitrichten ! Paulus en Silas, die zitten in ieder geval achter de tralies. Ja, dat dacht Hitler voorheen óok : als die ergste woordvoerders maar vastzitten en die oudere mensen zijn uitgestorven, dan raakt dat Christendom wel uit de voeten!

Zo dacht satan ook in Handelingen 16, maar al ziet het er voor de Kerk in Handelingen 16 niet best uit, zo met het natuurlijk oog bezien, al zitten Paulus en Silas gebonden met de voeten in de stok — de overwinnende Pinkstergeest Gods zet Zijn arbeid voort. Omtrent de middernacht baden Paulus en Silas en zij zongen. Gelukkig toch, de ware Kerk heeft bidden geleerd en ze mag nog zingen, zelfs in de nacht, daar ze Hem verwacht! En ziet, die aldus, Hem verwachten, zullen niet beschaamd worden. Zoals ik buiten eens zag, dat een vogel, zittend op een dood takje, dat elk moment kon breken, toch het hoogste lied kweelde, zó zongen Paulus en Silas, ofschoon ze op een dode tak zaten, die elk ogenblik kon breken, toch het hoogste lied. Weet u, waarom die vogel, zittend op een dode tak, toch rustig kan fluiten ? Wel, als de tak breekt, heeft het dier vleugels, waarop het zich hemelwaarts heft. Zo konden Paulus en Silas met de dood voor ogen zingen, omdat hun gebeden hemelwaarts stegen naar Hem, de Koning der Kerk, die, al zitten de kerkleden ook vandaag op een dode tak, die elk ogenblik kan breken, toch blijft regeren door Zijn zegevierende Pinkstergeest. Paulus had het reeds geleerd :

„Al waar ik op wou steunen, bezweek en viel. Maar laat mij op U leunen. Met heel mijn ziel".

Een gelukkig volk toch, dat met Paulus en Silas geleerd heeft het in de nood van de Heere te verwachten en dan gemeenschappelijk in 't gebed Hem onze nood van ziel en Kerk te mogen opdragen, om het dan te ondervinden, dat boven de bezwijkende Kerk in zichzelve, staat de onbezweken trouwe Gods, die nooit de val zal gedogen. Want ziet: Hij slaat toch, schoon oneindig hoog, op hen het oog, die nederig knielen. De gebeden van Paulus en Silas worden verhoord en de overwinning van de Pinkstergeest za! doorgaan, ondanks alle tegenaanvallen van de satan. Zelfs in kerkers zal de Kerk worden uitgebreid, want:

Zijn hand. Zijn onweerstaanb're hand. Zal hem verslaan met schaamt' en schand. Want eeuwig bloeit de gloriekroon Op 't hoofd van Davids grootste Zoon.

Hoe de Kerk van Christus ook in de verlating gedreven kan worden, verlaten blijven, zal de Heere ze niet, want op uw noodgeschrei zal Ik wonderen doen en zal Ik nog toebrengen tot de gemeente, die zalig wordt.

Ziet, daar begint alles te schudden, muren worden bewogen, maar wat ook beweegt, het Verbond des vredes wankelt niet. Satan zal 't ondervinden, dat Gods uitverkiezende werk nooit door kerkermuren of welke tegenstand ook, ooit zal worden belemmerd. God komt, waar Hij komen wil en breekt fundamenten vaneen, deuren van gevangenissen, zelfs ketenen gaan los, maar ook harten worden door Zijn Heilige Geest tot overgave gedwongen. Want wat gebeurt er met de stokbewaarder ? Wel, opgeschrikt uit zijn slaap, is hij hevig ontsteld. Immers nu alles open is, zijn zeker de gevangenen gevlucht, en dat betekent voor hem de dood, ja, hij stond met zijn leven borg. Nu, dan maar 't zwaard in eigen hart gestoken.

Ja, dat is het werk van santan, satans geest, die niets liever heeft dan de dood van deze stokbewaarder, juist omdat de satan speurt, dat de Heilige Geest levenwekkend zich een weg wil banen door het hart van deze stokbewaarder. En nu wil de satan tegenover de Heilige Geest van Christus, nog een tegenaanval doen en daarom tracht hij de stokbewaarder nog op het idee te brengen, zich het leven te benemen. Immers de satan wil het niet, neen, hij gunt het nooit, dat het Rijk van Christus wordt uitgebreid. Maar juist op dat kritieke moment roept Paulus : ,,Doe uzelven geen kwaad, wij zijn allen hier". En ziet, zo slaat de Heere satans tegenaanval af. Nu is echter de stokbewaarder door het woord van Paulus, onder bestiering van de Heilige Geest zo onrustig in zijn hart, omdat hij aangegrepen is door de Heilige Geest van Christus. Immers Paulus, die gevangen zat, omdat hij geen godsdienstige verering van de Keizer wenste, maar gehoorzaamheid aan Jezus Christus, de Heere, die alle macht had, bleek toch gelijk te hebben dat die Heere Jezus Christus machtiger was dan aardse keizers der wereld. Bevend snelt nu de stokbewaarder naar Paulus, brengt hem naar buiten en dan wordt de levensvraag geboren : Wat moet ik doen, opdat ik zalig worde ?

Zie, hoe zegevierend de Heilige Geest hier Zijn triumf behaalt. Geraakt is hier de stokbewaarder. Zoals in Handelingen 2, 3000 verslagen waren in het hart, zo legt de Heilige Geest ook hier een mens terneer, verslagen in het hart. Ja, de Heilige Geest overtuigt dat zijn leven zónder Christus erbarmelijk is.

M.L. Kent gij ook iets van die overtuiging des Heiligen Geestes ? Van nature strijdt ook gij mede aan de zijde van satan's aanval, evenals eerst de stokbewaarder, maar is Christus u , ook al in de tegenaanval te sterk geworden ? Zijt gij reeds gedwongen tot algehele overgave? Kunt ge reeds zeggen met Paulus : als 't gebod gekomen is, is de zonde levendig geworden, doch ik ben gestorven (d.w.z. ik zag mijzelve als een dood man).

Gelukkig, de stokbewaarder leerde zich alzo kennen en stootte de levensklacht uit naar Jezus Christus.

Misschien vraagt ge : waarin bestaat die oprechte verbrijzeling ? Wel, in vreze, in droefheid en in afscheiden van de zonde. Christus vervult het harte met vreze en droefheid, zodat de wil om te zondigen verbroken is. De geest der dienstbaarheid deed de stokbewaarder vrezen, eer hij de Geest der aanneming ontving. Maar die vrees is het en die ware droefheid, die doet vluchten naar Christus. Ja, het geloof is hier dat genadige werk des Heiligen Geestes, waardoor een verootmoedigd zondaar uitgaat naar de Redder van zondaren. En dan zegt Paulus op die levensvraag van de stokbewaarder : geloof in de Heere Jezus Christus. D.w.z.: gij, stokbewaarder, die uzelf als een machteloze zondaar hebt leren kennen, vlucht met uw machteloze hand tot die Zaligmaker, en gij zult ondervinden dat een verbroken en verslagen geest nog nooit door Hem is veracht geweest. Laat ons tot Hem gaan, opdat Hij ons geneze en na twee dagen zal Hij ons levendig maken. En ziet, de daad des Heiligen Geestes is het wederbrengen van zulk een ziel tot Christus. Ja, die aldus de Heere aanhangt, is één Geest met Hem. Door het geloof, als de werking des Heiligen Geestes, ging deze stokbewaarder over van de dood in het leven, zodat hij het zeggen mag : Door het geloof zijn wij van de dood overgegaan in het leven. En de bewijzen, dat dat waarheid was, lezen we ook in de Schrift, want hij wies hen van de striemen. De Geest, die de stokbewaarder verbond aan Jezus Christus, was niet alleen de Geest der aanneming, maar ook de Geest der heiligmaking, zodat hij vernieuwd werd naar het evenbeeld Desgenen, die hem geschapen had. Ja, dan ontvangt zulk een bekeerde een vermaak in de wet Gods, ja, hij gaat Gode leven, n.l. een leven van liefde jegens God en zijn naaste, en daarom het leven der heiligmaking. Want  die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar. Hieraan weten wij dat wij Hem kennen, zo wij Zijn geboden bewaren. Zulk een stokbewaarder heeft grote vrede, want: zij hebben grote vrede, die Uw wet onderhouden. Noch besnijdenis, noch voorhuid is van enige kracht, noch geloof, dat niet door de liefde is werkende. Zalig, wie het met deze stokbewaarder weten mag, dat het bloed van Christus hem gereinigd heeft door de Heilige Geest van dode werken, om nu voortaan de levendige God te dienen.

Niet dus om ons eigen zelf, om onze begeerlijkheden en wil te dienen en te doen wat ons behaagt, maar om Jezus Christus te dienen heel ons leven door.

Moge gij, lezer, door de zegevierende Heilige Geest daarin betrokken worden, dan is uw leven niet tevergeefs geweest, maar dan zult gij dit weten; dat gij eenmaal Hem moogt dienen dag en nacht in Zijn tempel hierboven.

Bruchem-Kerkwijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1948

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1948

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's