GRONDSLAG EN OPBOUW

September is weer aangebroken. De maand, waarin op kerkelijk terrein in velerlei opzicht onderbroken arbeid wordt voortgezet of een nieuw begin wordt gemaakt.

September, de maand, die met het oog op dit alles ook om bezinning voor Gods aangezicht vraagt.

Is de grondslag van ons geestelijk leven en van onze geestelijke arbeid goed ? Geen dageraad toch voor hen, wier geestelijk leven en arbeid niet in overeenstemming is met het aloude Woord Gods, dat ook in 1948 niets van Zijn kracht verloren heeft.

Het geestelijke leven van vandaag zal geen andere grondslag kunnen en mogen hebben, dan ten tijde onzer Vaderen, die goed en bloed voor de gereformeerde-beginselen over hadden. Zij deden belijdenis van het geloof des harten en vertolkten dit door de drie Formulieren van Enigheid. Een kostelijke schat, ons door de Vaderen overgegeven. Kostelijk, omdat ze gegrond zijn op Gods Woord, kostelijk, omdat ze de uitdrukking zijn van levend geloof.

Schrift en Belijdenis, dat is de grondslag, die de eeuwen verduren zal, omdat de harteklop Gods en de harteklop Zijner gemeente, welke daarin beluisterd wordt, onvergankelijk is.

Schrift en Belijdenis. Wij, die zeggen en begeren te staan op deze grondslag, wij zijn ook, ieder op zijn wijze, bouwers op die grondslag. Vandaar, dat naast de grondslag ook de opbouw onze ernstige aandacht vraagt.

Het is toch mogelijk dat op een goede grondslag een verkeerde opbouw komt. Een schriftuurlijk paslood en meetsnoer kan bij de opbouw niet gemist worden. Anders gaat het scheef en buiten de maat. En een verkeerde opbouw op een goede grondslag is heel gevaarlijk, omdat dan vaak de schijn voor het wezen wordt aangezien, omdat er geen innerlijke samenhang tussen grondslag en opbouw is, omdat de opbouw geschiedt niet in de vreze des Heeren en in biddende afhankelijkheid van Hem.

Scheef en buiten de maat gaat het — als we de dingen, die Gods Koninkrijk betreffen, op wereldse manier gaan aanvatten.

Scheef en buiten de maat gaat het als we niet met heilige eerbied en ootmoed bedenken en bespreken de wondere Boodschap van Gods genade temidden van een verloren wereld. Eerbied, ootmoed, heilige schuchterheid, deze woorden mochten wel geschreven staan boven kerkportaal en kanseltrap, in catechiseer- en verenigingslokaal.

Als God Zijn paslood langs onze opbouw laat zakken en Zijn meetsnoer aanlegt, wat is er dan veel, zo niet alles, scheef en buiten de maat.

Dure roeping voor onze herders en leraars, om ook in dit alles voorbeelden der kudde te zijn. Dure roeping voor alle ambtsdragers, voor allen die leiding geven op kerkelijk terrein en voor ieder op de plaats, waar hij verkeert.

Overal waar- gesproken wordt over en onderwezen wordt in de dingen van Gods Koninkrijk, dient een sfeer te zijn van eerbied en ontzag. Zou er zonder dat ooit in een mensenhart een vrucht van waarachtig geloof zijn opgegroeid ?

Van welke kansels en katheders zal met meer zegen Gods Woord zijn uitgedragen, dan van die, waarop de Dienaar des Woords stond in de gestalte van eerbied en ontzag tot zijn Zender en in dat besef met ootmoedige afhankelijkheid de kudde des Heeren weidde en degenen, die van verre stonden, vermaande en lokte ? En welke hoorders, catechisanten en verenigingsleden zullen meer vrucht weggedragen hebben dan zij, die in zulk een ootmoedige gestalte onderwezen wensten te worden in de dingen, die hun eeuwig heil en de ere Gods betroffen?

God legt Zijn paslood en meetsnoer aan.

En op Zijn paslood staat: heiligheid.

En op Zijn meetsnoer staat eveneens : heiligheid.

De heiligheid is voor Uw Huis, o Heer' Eeuw uit, eeuw in, tot sieraad en tot eer.

Gods paslood en meetsnoer stelt ons in de schuld. Wèl ons, indien het ons uitdrijft tot Hem, aan Wie God ook Zijn paslood en meetsnoer heeft aangelegd en ziet. Zijn Persoon en Zijn arbeid voldeden aan Gods eis en eer. In en door Hem alleen zullen wij levende stenen kunnen zijn die in Gods Bouwwerk passen. In en door Hem alleen, verbonden door het waarachtig geloof, zullen wij mede-arbeiders en mede-bouwers kunnen zijn op de grondslag van Schrift en Belijdenis, zó, dat wij gaan getuigen : niet, dat ik een volmaakt bouwer ben, maar ik jaag er naar of ik het worden mocht, waartoe ik ook in Christus Jezus geplaatst ben op de enige Grondslag.

God geve ons vele van zulke bouwers. Dan zal hoe langer hoe meer, ook onder ons Hervormd Gereformeerde volk, de opbouw in de door God gewenste gestalte des harten plaats vinden. Zulk een arbeid zal niet ijdel zijn in de Heere.

September. Laat ons biddend de arbeid in Gods Koninkrijk herbeginnen. Gods Geest bekwame daartoe en de liefde van Christus zij ons allen tot stuwkracht.

Ora et labora ! Bidt en werkt! "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen