Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

DE RIJKE ARME

6 minuten leestijd

Lukas 19 : 5, 6. En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem en zei de tot hem: Zacheüs. haast u en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven. En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap.

Er is een rijke verscheidenheid van wegen en middelen, waarin Jezus de Zijnen ontmoet en zij Hem vinden. Deze verscheidenheid wijst een vindingsrijkdom aan, waardoor zowel de onderscheidene gesteldheden der mensen, die tot Jezus komen, aan de dag treedt, alsook de verrassend rijke toepassing van de genade door de Middelaar Gods en der mensen.

Het werk Gods in het algemeen en dat van de openbaring en bevestiging van Zijn genade duldt geen eenvormigheid, die doodt, maar kenmerkt zich door een wondervolle verscheidenheid, die de God des levens doet kennen in de alleen Hem-eigene werkzaamheid en werkdadigheid naar goddelijk plan en met door Godgewilde bedoeling.

Jezus, als de Zoon des Vaders, maakt de werken Gods openbaar en verbreekt daardoor al wat door en onder mensen als gewoon aanvaardbaar, loffelijk wordt geacht.

Gods wegen zijn en blijven nu eenmaal anders dan onze wegen. Deze werkzaamheid Gods richt zich op de mens persoonlijk. En deze activiteit van de levende God grijpt zo diep in het leven van een mensenkind, dat het begin niet is na te speuren. Het is ermee, als met de verborgen oorsprong van een rivier. Al wat leeft en leven zal, heeft zulk een onnaspeurbaar begin en beginsel.

Hoe komt Zacheüs er toe, om op die bepaalde dag dat Jezus door Jericho komt, alles in het werk te stellen om Jezus te zien, wie Hij was. De vragen vermenigvuldigen zich hier, maar het antwoord valt niet door ons mensen te geven. Als God werkt, wie zal het keren ?

Jezus heeft gezegd, dat een rijke bezwaarlijk in het Koninkrijk Gods zal ingaan, een kemel gaat nog eerder door het oog van een naald, en toch daar gaat de rijke Zacheüs op weg om Jezus te zien. Rijk te zijn en toch arm te zijn is 'n zaak, die de natuurlijke mens nimmer zal verstaan. Als overste der tollenaren had Zacheüs een pracht-baan : hij kon verdienen zoveel hij wilde, al moest men daarbij wel een heel ruim geweten hebben. Maar hoevelen hebben dat, en doen dat, misschien ook gij nog wel, en dat lastige geweten wordt het zwijgen opgelegd.

Totdat, totdat het niet langer gaat. Ook een tollenaar is een mens, een zondig mensen-kind. Schijnbaar is hij een man, die met zijn geld alles vermag, maar een ontwaakt geweten het zwijgen op te leggen, vermag Mammon niet.

Er is in deze arme, rijke mens wat gaande. Hij kan niet langer op zijn plaats blijven, in zijn positie zich-zelf handhaven ; het is hem te benauwd geworden ; hij moet er uit ; hij moet geholpen worden. Want hij — hoe bestaat het — de schat-rijke is dood ongelukkig. Deze man leert in de praktijk, wat Jezus eens leerde dat onmogelijk kan samen gaan n.l. God en de Mammon te dienen — en daarom zegt hij de Mammon de gehoorzaamheid op om te gaan tot Jezus, Die alleen armen rijk maakt.

Ik weet niet, waarin uw rijkdom bestaat, in goederen, gerechtigheden, vroomheden, goede werken, deugden, het doet er niet toe, waarin ; hebt gij uw rijkdom verloren en zijt gij arm geworden ?

Mensen, die nog wel wat hebben, waarop zij teren en het nog wel kunnen vinden en houden zonder en buiten Jezus, blijven thuis ; of zij gaan wel naar de kerk en lezen de Bijbel en bidden — zij zouden het niet graag laten — maar bij dit alles blijven zij rijk in hun zelfgenoegzaamheid.

Laat Zacheüs u ten voorbeeld zijn, want zonder Jezus komt gij om en gaat gij voor eeuwig verloren.

Al wat deze door God aangeraakte doet, wordt gekenmerkt door verborgenheid. Hij wil niet worden opgemerkt. Geen mens heeft er mee te maken. Hij zoekt 'n eenzaam plekje, waar niemand hem kan zien en is vervuld van één ding _ Jezus te mogen zien, 'n blik uit de verte te mogen werpen op Hem, Die voorbij gaat.

Velen laten Jezus rustig passeren : Zondags en in de week. Zij hebben geen tijd en geen lust om op Hem te letten.

Voor Zacheüs is het net andersom : alles moet wijken voor dit éne ; alles wordt in het werk gesteld om Jezus te zien voorbij gaan. Hier is niet de dodelijke en geest-dodende lijdelijkheid, die er zich met een dood-doener van afmaakt, maar de krachtige, alles-beheersende werkzaamheid om te zien en te ontvangen.

Zo is dan Zacheüs in zijn verborgen schuilplaats gekropen en hij wacht nu het grote moment af. En hij wacht niet tevergeefs. Die Jezus waarlijk zoekt, zal Hem vinden en wordt gevonden.

Niemand heeft Zacheüs opgemerkt; alleen Jezus ziet hem en spreekt hem persoonlijk aan. De genade-volle heeft het woord des heils voor de arme en ongelukkige in zichzelf. Hij ontvangt meer dan hij had durven hopen. Jezus staat stil en ziet op naar hem, Zacheüs en gebiedt hem onmiddellijk zijn schuilplaats te verlaten. Want — zo zegt Hij tot zijn verwondering — ,,Ik moet heden in uw huis blijven".

Welk een onderscheiding en dat voor zulk een verachte en gehate tollenaar. De mensen doen niet anders dan mopperen en protesteren, 't Is hun kwade geweten.

Maar Zacheüs heeft niet met mensen te maken maar met de Zoon des mensen. En nu eerst wordt de liefde en genade Gods in 't openbaar aan hem — onwaardige en dood- en doemschuldige, verheerlijkt, want Jezus zal nu — alles wordt er voor stop gezet — in zijn huis blijven.

En dan glijdt Zacheüs zo vlug als hij kan, uit de boom en hij ontvangt Jezus in zijn huis met een blijdschap, die de wereld niet kent en het goud niet geven kan.

Het is de blijdschap der genade, der schulduitdelging, der verzoening met God, der verkregen zaligheid. Deze zoon van Abraham wordt voorbereid tot de eeuwige vreugde.

Als Jezus ingang gevonden heeft in uw hart, toegang in uw huis, is er ware, heilige vreugde. Of is die blijdschap u nog altijd vreemd gebleven. Hoe komt het ? Zou het niet hierin schuilen, dat gij niet zo arm als Zacheüs geworden zijt en nog nimmer hebt verstaan dat de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren is ?

(Wageningen)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1949

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1949

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's