Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

UIT GENADE

7 minuten leestijd

Want uit genade zijt gij zalig geworden. Efeze 2 : 8.

Gods kinderen moeten er bij voortduur aan herinnerd worden, dat zij de zaligheid, waarin hun hart zich verheugen mag, alleen van de Heere verkregen hebben uit vrije genade, zonder enige verdienste hunnerzijds, opdat zij nimmer vergeten mogen, de God huns heils te danken voor Zijn barmhartigheid en gunst aan hen bewezen. Daarom heeft de apostel Paulus dit woord ook geschreven aan de gemeente van Efeze : Want uit genade zijt gij zalig geworden . . . . .

De weg, waarin een zondaar behouden wordt, is een weg van genade, van het begin tot het einde. De Heere komt allereerst tot ons met Zijn ontdekkende genade. Hij verlicht ons oog door het werk van de Heilige Geest, zodat we onszelf Ieren zien als grote zondaren, die hun ganse weg voor de Heere verdorven hebben, en die naar het rechtvaardig oordeel Gods niets anders kunnen verwachten dan de eeuwige dood. Hij leert ons een blik slaan in ons onreine hart, die vuile bron van wanbedrijven, waardoor we leren kermen : O God, wees mij arm zondaar genadig !

Maar dan komt Hij ook tot ons met Zijn vertroostende genade. Wanneer we met een verslagen geest en een verbroken hart onze toevlucht nemen tot de genadetroon Gods, leren we daar van Jezus Christus, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt, Die voor de zonde van Zijn volk heeft geleden, om in die weg verzoening voor hen teweeg te brengen. En in deze Borg en Middelaar vinden de gelovigen hun volkomen zaligheid. Die zaligheid is weliswaar hier nog slechts in beginsel aanwezig, maar ze weten, dat ze na dit leven de volkomen zaligheid bezitten zullen, welke geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, en in geens mensen hart is opgeklommen, en dat, om God daarin eeuwig te prijzen. Zalig is de mens, die hierin onderwezen is op de school des Heeren. Zalig is de mens, die de God Jakobs tot zijn hulpe heeft en die weet, dat er een zorgend God over hem waakt, zonder Wiens wil geen haar van zijn hoofd valt. Zalig is de mens, die zeggen kan : Ik weet, mijn Verlosser leeft, en die daarom een zeker uitzicht heeft op. de hemelse glorie, waarin de macht der zonde volkomen gebroken zal zijn, en waar een eeuwig zalig leven hem wacht. Maar wanneer Gods kinderen hier van getuigen, zullen ze er steeds bij vermelden : het is alles uit genade, uit vrije genade.

Uit genade! Dit woord klinkt als een roerende roepstem tot diegenen, die nog buiten het koninkrijk der hemelen staan. Er is genade bij God in de hemel, lezers. Genade voor de grootste zondaar. Komt daarom als een arm zondaar tot Zijn genadetroon en belijdt daar uw schuld voor de Heere en vraagt daar om genade. Want de heilige en rechtvaardige God schenkt om Christus' wil genade aan een ieder, die er om leert smeken. „Zo gij Zijn stem dan heden hoort. Gelooft Zijn heil en troostrijk woord. Verhardt u niet, maar laat u leiden".

Indien de zaligheid uit de werken was, zou er voor niemand onzer enige hoop op behoudenis zijn. O zeker, van nature menen we goed te zijn. Van nature zijn we rijk en verrijkt en hebben we geens dings gebrek. En we weten niet, dat we zijn arm en blind en jammerlijk en naakt. We menen met onze goede werken de hemel te kunnen verdienen, maar elke poging tot zelfverlossing, loopt onvermijdelijk op teleurstelling uit. Niet ons klimmen tot God, maar Zijn nederdalen tot ons moet er ons brengen. En zie, Hij is tot ons gekomen in de Zoon Zijner eeuwige liefde. En Christus is gekomen niet zondaren in de armen Zijner ontferming te beuren, en hen uit de diepte van geestelijke onmacht op te heffen tot de ruimte van het zalige kindschap. O, wie dit ervaren heeft, voelt zijn eigen onwaardigheid en onverdienstelijkheid steeds dieper. Hij kan het niet verstaan, dat de Heere naar hem, zo'n ellendig zondaar heeft omgezien, met voorbijgang van zoveel anderen, die in zijn oog veel beter zijn. Het wordt hem een wonder van ontferming, dat de Heere juist hem heeft opgezocht, terwijl hij toch belijden moest de grootste der zondaren te zijn, en door zijn ongerechtigheid al zijn recht op genade verbeurd en verzondigd te hebben. Hij kan slechts in sprakeloze verbazing uitroepen : Het is alles uit genade, uit vrije genade.

Uit genade. Dat is een woord, dat ons klein houdt, wanneer wij eenmaal iets gesmaakt hebben van het goede deel van 's Heeren woning en gedronken hebben van de wateren des levens. De hoogmoed des harten, die ons verhindert onze knieën te burgen voor de Heere en onze zonden te belijden, zo de Heere ons niet op de knieën dwingt, diezelfde hoogmoed steekt zijn kop weer op, ook na ontvangen genade. De hovaardij is de diepste zonde van 's mensen hart. Zij is de eerste zonde geweest in het Paradijs, toen de mens gelijk God wilde wezen, en ze zal de laatste zonde zijn, die uit het hart van een mens moet worden uitgeroeid. Zelfs een kind van God is van nature onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Hij verheft zich dikwijls boven anderen, omdat hij levend is en zij dood in zonden en misdaden, hij stelt zich somtijds boven de onverzoende zondaar om uit zijn gewaande heiligheid op hem neder te zien en te zeggen : Ga weg van mij, want ik ben heiliger dan u. O, hoe nodig is het, dat het woord van de apostel steeds in vurige letters voor ons staat: Want uit genade zijt gij zalig geworden . . . .. .

Dat woord houdt ons klein en nederig. Dat woord doet ons een afhankelijk leven leiden, een biddend leven. Heere — zo smeken we blijf met Uw genade mij toch steeds nabij ! Verlaat niet, wat Uw hand begon, o Levensbron, wil bijstand zenden. Neen, wij zijn in de grond der zaak niets beter dan de wereld. Dat de Heere naar ons heeft omgezien, dat de Heere ons onderwezen heeft in de weg der zaligheid, is louter genade. Wanneer we daarop zien, blijven we klein en belijden we ootmoedig : Het is alles uit genade, uit vrije genade.

Uit genade ! Dit woord is ook vol troost voor allen, die ten leven gegrepen zijn en die wandelaars geworden zijn op het smalle pad. Want die genade vergezelt hen op weg naar Sion, dat boven is. Die genade vergezelt hen om hen staande te houden onder de aanvechtingen des Bozen, wanneer ze struikelen en dreigen te vallen. Die genade blijft bij hen in het moeilijke leven met de vele zorgen en noden en lasten en kruisen en smarten. Genade greep hen het eerst. Genade steunt en leidt hen. Genade is steeds aan hun zijde.

Kent gij die genade in Christus Jezus, lezers ? Ze is toch zo onmisbaar in leven en in sterven. Zonder die genade komen we voor eeuwig om, maar met die genade worden we eeuwig zalig. Ze wordt u aangeboden om niet. Wanneer ge als een arm en verloren zondaar tot de Heere gevloden komt, ontvangt ge die genade zonder dat ge er iets voor behoeft te betalen. De Heere vraagt alleen maar dankbaarheid van u, een leven van dankbaarheid in Zijn dienst.

Gods kinderen zullen hun God de dank betalen. Dat zullen ze nu reeds in dit leven doen, maar dat is nog onvolkomen. Eenmaal zullen ze echter, zoals ze van genade geleefd hebben, op genade sterven, om in de eeuwigheid des Heeren Naam groot te maken door in te stemmen met het koor der qezaligden : Het is alles uit genade, uit vrije genade!

De lofzang klimt uit Sions zalen. Tot U met stil ontzag. Daar zal men U, o God, betalen. Geloften, dag bij dag. Gij hoort hen, die Uw heil verwachten, O Hoorder der gebeên ; Dies zullen allerlei geslachten. Ootmoedig tot U treên.

(Veenendaal)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1949

De Waarheidsvriend | 1 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1949

De Waarheidsvriend | 1 Pagina's