Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bevolking van Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bevolking van Nederland

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

naar kerkelijke gezindte op 31 Mei 1947

Evenals bij vorige volkstellingen, is ook bij de 12de volkstelling van 31 Mei 1947 aan alle getelde personen opgave verzocht van het kerkgenootschap of de godsdienstige gemeenschap, waartoe men op het tijdstip der telling behoorde.

Cijfers betreffende de verdeling der bevolking naar de belangrijkste kerkelijke gezindten staan thans voor alle gemeenten ter beschikking en de in deze Mededeling opgenomen provinciale en rijkscijfers zijn aan een voorlopige recapitulatie ontleend.

Tezamen met de overeenkomstige cijfers van de Volkstelling van 31 Dec. 1930 geven zij voor Nederland, de provincies en de vier grote gemeenten een beeld van de veranderingen, welke zich in de periode van bijna 17 jaar hebben voltrokken.

Omtrent de vergelijkbaarheid der voor beide tijdstippen verzamelde gegevens, kan het volgende worden opgemerkt.

De vraagstelling, hoewel niet geheel in dezelfde bewoordingen vervat, was in 1947 principieel gelijk aan die in 1930. In de toelichting is, evenals de vorige maal, de aandacht er op gevestigd dat degene, die krachtens doop, belijdenis enz., tot een kerkelijke gezindte behoort, doch beslist niet tot een kerkelijke gezindte gerekend wenst te worden, de desbetreffende vraag met ,,neen" kan beantwoorden. Nieuw was de toevoeging, dat omgekeerd, degene, die zich tot een kerkelijke gezindte rekent, hoewel hij daartoe krachtens doop, enz. niet behoort, de naam dezer gezindte kan vermelden. Het is niet aan te nemen, dat de uitkomsten der telling door deze toevoeging merkbaar zijn beïnvloed.

Nog zij vermeld, dat in de voor 1930 gegeven cijfers het aantal leden van de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband, welk kerkgenootschap inmiddels is overgegaan naar de Nederlands Hervormde Kerk, bij laatstgenoemd kerkgenootschap is gevoegd. Voorts dient rekening te worden gehouden met de scheiding in de Gereformeerde Kerken in Nederland. In dit opzicht wordt een vergelijking tussen 1930 en 1947 verkregen door de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Gereformeerde Kerken (onderhoudende art. 31 K.O.) tezamen, te stellen tegenover de in 1930 ongedeelde Gereformeerde Kerken in Nederland.

Tenslotte dient medegedeeld, dat in Staat II de Gereformeerde Kerken in Nederland, de Gereformeerde Kerken (art. 31 K. O.), de Christelijk Gereformeerde Kerk in Nederland, de Gereformeerde Gemeenten en de Oud-Gereformeerde Gemeenten zijn samengevoegd tot de groep kerkgenootschappen op gereformeerde grondslag.

Volgens Staat I behoorden op 31 Mei 1947 3,7 millioen personen, of wel 38, 5% der Nederlandse bevolking, tot de Rooms Katholieke Kerk, 3,0 millioen of 31, 0% tot de Nederlands Hervormde Kerk en verklaarden 1,6 millioen of 17.0% niet tot een kerkgenootschap te behoren.

Alle andere groepen zijn belangrijk kleiner. De Gereform. Kerken telden 674.000 personen. Tezamen met de andere bovengenoemde kerkgenootschappen op gereformeerde grondslag, haalden zij bijna het millioen, n.l. 937.000 of 9,6 % der totale bevolking. De overige in Staat I afzonderlijk vermelde kerkgenootschappen, bleven alle beneden de 100.000 leden.

Ten opzichte van 1930 valt, in absolute zin, voor vrijwel alle kerkgenootschappen een toeneming te constateren (zie laatste kolom van Staat I). Slechts de Evangelisch Lutherse Kerk vertoont een aanmerkelijke achteruitgang, evenals, naar kon worden verwacht, het aantal Israëlieten, n.l. van 112.000 tot ruim 14.000. -

Relatief genomen vormen de Rooms Katholieken thans 38, 5% der totale bevolking tegen 36,4% in 1930.

Voor de Nederlands Hervormden is. het percentage teruggelopen en bedraagt thans 31,0 tegen 34,5 bij de vorige telling.

De Gereformeerde Kerken liepen eveneens terug, n.l. van 8, 0 tot 7,0%, naar mag worden aangenomen als gevolg van de scheiding in de Gereformeerde Kerken. Dit kerkgenootschap en de Gereformeerde Kerken (art. 31 K.O.) vormen thans tezamen 7,9% der bevolking, hetgeen vrijwel overeenstemt met de 8,0% voor de Gereformeerde Kerken in 1930. Voor de andere kerkgenootschappen op gereformeerde grondslag, inzonderheid voor de Gereformeerde Gemeenten, zijn de percentages hoger dan in 1930.

De omvang van de tientallen kleinere groepen, samengevat in de rubriek ,,Overige", vertoont een merkwaardige stabiliteit : in 1930 maakten zij 1,75 %, thans 1,81% der bevolking uit.

Tenslotte dient vermeld, dat behoudens voor de Gereformeerde Gemeenten, de sterkste groei valt waar te nemen voor het aantal personen, dat opgaf niet tot een kerk­ genootschap te behoren. Hun aantal vermeerderde sinds 1930 met bijna een half millioen of 43% en deze groep vormt thans 17, 0% der totale bevolking tegen 14, 4 % bij de vorige volkstelling.

Staat II geeft een overzicht van de verspreiding der kerkelijke gezindten over de provincies en de vier grote gemeenten en er blijken in dit opzicht typische afwijkingen te bestaan.

Terwijl de Rooms Katholieken in Noord- Brabant en Limburg op 31 Mei 1947 resp. 89 en 94% der bevolking uitmaakten, blijft hun aantal in de drie Noordelijke provincies, Groningen, Friesland en Drenthe, beneden 10% en variëren de percentages in de andere provincies en in de 4 grote gemeenten tussen 21 en 38. In absolute cijfers gezien, wonen van de 3, 7 millioen Rooms Katholieken in ons land, 1, 7 millioen in Noord- Brabant en Limburg en 2 millioen in Zeeland en boven de Moerdijk.

Voor de verspreiding der andere gezindten kan men Noord Brabant en Limburg, waar zij tezamen nog geen 10% der bevolking vormen, buiten beschouwing laten. Alsdan blijkt voor de overige provincies, dat de Nederlands Hervormden steeds zo ongeveer 40% der bevolking uitmaken, uitgezonderd in Drenthe (60%) en in Noord Holland (23 %). Voor de kerkgenootschappen op gereformeerde grondslag zijn de afwijkingen groter. Deze groep is relatief het sterkst vertegenwoordigd in Friesland (24 % der bevolking), Groningen (21%) en Zeeland (20%), terwijl de laagste percentages worden aangetroffen in Gelderland (8%) en Noord Holland (7%).

Personen zonder kerkgenootschap komen het meeste voor in Noord Holland (34%) en voorts in Groningen (27%), Friesland (23% en in Zuid Holland (21%). Gelderland en Zeeland, elk met 7%, tonen in dit opzicht de laagste cijfers.

Wat de vier grote gemeenten betreft, zij nog opgemerkt, dat in Amsterdam thans 45% der bevolking niet meer tot een kerkgenootschap behoort. Voor Rotterdam en 's Gravenhage is dit cijfer belangrijk lager, n.l. resp. 31 en 27%, terwijl het voor Utrecht (18%) ongeveer gelijk is aan het rijksgemiddelde (17%).

Voor de vergelijking van 1947 met 1930 kan in de eerste plaats worden gebruik gemaakt van de verhoudingscijfers in het bovenste gedeelte der kolommen 14 t/m 18. Bij deze, op grond van de absolute cijfers, berekende toe-, resp. afneming, dient men evenwel te bedenken, dat de groei der totale bevolking tussen 1930 en 1947 in de ene provincie relatief sterker is geweest dan in de andere (zie kolom 19). Vandaar, dat in deze kolommen (onderste gedeelte) bovendien is aangegeven in hoeverre toe-, resp. afneming plaats vond van de percentages, welke de vermelde kerkgenootschappen van de totale bevolking in iedere provincie uitmaken. Daarmee is de invloed van de ongelijke bevolkingstoeneming in de afzonderlijke provincies uitgeschakeld en eerst op deze wijze kan worden vastgesteld in welke mate een bepaald kerkgenootschap in de ene provincie meer aan betekenis heeft gewonnen of verloren, dan in een andere.

Laatstbedoelde verhoudingscijfers en de percentages in de kolommen 2 t/m 13 laten zien, dat de voor het Rijk geconstateerde verschuivingen zich, althans in grote lijnen, ook in de afzonderlijke provincies hebben voorgedaan. Zo valt de vooruitgang der Rooms Katholieken en van de groep gereformeerde kerkgenootschappen, met een enkele uitzondering, in alle provincies waar te nemen. Hetzelfde geldt voor de achteruitgang der Nederlands Hervormden. Ook de toeneming van de personen zonder kerkgenootschap is een verschijnsel, dat zich overal manifesteert.

Deze verschuivingen hebben zich niet in alle provincies in dezelfde mate voorgedaan. Zo valt het op, dat de Rooms Katholieken sinds 1930 vooral in Drenthe en Groningen een grotere plaats zijn gaan innemen, terwijl dit voor de groep kerkgenootschappen op gereformeerde grondslag met name in N.­ Holland en Zeeland het geval is geweest. Het aandeel der Nederlands Hervormden is inzonderheid teruggelopen in Groningen en Noord Holland, terwijl de toeneming der onkerkelijkheid in Zuid Holland en Groningen van meer betekenis is geweest dan in de andere provincies, hierbij Noord Brabant, in verband met de betrekkelijk geringe absolute aantallen, buiten beschouwing latend.

Wat de opgenomen grote gemeenten aangaat, is nog vermeldenswaard, dat in Rotterdam, in tegenstelling tot de andere, het Rooms Katholieke bevolkingsdeel verminderde, en wel van 23 tot 21 %. De groep personen zonder kerkgenootschap vermeerderde hier van 22 tot 31%, een relatief grotere toeneming nog dan in Amsterdam, waar de onkerkelijkheid opliep van 35 tot 45 %.

Cijfers betreffende de in Staat I voor het Rijk vermelde kerkgenootschappen zijn ook per gemeente beschikbaar. Zij zullen met een aantal verhoudingscijfers per gemeente, worden samengevat in een thans in bewerking zijnde publicatie, welke in het laatste kwartaal van dit jaar zal verschijnen onder de titel „Uitkomsten 12e Volkstelling, Serie B, Deel 5, Kerkelijke Gezindten". Aan deze publicatie zullen enkele cartogrammen worden toegevoegd, welke een beeld geven van de verspreiding van de voornaamste kerkelijke gezindten over de gemeenten van Nederland. De prijs dezer publicatie, met inbegrip der cartogrammen, zal ± ƒ 6.— bedragen.

Uitvoeriger gegevens zijn opgenomen in de weldra voor elke gemeente beschikbare gelichtdrukte publicatie met de volledige uitkomsten der Volks- en beroepstelling 1947. (Eind Aug. 1949 waren deze publicaties voor 1000 van de 1016 gemeenten verschenen). Deze boekjes bevatten o.m. een tabel, waarin voor de leden van elk der tien grote kerkgenootschappen en van de overige kerkgenootschappen tezamen, alsmede van de personen zonder kerkgenootschap,  een onderscheiding naar geslacht en acht leeftijdsgroepen wordt gegeven en voorts een tabel met een overzicht van de tot een tiental kleinere kerkgenootschappen of godsdienstige gemeenschappen behorende mannen en vrouwen. Vooral eerstgenoemde tabel is van belang te achten, aangezien binnen iedere gemeente de leeftijdsverdeling van de leden der afzonderlijke kerkgenootschappen, soms vrij sterke afwijkingen vertoont, o. a. door verschillen in het kindertal.

De hierbedoelde gelichtdrukte publicaties voor de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners zijn verkrijgbaar tegen ƒ1.50 per stuk, die voor de grotere gemeenten afhankeiijk van de omvang, tegen ƒ 2.50—f 3.50 per stuk.

Bestellingen voor bovengenoemde publicaties dienen te worden gericht aan het Centraal Bureau voor de Statistiek, afdeling Algemene tellingen en bevolkingsstatistiek, Oostduinlaan 2, 's Gravenhage, tel. 116390, Intercommunaal U.U.U.

(Overgenomen van het Centraal Bureau voor de Statistiek).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1949

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

De bevolking van Nederland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1949

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's