Een vergissing!

Door ds. Koele, die als secundus-lid de vergadering der Synode heeft bijgewoond, waarin de stemming over het ontwerp-kerkorde heeft plaats gehad, zodat deze in eerste lezing werd aanvaard, werd ons gewezen op de onjuistheid van het bericht van „Zwingli", dat immers verklaarde, dat van de drie tegenstemmers, er twee vrijzinnig zouden zijn.

Ds. K. wijst er op, dat alle drie de tegenstemmen van onze kant kwamen.

Wij danken ds. K. voor zijn mededeling en zijn zeer erkentelijk voor de besliste houding dezer drie predikanten, afgevaardigden ter Synode.

Onze lezers zullen daarvan met genoegen kennis nemen.

Overigens kan deze mededeling geen aanleiding geven om wijziging te brengen in het artikel als geheel, dat wij schreven.

Ook onze opmerking, dat die éne stem niet evenredig is aan de plaats, welke de gereformeerde belijders in de Hervormde kerk innemen, behoeft geen wijziging, omdat deze drie stemmen die evenredigheid evenmin benaderen.

Het feit, dat van andere zijden geen tegenstemmen werden uitgebracht, betekent trouwens volstrekt niet, dat alle voorstemmers zonder restrictie vóór het ontwerp zijn en dat er onder de voorstemmers niet zouden zijn, die zelfs ernstige bezwaren hebben.

In het „Vrije Volk", idd. 25; Oct. 1949, schrijft ds. L. H. Ruitenberg in verband met de leertucht:

,,Hier is bepaald vermeden te zeggen, dat men de oude belijdenisgeschriften en de bijbel van A tot Z moet geloven en belijden. Daarom konden ook de vrijzinnigen tenslotte voorstemmen en stemden de ultra-orthodoxen tegen".

,,In de tweede plaats — zo gaat hij verder — ,,hadden de meeste vrijzinnigen wel bezwaar tegen het feit, dat een predikant wegens leerafwijkingen tenslotte kan worden ontheven van zijn ambt (met ruime financiële schadevergoeding overigens), maar zij zagen in het geheel der kerkorde zoveel goeds, dat zij tenslotte voorstemden".

Hoe staat het nu met de Confessionelen? Volgens de grondbepalingen der Confessionele Vereniging is deze een vereniging van leden der Hervormde Kerk, die verklaren :

1e. in te stemmen met de belijdenis van die Kerk, — geformuleerd in de 37 artikelen, de Heid. Catechismus en de vijf Hoofdstukken der Leer — zoals zij in 1618 en 1619 door de Synode van Dordrecht ook tegenover de Remonstranten is gehandhaafd ;

2e. het normatief gezag van de Heilige Schrift en het normerend gezag der Kerk in haar vergaderingen te erkennen.

In art. II. De vereniging erkent:

a. dat in een welgestelde Kerk de belijdenis van kracht is, omdat zij met de H. Schrift in overeenstemming is ; zo nochtans, dat bezwaren tegen enig leerstuk, in de belijdenis geformuleerd, langs kerkelijke weg aan de H. Schrift moeten worden getoetst.

Tot zover de grondbepalingen.

De hier bedoelde leden der Hervormde Kerk verklaren derhalve in te stemmen met de belijdenis, geformuleerd in de Drie Formulieren.

Men mag dus aannemen, dat de Confessionele Vereniging volgens haar statuut, wat de belijdenis van het goddelijk gezag der H. Schrift aangaat, op het standpunt der Confessie staat.

Maar dan is er aanleiding voor de vraag: „Kunnen haar leden, die verklaren daarmede in te stemmen, zonder bezwaar een ontwerp-kerkorde aanvaarden, welke de belijdenis der Vaderen wel noemt, maar niet als de belijdenis der Hervormde Kerk ? "

Ontgaat het aan de Confessionelen, dat men binding aan de belijdenis opzettelijk vermijden wil ?

Of zijn zij het er mede eens en geven zij daarmede ook het ,,normerend" gezag der Heilige Schrift prijs aan de opvattingen en het goeddunken der theologen ?

Wij kunnen niet aannemen, dat er in de Hervormde Kerk niet veel meer zouden zijn, die met deze gang van zaken geen vrede hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen