Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veracht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veracht

5 minuten leestijd

„Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht". Jesaja 53 vers 3.

Die de meeste achting waardig was — om Zijn afkomst: God uit God — om Zijn komst: het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond — en om Zijn toekomst: Ziet, Hij komt met de wolken

Die dan de meeste achting waardig was, Hij was veracht. Veracht was Hij — niet bij de Vader : Deze is Mijn geliefde Zoon — niet bij de heilige engelen : zij verkondigden de grote blijdschap Zijner geboorte — niet bij de zalige hemelingen : vertegenwoordigd door Mozes en Elia bespraken zij bij de verheerlijking op de berg Zijn uitgang, die Hij volbrengen zou te Jeruzalem —, maar veracht was Hij bij de mensen.

Veracht bij de Joden : zeggen wij niet wèl, dat gij een Samaritaan zijn en de duivel hebt ? — bij Judas : wat wilt gij mij geven en ik zal Hem u overleveren ? En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren penningen, de prijs van een slaaf — bij de hogepriester Kajafas : Hij heeft God gelasterd — bij de grote raad: Hij is des doods schuldig ; toen spuwden zij in Zijn aangezicht en sloegen Hem met vuisten — bij Pilatus : zijt gij dan een koning ? — bij het volk : weg met deze en laat ons Bar-Abbas los — bij de soldaten: wees gegroet, gij koning der Joden — bij de overpriesters op Golgotha : anderen heeft Hij verlost, Hij kan zichzelf niet verlossen — bij de moordenaars : ook die met Hem gekruist waren smaadden Hem.

Uit de lijdensgeschiedenissen springt echter het schrikkelijke in het oog : Hij was veracht bij de Zijnen !

Veracht ? vraagt ge. Ge geeft toe : de discipelen sliepen, terwijl hun Meester leed en streed in Gethsémané, zij vluchtten bij Zijn gevangenneming, Petrus verloochende Hem toen de dienstmaagd van de hogepriester hem lastig viel. Maar verachting hebt ge daarin aan Petrus en de discipelen mogelijk nog niet ten laste gelegd. Ge hebt daarin verklaarbare menselijke zwakheid gevonden : het had u ook alzo kunnen overkomen, maar verachting ?

Veracht was Hij — zegt de tekst — en wij hebben Hem niet geacht. Veracht — niet geacht. De zin is : Hem, die door Zijn vijanden voor niets geacht werd, 'hebben ook wij niet geteld : Hem eer en achting en liefde onthouden.

Oudtestamentisch horen wij door de profetische geest hier een Jodendom zichzelf veroordelen over de verwerping van de Messias. Daarbij zullen zij één worden met een Godsvolk uit alle natiën, dat zich boven het afkerig Jodendom niet verheft, maar evenzeer en als om strijd zich vernedert voor de Heere, om alles wat het de Knecht des Heeren, de Borg en Zaligmaker, heeft aangedaan.

Want het is niet de vraag, of wij de handelingen der discipelen verklaren en verschonen kunnen, maar wat zij zichzelf ten laste moesten leggen, omdat God het hun aanrekende. Aan het adres van Petrus werd hun de schuldbrief wel op een zeer wonderlijke en doeltreffende wijze gepresenteerd. Op hetzelfde ogenblik, waarop Jezus voor Kajafas zwoer, dat Hij was de Christus, de Zone Gods, en waarop Petrus voor de dienstmaagd zwoer, dat hij de , , mens" niet kende, toen kraaide de haan en zag de Heere Petrus aan en werd deze indachtig het woord des Heeren, hoe Hij hem gezegd had : eer de haan zal gekraaid hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. Toen heeft de discipel de waarheid van ons tekstwoord doorleefd : Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. Want we lezen, dat hij naar buiten ging en bitter weende.

Dit woord is dan ook een diep beschamend en bedroevend èn verootmoedigend woord.

De mensen deden het Jezus aan : de Joden, Kajafas, de raad, Pilatus, de soldaten, de moordenaars.

Ook de discipelen, van wie Hij het zelfs alles had voorzegd.

En wjj ? Gij en ik ?

Om te verstaan, wat dit verachten is, mor gen wij eerst vragen waarin het achten van Jezus bestaat.

Jezus achten is : niet Hem voor niets houden, maar Hem voor alles houden. Hem houden voor wat de Schriften van Hem zeggen :

de Zone Gods, Die in de wereld komen zou ;

de Middelaar van het genadeverbond, Die ons vlees heeft aangenomen;

de Rechtvaardige, Die Gods Wet voor Zijn volk volkomen heeft vervuld ;

de Borg, Die de schuld hunner volkomen heeft betaald ; zonden

de Overwinnaar, Die de werken des duivels verbroken heeft;

de bewogen Heiland, Die Zijn , , komt herwaarts tot Mij" u yoorhoudt; .

de Rechter over levenden en doden, voor Wien wij eenmaal zullen staan.

Jezus achten is : niet alleen verstandelijk dit alles erkennen, maar met uw hart Hem aannemen en van Hem gelovig gebruik maken om door Hem behouden te worden van de toekomende toorn.

Jezus verachten is dan : niet alleen in ongeloof Zijn Woord verwerpen, zoals de wereld doet, maar óok: de weg weten en niet bewandelen. Van de meeste hoorders van het evangehe staat te vrezen, dat hun beeld getekend is in de gelijkenis van het koninklijk bruiloftsmaal : , , en zij zulks niet achtende, zijn heengegaan, deze tot zijn akker, gene tot zijn koopmanschap". Van de aardse dingen, of ook van de eigenwillige godsdienst, wordt meer verwacht dan van Jezus. Dit draagt in de levenswandel de eigen vrucht : Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht.

Dit woord zal ons moeten verbrijzelen.

En hoe wonderlijk het ook schijnt, dan troost het toch ook. En zelfs bovenmate. Want Jezus zag Petrus aan. En zocht hem later op. Toen was daar het rechte middelaarswerk te doen : de verbroken Petrus te herstellen in genade en ambt beide.

Ook Jesaja 53 beschrijft de functie van het waarachtig zaligmakend geloof. Waar deze vernedering niet voorop gaat, zal nooit de vrijheid en de vrede worden genoten van Hem, Die om onze overtredingen is verwond en om onze ongerechtigheden is verbrijzeld.

Het is Petrus, die in zijn eerste zendbrief voor en met Christus' gemeente naar Jesaja 53 grijpt en Hem eert, „door Wiens striemen gij genezen zijt". Genezen ook van dit verachten.

Ameide en Tienhoven.
C. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Veracht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's