Meer dan Salomo

De Schriftgeleerden willen een teken zien, dan zullen zij gemakkelijker tot het geloof komen. Maar de Heere, die weet wat in hun hart is, noemt hen een overspelig geslacht. Ze willen een teken van Zijn wondermacht, om Hem toch een ogenblik later te verwerpen, zoals een overspeler een ogenblik in een vrouw opgaat en zich even later aan een ander verslingert!

Als er een teken gegeven zal worden, is het van Jona, de profeet.

Daar moeten deze „teken"-vragers maar eens over nadenken, hoe deze profeet geloofd werd op zijn prediking zonder tekenen, zó, dat boete en bekering volgde!

En dat waren nog maar Ninevieten, goddeloze heidenen, wier ongerechtigheden opklommen.

Maar nu kon het wel eens wezen dat deze heidenen, als zij in het oordeel tegelijk met deze mensen zullen opstaan, dit ongelovige en overspelige geslacht zullen veroordelen, want...... meer dan Jona is hier.

En dan zal daar naast de Ninevieten nog een ander staan.

De kinderen des Koninkrijks buitengeworpen, maar de vervreemden van God, uit het Oosten en het Westen gekomen, aanzittende met Ahram, Izak en Jacob in het Koninkrijk. En in dit gezelschap de Koningin van het Zuiden.

Zij heeft geen „teken" gezien, maar is op het gerucht alleen uit verre lande naar Salomo gekomen, om met eigen oren zijn wijsheid te horen en zijn grootheid te zien. Zij heeft bij Salomo geen „tekenen" gezien en is toch door het woord van Salomo zó getroffen, dat geen geest meer in haar was.

Dit onaandoenlijke volk, dat door geen oordeel opgeschrikt en door geen zegen bewogen wordt, zal eens door deze heilbegerige Vorstin veroordeeld worden, want...... meer dan Salomo is hier!

Die meer dan Salomo genoemd wordt, werd in een krib geboren, in doeken gewonden. Zijn troon is niet een elpenbenen zetel, door gouden leeuwen bewaakt, maar een hard kruis, waaraan Hij naakt uitgetogen hangt te verbloeden, een smaad voor de mensen, veracht en bespot. Engelen bedekken het aangezicht voor deze Man van Smarten en snellen niet toe Zijn dorst te lessen en Hem tegen de macht des Bozen en de vijandschap der mensen te beschermen. Zijn gevolg is uit de heggen en de stegen samengeraapt, blinden en gebrekkigen, kranken en ellendigen, uitgestotenen en verachten.

En toch is Zijn naam „meer dan Salomo", want Hij is niet gekomen om gediend te worden, maar om Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Als Salomo sterft, laat hij een arm, geplunderd volk achter, maar die meer dan Salomo heet, laat in Zijn smadelijke dood een volk achter, dat schatrijk is in Hem. Zijn sterven brengt hun schatten aan, die boven goud en zilver gaan.

Met een zeer zwaar heir, met kemelen, dragende specerijen en zeer veel gouds en kostelijk gesteente, is de Koningin van Schéba naar Jeruzalem gekomen, op grond van de geruchten, welke zij aangaande Salomo gehoord had.

Zij kwam om hem met raadselen te verzoeken. De wijsheid van magiërs en priesters hebben haar hart ledig gelaten. Zij hebben geen antwoord kunnen geven op de raadselen van dood en leven, tijd en eeuwigheid. God en mens, schuld en boete, leed en zonde, waarheid en gerechtigheid. Zij sprak tot hem al wat in haar hart was, en hij verklaarde haar al haar woorden.

Die met raadselen der ziel rondlopen: nader tot Hem met de vragen van uw geplaagde hart, waarvan gij niet kunt loskomen. Méér dan Salomo is hier. Christus is ons geworden wijsheid van God. (1 Cor. 1: 30). Zijn er nog, die rondlopen met vragen in hun ziel, voor wie de weg tot de gemeen­ schap met God, de gangen van God in het leven der mensen, de vraag betreffende de staat voor de eeuwigheid, het lijden in deze tegenwoordige tijd één groot raadsel is, waarvan zij moeten zeggen, dat het alles voor hen verborgen is en zij als een bhnde in het donker tasten?

Die zichzelf niet kunnen helpen met drogredenen, maar wie het om waarheid in het binnenste te doen is? Méér dan Salomo is hier.

Hij openbaart het raadsel der verzoening, hoe God met een verloren schepsel gemeenschap kan hebben door het plaatsbekledend Lam. Het raadsel der liefde Gods verklaart Hij aan het hart. Hij doet het alleen om Zichzelfs wil, door het bloed der verzoening, dat van betere dingen spreekt, dan het bloed van Abel.

Het raadsel van de weg ter behoudenis maakt Hij bekend: behoudenis in de weg van het recht.

Verzoek Hèm eens met uw raadselen.

Velen lopen rond met de raadselen der Schrift, praten over en verdiepen zich in het raadsel van de verborgen Raad Gods, het raadsel der uitverkiezing, het raadsel der Godsregering, Gods berouw, Gods onveranderlijkheid, maar het is hun nog nooit tot een raadsel geworden, hoe zij ooit voor God zullen kunnen bestaan. Zij hebben nog nooit gestaan voor dat grote, het eeuwige leven betreffende raadsel: wat moet ik toch doen om behouden te worden?

Het kon wel eens wezen dat de Koningin van het Zuiden in de dag des oordeels zulken zal moeten veroordelen, want die meer dan Salomo is, hebben zij als hoogste profeet en leraar verworpen.

Grote geschenken bracht de Koningin van het Zuiden tot Salomo.

Méér dan Salomo is hier. Hij wordt alleen verheerlijkt in het brengen van een verbroken hart, in het brengen van veel zonden en afdwalingen, waarvan de ziel zich heeft bekeerd.

Dan toont Hij Zijn schatten. Salomo toonde de Koningin van Scheba zijn paleis, zijn troonzaal, zijn troon. En zozeer kwam zij onder de indruk van dat alles, dat er geen geest meer in haar was.

Als de Heere de schatten van genade aan een ziel bekend maakt, de rijkdom van vertroosting in Gethsémané, de rijkdom der verzoening op Golgotha, de rijkdom des levens in de Paashof, de rijkdom van Gods troon en gemeenschap in de Pinksterzaal, smelt de ziel weg in aanbiddelijke verwondering.

Mèt de Koningin van Scheba moet getuigd worden: „Het woord is waarheid geweest, dat ik van deze grote Koning gehoord heb uit de Schriften van de kinderen Gods. Ik kon het haast niet geloven, totdat ik ook zelf tot Hem mocht komen en Hem en Zijn eeuwige schatten mocht aanschouwen. Waarlijk, de helft is mij niet aangezegd".

Jaloersheid is er dan altijd in de zaligheid van die Koning te mogen zijn. Uit Zijn schatten bediend te worden. „Welgelukzalig zijn de mannen, welgelukzalig zijn de knechten, die gedurig voor Zijn aangezicht staan".

Te mogen eten van Zijn vlees, te mogen drinken van Zijn bloed, door Zijn macht beschermd te worden, door Zijn liefde omtuind te worden, door Zijn onderwijs geleerd te worden, door Zijn tuchtiging geheiligd te worden, met Zijn vrede vervuld te worden, is dit alles voor u zeer begeerlijk geworden? Werkt dit heilige jaloersheid in uw hart?

Bedenk, dat dit alleen mogelijk is, doordat gij Hem leert nodig krijgen in de kennis van Zijn verbondsgoederen en de bediening van Zijn verdiensten.

Houd bij Hem aan. Hij is de Getrouwe. Hij arbeidt voort. Hij brengt al de Zijnen, tot de opgetogenheid, de aanbidding: „De helft is mij niet aangezegd!"

Voorthuizen.
I. SCHIPPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen