Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERSLAG VAN DE JAARVERGADERING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERSLAG VAN DE JAARVERGADERING

op Donderdag, 19 April 1951 des morgens 10.30 uur in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht.

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Voorzitter opende de goed bezette vergadering. Gezongen werd Psalm 105 : 5. Gelezen werd 1 Kon. 1 : 1—9.

Daarna ging de Voorzitter voor in gebed en sprak zijn openingswoord als volgt :

Geachte vergadering, mannenbroeders.

Laat ik mogen beginnen met u hartelijk welkom te heten op onze Bondsdag. Als wij beginnen bij 1906, tellen wij ongeveer 45 jaren, bijna een halve eeuw, van arbeid aan de Verbreiding en Verdediging van de Waarheid in de Herv. Kerk.

Hoevele dienaren werden in die jaren mede door hulp van ons Studiefonds opgeleid ! Het getal gemeenten, dat zich aan onze zijde schaarde, werd uitgebreid. In verschillende plaatsen nam het aantal predikanten toe en werd voorziening getroffen in de behoefte aan meer kerkruimte en meer diensten.

En nog zijn er gemeenten, die vragen om gereformeerde prediking, hoewel wij te weinig predikanten hebben om in onze vacatures te voorzien.

Door de ijver van onze Secretaris en de medewerking van zovele vrienden heeft de Waarheidsvriend een groter aantal lezers dan tevoren ooit werd bereikt. Eveneens door zijn toewijding werd het aantal afdelingen uitgebreid en werden de afdelingen in verschillende plaatsen versterkt.

Hoewel de noden stijgen, mogen wij met dankbaarheid vaststellen, dat de bereidheid om te geven niet verslapt, en wij vertrouwen, dat het tekort op de rekening van het Studiefonds door u ruimschoots zal worden opgeheven.

Predikanten op wier hulpvaardigheid een beroep werd gedaan — ik denk ook aan de studie-commissie —, hebben met toewijding hun taak vervuld.

De groeiende arbeid van administratie en wat er mede samenhangt, wordt met nauwgezetheid en bekwaamheid vervuld door onze Ie en 2e penningmeester.

In dit alles hebben wij redenen om dankbaar te zijn en gaarne spreken wij in deze vergadering de dank uit, bovenal aan de Heere God, en voorts aan allen, die wij zulks verschuldigd zijn.

Dankbaar ook mag het ons stemmen, dat er veel meer eensgezindheid in gemeenschap was gedurende de laatste jaren dan in het verleden wel eens hel geval was, al mag niet worden verzwegen, dat sommige predikanten de band met ons hebben verbroken. Dit valt te betreuren, omdat zij veelal werden geleid door inzichten en overwegingen, welke wij niet in overeenstemming met het streven van de Bond en niet in het belang van het kerkelijk leven achten.

Wij raken hiermede aan de situatie van het ogenblik. Reeds is men bezig de kerkorde in te voeren, welke belangrijke veranderingen in de toekomst zal brengen. Wij kunnen althans de mening niet delen, dat er niet zoveel zal veranderen, gelijk sommigen beweren, om de eenvoudige reden, dat er reeds zoveel veranderd is. Wij denken daarbij aan verschillende bezwaren, welke onzerzijds tegen de kerkorde werden ingebracht, die van zo principiële aard zijn, dat wij op deze grond de nieuwe kerkorde voor onaanvaardbaar hebben verklaard. Dit is namens de Gereformeerde Bond aan de Synode bekend gemaakt en gepubliceerd en daartegen is uit onze Bond geen bezwaar bij het Hoofdbestuur ingekomen.

En, ofschoon die bezwaren niet zijn weggenomen en zelfs in enkele belangrijke punten zijn vermeerderd, (ik denk b.v. aan de autorisatie) staat deze kerkorde te worden ingevoerd.

Wij staan alzo per 1 Mei onder een kerkorde, die door ons als onaanvaardbaar werd afgewezen.

Wat zal dat betekenen voor de positie van de Gereformeerde Bond ?

Wij willen in geen enkel opzicht vooruitlopen door een conclusie te trekken uit sommige uitingen van de zijde der voorstanders, die ingegeven schijnen te zijn door de gedachte : conformeren of heengaan.

Het is volstrekt niet onze bedoeling om hete hoofden en koude harten te maken.

Wat wij wensen is kalme bezinning en het is uit dien hoofde, dat het Hoofdbestuur tot geen wilde consequenties heeft geadviseerd, als werd gevraagd, hoe te handelen bij de verkiezingen voor plaatsen in de kerkelijke organen.

Juist daarom heeft het Hoofdbestuur maatregelen getroffen om de aan de orde zijnde vragen onder het oog te zien.

Het ligt voor de hand, dat ik niet in bijzonderheden kan treden. Dit zijn interne aangelegenheden, die alleen in een besloten ledenvergadering thuis horen.

Thans moge ik volstaan met de mededeling, dat ik ziende op de ontwikkeling der dingen geen redenen kan vinden om aan te nemen, dat de positie van de gereformeerden onder de nieuwe kerkorde een veelbelovende -kan zijn. Integendeel, er is alle reden tot pessimisme. Ik kan het niet anders zien, of het karakter van de Hervormde Kerk is grondig veranderd, en dat zal, als de heersende geest blijft zegevieren, steeds duidelijker openbaar worden. Men behoeft slechts te denken aan de tegemoetkomende houding jegens de vrijzinnigheid en de machtspositie door het samengaan van confessionelen en vrijzinnigen.

Er blijft slechts één ding over : geloof. Niet lichtvaardig zullen wij daarvan spreken, doch de Heere is machtig. Zijn goedertierenheid zij over ons en geve getrouwheid om staande te blijven temidden der tegenheden, opdat van Hem onze verwachting zij.

Ik heb gezegd.

Vervolgens kreeg ds. Bout gelegenheid om zijn aangekondigde referaat te houden over de zin van belijdenis en belijden.

De Voorzitter dankte ds. Bout voor zijn heldere referaat.

Van de gelegenheid om de referent vragen te stellen werd gebruik gemaakt door de heer Zwaan van Dordrecht, ds. Severijn van Hoogeveen, de heer Knetsch van Leiden, de heer Smit van Zwijndrecht, de heer van Vliet van Alblasserdam, ds. Enkelaar uit Hasselt, ds. van Dorp van Zeist, de heer de Graaf van Genemuiden, ds. Vroegindewey van Papendrecht, en de heer van Knobbelsdorf van Soest, mevr. Ingenhoes van Amsterdam en de heer Jongeneel van Kockengen.

Een gedeelte van de gestelde vragen werd beantwoord voor de pauze. Na de pauze werd de beantwoording door ds. Bout voortgezet. Er ontspon zich een aangename, levendige

discussie. Met algemene stemmen werd besloten om het volgende telegram te zenden aan H.M. de Koningin :

De Geref. Bond tot verdediging en verbreiding van de Waarheid in de Ned. Herv. Kerk, in jaarvergadering te Utrecht bijeen, betuigt Uwe Majesteit zijn onwankelbare trouw en bidt de zegen des Almachtigen af voor Uw troon en voor Uw huis.

Van één tot twee uur werd gepauzeerd.

Om twee uur werd de vergadering door de Voorzitter heropend. Samen zong men Ps. 25 : 8.

Na beëindiging van de discussie ging men over tot de huishoudelijke vergadering. Allereerst werd de stemming aan de orde van behandeling gesteld. Het afdelingsbestuur Utrecht heeft de stemming geleid en ontving daarvoor aan het einde der vergadering de dank van de Voorzitter.

De uitslag was als volgt :

L. F. Duymaer van Twist 250 stemmen.
Ds. J. J. Timmer 254 stemmen.
J. L. Verbeek Wolthuys 164 stemmen.
Ds. G. Boer 140 stemmen.
Ds. W. L. Tukker 125 stemmen.
Mr J. Floor 16 stemmen.
Ds. J. van der Velde 19 stemmen.
A. Hooreman 106 stemmen.
Voorts nog een aantal verspreide stemmen.

Herkozen werden de heren L. F. Duymaer van Twist, J. L. Verbeek Wolthuys en ds. J. J. Timmer, die hun benoeming of herbenoeming gaarne aannamen.

In de vacature Remme werd ds. G. Boer gekozen, die zijn benoeming aanvaardde en door de Voorzitter naar de bestuurstafel werd genodigd.

De Secretaris kreeg gelegenheid om zijn jaarverslag te houden. Hij sprak als volgt :

Zeer geachte leden van onze Geref. Bond !

Op mij als Secretaris rust de aangename taak om een verslag te geven over de werkzaamheden van het Hoofdbestuur in het afgelopen verenigingsjaar.

In het Hoofdbestuur kwamen enige veranderingen. Ik herinner u aan het plotseling overlijden van ds. Remme, die zovele jaren lid van het Hoofdbestuur geweest is. Zijn plaats is nog steeds ledig. Wel werd op de vorige jaarvergadering ds. de Lange van Nunspeet in zijn plaats gekozen, maar deze deelde ons mede, dat hij wegens zijn drukke werkzaamheden de benoeming onmogelijk aan kon nemen. We hopen, dat op deze jaarvergadering de open plaats van ds. Remme zal worden bezet.

Voorts bleven alle leden van het Hoofdbestuur van de jongste tot de oudste door de Heere gespaard in het land der levenden. Wel kwam er verandering in de verdeling van de functies. Ds. Goslinga, die zo lang penningmeester is geweest, achtte de tijd gekomen om dat penningmeesterschap in de hand van een jongere kracht te leggen. Sedert het begin van het jaar 1950 heeft ds. Vermaas zich op uitnemende wijze in dit penningmeesterschap ingewerkt. Ds.. Goslinga is hiermede weer gewoon bestuurslid geworden.

Op enkele vergaderingen' van het najaar 1950 ontbrak onze Voorzitter aan de bestuurstafel. Een ernstige longontsteking had hem aangegrepen. Vrees vervulde ons hart, dat het einde van zijn leven spoedig nabij zou wezen. Het ergste kon worden gevreesd. Boven bidden en denken heeft de Heere hem nog weer opgericht. Op 17 November kon hij door Gods goedheid de vergadering van het Hoofdbestuur weer leiden. Daarna heeft de Heere hem opnieuw weer frisse kracht gegeven om de arbeid in Zijn Koninkrijk op te nemen ; niet het minst ook in onze Geref. Bond. Dat de Heere hem gespaard heeft, stemt ons tot grote dankbaarheid.

Door het Hoofdbestuur werd velerlei werk verricht. Ik begin met de vermelding van de arbeid van de Penningmeester, die de gelden van de Bond heeft te beheren en de uitbetalingen doet aan onze studenten. Het beheer der gelden van de Geref. Bond vereist veel zorg en nauwgezetheid.

Ook het secretariaat bleek geen sinecure. Honderden brieven zijn in het afgelopen jaar door de Secretaris ontvangen en beantwoord.

Behalve de jaarvergadering, die op 27 April op deze zelfde plaats te Utrecht werd gehouden, werd er nog dertien keer vergaderd. De agenda's van deze vergaderingen waren meestal overbelast. Op velerlei belangen en zaken werd onze aandacht gericht.

Ik denk aan onze bijzondere leerstoel, aan de universiteit te Utrecht, die na prof. dr. H. Visscher niet meer bezet is geweest. De voortdurende vacature van de bijzondere leerstoel zou aan de regering aanleiding hebben kunnen geven tot opheffing van deze leerstoel. Daarom hebben we stappen gedaan om te verkrijgen, dat onze Voorzitter prof. dr. Severijn tot bijzonder hoogleraar benoemd Wordt. De benoeming kan binnenkort worden tegemoet gezien. In verband daarmede wijzen we er op, dat het noodzakelijk is, het leerstoelfonds in stand te houden om uit de rente daarvan in de lasten van het fonds te kunnen voorzien.

Ook de Waarheidsvriend stond in het teken van onze belangstelling. Verscheidene predikanten en leden zonden zeer gewaardeerde artikelen toe. Nog nimmer was het aantal lezers zo groot als thans. Nog steeds beweegt zich het cijfer der lezers in stijgende lijn. Reeds zagen we in 1950, dat het in 1951 Wel moest komen tot een jaarlijkse verhoging van de abonnementsprijs van één gulden. Algemeen wordt gevoeld, dat die verhoging noodzakelijk was.

We zijn grote dank verschuldigd aan de predikanten, die de studiecommissie voor de nieuwe kerkorde hebben gevormd en aan haar voorzitter ds. J. Vermaas.

Vele malen werd vergaderd. Ordinantie na ordinantie werd behandeld. Onze wensen en voorstellen werden telkens aan de Synode bekend gemaakt. Al onze bezwaren zijn tenslotte in een gemeenschappelijk rapport samengevat. De Generale Synode is aan geen enkel hoofdbezwaar tegemoet gekomen. Dat heeft ons zeer gesmart. IJdel is echter dit werk niet. Dat rapport van de studiecommissie van de Geref. Bond blijft een protest tegen de huidige gang van zaken in onze kerk. Eén naam wil ik in het bijzonder noemen. En dat is de naam van ds. Bouw van Ridderkerk, die secretaris van deze commissie was. Wat had hij een grote taak op zich genomen ! We zijn hem dankbaar voor de wijze, waarop hij deze taak heeft volbracht.

Er werden nieuwe afdelingen van de Geref. Bond opgericht te Stolwijk, Eindhoven, Dordrecht, Zaandam en pas nog weer in Wassenaar. Ook thans worden, nog besprekingen gehouden om in sommige' gemeenten te komen tot de oprichting van een nieuwe afdeling.

Uit vele delen van ons vaderland werd het Hoofdbestuur van onze Geref. Bond om advies gevraagd inzake kerkelijke moeilijkheden. We hielden op onze vergaderingen in Utrecht samensprekingen met predikanten en vooraanstaande personen uit die kerkelijke gemeenten.

Als leden van de Geref. Bond meenden te moeten bedanken ds. van Ginkel te Utrecht, ds. Beens te Hillegersberg, ds. Bieshaar, destijds te Ederveen, ds. Ambrosius te Soest en ds. Brinkman te Asperen. Tegen dit verlies van vijf predikant-leden staat een aanwinst van ongeveer twaalf predikant-leden.

De studenten van wege onze Bond baarden vele financiële zorgen. Het aantal van hen, die een beurs ontvingen was immers geklommen tot pl.m. 30. En nu is het wel waar, dat er nooit zoveel bij elkaar gebracht is als vorig jaar, maar daar staat tegenover, dat het leven ook nog nooit zo duur geweest is als thans. We kunnen met het maken van zulke grote tekorten in de toekomst niet voortgaan. Het verheugt ons, dat de Paascollecten zo goed zijn. Ook verblijdt het ons, dat er maar weinige gemeenten meer in gebreke blijven om voor het Studiefonds te collecteren.

Er mag niet één gemeente achterblijven. En de collecten moeten omhoog !

Het is daarom, dat ik met een nieuwe actie ben begonnen, n.l. met het winnen van contribuanten voor het Studiefonds. Ongeveer 4000 circulaires werden verzonden, inhoudende het verzoek om zelf contribuant te worden voor ƒ 1.— per jaar en ook te trachten anderen contribuant te doen worden.

Het is pas dé eerste week na de verzending. Reeds kwamen een honderdtal antwoorden binnen. Ik verwacht een stroom van brieven naar het secretariaat te Nieuwerkerk aan de IJssel. Mag ik de wens uitspreken, dat alle aanwezigen op deze jaarvergadering ook hun krachten willen geven, opdat deze actie voor het Studiefonds slagen moge.

Van menig student vernam ik, dat er van het kopen van boeken geen sprake meer kan zijn. Alleen de hoognodige studieboeken voor het examen kunnen worden aangekocht. Het is daarom, dat ik met de inzameling van boeken voor onze studenten ben begonnen. En het resultaat gaat alle verwachtingen te boven. Aan een twintigtal studenten kon een grote doos met boeken worden uitgereikt. Mag ik ook voor dit werk op uw hulp rekenen ? Wie heeft er nog een boek te missen voor onze studenten ?

In Oudshoorn en Stolwijk hebben besprekingen plaats gehad tussen de afdelingsbesturen en de kerkeraden in tegenwoordigheid van Voorzitter of Secretaris van de Geref. Bond.

In Stolwijk zijn de pogingen gezegend. Het huis des gebeds staat iedere Zondagavond open voor allen, die onder de prediking van een predikant van de Geref. Bond willen opgaan.

Er zijn ook nog pogingen in het werk gesteld om contact te zoeken met de Confessionele Vereniging teneinde tezamen te reageren op de nieuwe kerkorde. Al die pogingen liepen uit op niets, wat ons na de behandeling van de kerkorde op Woudschoten niet meer verwonderde. Op de Generale Synode te Woudschoten hebben de confessionelen de tegenstemmers van de Geref. Bond alleen laten staan.

Vervult de invoering van de nieuwe kerkorde ons met smart, omdat deze practisch toch hier op neerkomt, dat er ondanks de gemeenschap met de belijdenis der vaderen een compromis blijkt te zijn tussen orthodox en vrijzinnig, toch blijft het een historisch moment in de geschiedenis van onze kerk, toen de leden der Synode, die tot de Geref. Bond. behoren op een enkele uitzondering na neen hebben gezegd.

Het is waar, dat we bij de totstandkoming van de nieuwe kerkorde weinig hebben kunnen bereiken ; daar staat echter tegenover, dat de invloed van het gereformeerd beginsel aan de winnende hand is. Van alle kanten vraagt men ons om candidaten van de Geref. Bond. O laat ons de kansen aangrijpen, die door God ons gegeven worden en laat ons in biddend opzien tot God doen, wat onze hand vindt om te doen.

Verblijdend is het, dat de actie van een groep gereformeerde mannen in Arnhem bekroond geworden is met het beroepen van ds. Hiensch, die het beroep haar Arnhem aangenomen heeft en daar midderwijl zijn arbeid is begonnen.

Op het terrein van de uitzending van de dienst des Woords door onze predikanten door middel van de radio zijn we geen stap verder gekomen. De Generale Synode, die zegt te willen handelen in overeenstemmingmet de belijdenis, wil zich absoluut niet distancieren van die kerken, die een geluid laten horen, wat juist tegen de belijdenis ingaat. Wij kunnen als gereformeerde groep geen vrede hebben met Ikor.

De afdeling Gouda leed een gevoelig verlies door het overlijden van de heer van den Berghe, die ook zulk een werkzaam aandeel heeft gehad in het werk van de restauratie der verwoeste kerken.

Met het Hoofdbestuur van de Bond voor Inwendige Zending op gereformeerde grondslag had het Hoofdbestuur een vriendelijke samenspreking over enkele posten, waar de belangen van onze Bond en die van de Bond voor Inwendige Zending elkander kruisten. Er werd een oplossing voor gevonden.

Ds. Kijftenbelt werd bereid gevonden om wekelijks over zijn pastorale herinneringen te schrijven, waarvoor velen hem dankbaar zijn.

Tenslotte deel ik u mede, dat de heer Verbeek Wolthuys bereid was om als tweede penningmeester de contributies van de leden te innen.

De uitvoering van de nieuwe kerkorde stelt de Gereformeerde Bond telkens voor nieuwe problemen.

Geve God de Heere ons genade om pal te staan voor het Gereformeerd beginsel in het midden van onze kerk.

Onze schuld is geklommen tot aan de hemel. Moge de Heere uit souvereine genade zich ontfermen over onze diepgezonken kerk.

Alleen Hij, de God van de hemel, kan ons het grote werk doen gelukken, om onze kerk terug te roepen tot de Wet en tot de Getui­genis.
Timmer.

De heer Knetsch en ds. Anker stelden de secretaris enige vragen, die door deze werden beantwoord.

Nu volgde het verslag van de Penning­meester ds. Vermaas.

Verslag Penningmeester.

We willen uit ons verslag, gedaan op de jaarvergadering ook iets meedelen in ons blad.

Het totaal van de inkomsten van de Waarheidsvriend bedroeg in 1950 ƒ 17.576.06 en de uitgaven ƒ 19.918.22. Hier sluiten we met een tekort van ƒ 2.342.16.

Gezien het tekort over 1949 zijn we een goede duizend gulden vooruit gewerkt.

Door het steeds groeiend aantal abonnees hopen we dat tekort, zonder onvoorziene verhoging van uitgaven, weg te kunnen werken.

Aan contributies kwam in ƒ 1.400.15, Aan giften ƒ 3.810.08. Aan busjes ƒ 278.96. De collecten brachten op ƒ 22.524.34. Samen is dat ƒ 28.013.53. De inkomsten uit deze posten zijn pl.m. ƒ 4500.— hoger dan in 1949. Dat is dus verblijdend.

De verdere inkomsten, inbegrepen een legaat van ƒ 1000.—, bedroegen ƒ 6.678.57, terwijl aan huren binnenkwam ƒ 1706.—. Van studietoelagen werd teruggestort een bedrag van ƒ 2.548.75.

De uitgaven waren niet gering. Behalve vergaderkosten, algemene onkosten en exploitatie van vaste goederen enz. werd aan studietoelagen uitgekeerd een bedrag van ƒ 32.935.—. Neem vooral dit bedrag goed in u op en u zult zien, dat de gewone inkomsten uit collecten en giften zullen moeten worden verhoogd.

Het nadelig saldo over het boekjaar 1950 bedroeg ƒ 2.983.75. In 1949 was dat ƒ 4.102.84. We mogen dus niet ontevreden zijn. We danken de kerkeraden, gemeenten, en de vele verspreide meelevenden, die samen ons van de geldmiddelen hebben voorzien, die ook nodig zijn om ons werk voort te zetten.

God de Heere geve Zijn zegen over onze arbeid en leide met Zijn Geest en Woord de studenten, die straks als Herder en Leraar in onze gemeenten hopen te arbeiden.

Ds. Harkema en de heer Hooreman hebben de rekening en de bescheiden van de penningmeester nagezien en in orde bevonden.

De commissie tot nazien van de rekening bracht verslag uit en adviseerde de penningmeester te dechargeren. Alzo besloten.

De rondvraag :

Ds. Anker van Heusden betreurt het, dat door de secretaris in de Waarheidsvriend wd eens gesproken wordt over rechtsen en linksen in de Bond, waarop door de secretaris wordt geantwoord, dat er inderdaad enige predikanten zijn, die zich van de Geref. Bond distancieren. We hebben hier niet slechts te doen met een verandering in zienswijze inzake de liturgie, maar ook verandering inzake de belijdenis, zodat de secretaris helaas het geschrevene niet kan terug nemen.

Aan besprekingen naar aanleiding van de rondvraag werd verder deelgenomen door ds. van Dorp, de heer van Diggelen, de heer Huizer en de heer Leonard.

Ds. Bonsema zou wensen, dat het Hoofdbestuur zelf een bundeltje gezangen zou uitzoeken, die in de gemeente zouden kunnen worden gezongen. Hierop wordt door de Voorzitter geantwoord, dat de zaak van de liturgie niet individueel, ook niet door de Geref. Bond, maar alleen kerkelijk kan worden behandeld.

Om kwart voor vijf werd de vergadering gesloten, waarna ds. Bout voorging in dank­gebed.
Timmer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

VERSLAG VAN DE JAARVERGADERING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's