Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERWERPING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERWERPING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen eeuwig besluit der verwerping in de Schrift, zo vernamen wij. (Vgl. dr. W. a.w. blz. 45).

•Wanneer men dat zo op zichzelf stelt, kan men gemakkelijk op instemming rekenen. Immers vergeefs zoekt iemand in de Heilige Schrift een mededeling over een eeuwig besluit der verwerping op en voor zich zelf.

Dat leert trouwens ook het artikel der Dordtse Leerregels, waartegen dr. W. zijn gravamen uitspreekt, niet. Hij zelf leert, dat de verwerping altijd de keerzijde is der verkiezing (blz. 45). God verkiest de een en gaat de ander voorbij.

Strikt genomen gaat het dan eigenlijk om het besluit der verkiezing. En zulk een besluit kan men bezwaarlijk ontkennen, zo waarlijk wij van doen hebben met een levende God, die alle dingen werkt naar de Raad van Zijn wil (Ef. 1 : 11), waarop ook art. I, 6 van de Dordtse Leerregels wijst. Achter de verkiezende daad Gods schuilt het besluit, het goddelijk voornemen.

Mogelijk zal iemand opmerken dat wij het een niet van het ander mogen losmaken. Daad en besluit liggen in elkander. Wij komen daarop nog nader terug om ons thans bij die ene zaak te bepalen, dat het strikt genomen over èèn besluit gaat n.l. het besluit der verkiezing, waarin als van zelf het voorbij gaan van de niet-uitverkorenen is gelegen. Dat is nu eenmaal eigen aan wiiverkiezen en daarom gaat het. Met het besluit is de keerzijde gegeven.

Wat zegt art. 6, dat in het geding is, nu anders ?

Hij vermurwt genadiglijk de harten der uitverkorenen en buigt die om te geloven, maar de anderen laat Hij in hun boosheid, gaat Hij voorbij. Vgl. ook art. 16 van de Ned. Geloofsbelijdenis : „Hij laat de anderen in hun val en verderf".

Beide artikelen gaan inderdaad uit van het besluit der verkiezing.

Ook het vervolg van art. 6 ligt in dezelfde lijn.

Het wijst er op, dat de verkiezende Gods een onderscheiding der mensen ons ontsluit. daad voor

Daarna spreekt het artikel van het „besluit van verkiezing en verwerping", zijnde èèn en hetzelfde besluit.

Van een op zichzelf staand eeuwig besluit van verwerping is ook hier geen sprake. Het artikel gewaagt van een verwerping, welke is gelegen in het feit der verkiezing, omdat verkiezing is uitverkiezing. God verkiest de Zijnen uit de mensheid. Hij verkiest Israël uit de volkeren en gaat de anderen voorbij.

In dit licht beschouwd, kan men veilig opmerken, dat de Heilige Schrift geen eeuwig besluit der verwerping kent, maar men zal bezwaarlijk ontkennen, dat de Schrift geen eeuwig besluit der verkiezing leert, tengevolge waarvan een onderscheiding door de wereld gaat. Er zijn uitverkorenen Gods en niet-uitverkorenen.

Als de betreffende artikelen der belijdenis van verwerping spreken, vindt dat zijn oorzaak in het feit, dat wij in een wereld leven, waarin de zonde binnenkwam en doorging tot allen.

Niet-verkoren zijn, is op zich zelf genomen een niet-verkoren zijn tot de bestemming der verkiezing. De liefde Gods, welke zich in de uitverkiezing openbaart, is geen goddelijke gril, maar in de uitverkiezing Gods ligt een bestemming van het welbehagen Gods.

Uitverkiezing en bestemming der verkiezing liggen verbonden in de wil Gods aangaande het voorwerp Zijner verkiezing, zoals aan de uitverkiezing van Israël een bijzondere plaats en bestemming van Israël beantwoordt onder de volkeren der a^arde in Zijn heilsopenbaring.

Paulus is een uitverkoren vat om Zijn Naam te verkondigen onder de heidenen.

Wij wezen er op, dat aan de uitverkiezing van de gemeente van Christus ook zulk een bijzondere bestemming gepaard gaat, welke de Schrift ons voorstelt als de Bruid des Lams.

Het niet-verkoren zijn " tot deze verheven bestemming is van uit het besluit der verkiè' zing gezien nog geen verwerping, maar een niet delen in dit voorrecht.

In zoverre is de keerzijde der verkiezing nog geen verwerping, maar voorbijgang.

Verwerping is een daad van de toorn Gods over de zonde, het is een oordeel Gods, een vloek over de ongerechtigheid.

De zonde bracht de ganse mensheid onder de vloek, maakte ze allen tot verworpenen vanwege het oordeel Gods. Uit deze werkelijkheid spreekt de belijdenis en over deze werkelijkheid laat het Evangelie de luister van Gods genade opgaan van uit de verkiezing.'

Het Evangelie komt uit het welbehagen der verkiezing op. Dezelfde liefde, waarin de uitverkiezende daad Gods haar grond vindt, is ook de bron der barmhartigheid, welke in het Evangelie der genade aan het woord is. Het is dezelfde liefde, welke zich daarin uitstrekt naar het voorwerp harer verkiezing, hoewel . het met zonde bedekt is.

Van meet af is met de uitverkiezing de aanneming tot kinderen verbonden. Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen. (Ef. 1 : 5. En het is de heerlijkheid van het Evangelie, dat Gods genade een weg heeft geopend in de Christus, in welke Hij zovelen Hem aangenomen hebben, macht heeft gegeven kinderen Gods te worden.

Zo liggen verkiezing en aanneming tot kinderen Gods in elkander, ook in het Evangelie der verlossing, verbonden.

De voorbijgang der verkiezing is ook de voorbijgang des Evangelies, zijnde de keerzijde der verkiezing.

Maar, zoals gezegd : Verwerping is een daad van de toorn Gods over onze ongerechtigheid. In zoverre heeft de verwerping met de uitverkiezing zelfs niet te maken. Verworpen is de mens, die zondigt, omdat God hem veroordeelt.

Dat de Heilige Schrift van dit oordeel Gods herhaaldelijk getuigt, zal wel niemand ontkennen. En dat dit oordeel over de zonde verwerping betekent van de overtreder zal ook niemand tegenspreken.

Inderdaad verwerping vindt zijn aanleiding in ongeloof en ongehoorzaamheid. Dat is juist. En de verkiezing vindt haar grond in de liefde Gods.

Dr. W. schijnt hierbij te willen blijven staan. „Wanneer wij verkiezing en verwerping zien als daden Gods in de historie, vallen vele moeilijkheden weg", meent hij (blz. 47).

Hij sluit daarbij klaarblijkelijk het oog voor de moeilijkheden, welke zulk een zienswijze oproept — en voor de duidelijke uitspraken van de Heilige Schrift, waaraan o.m. ook artikel 6 Dordtse Leerregels herinnert.

Dr. W. zet zich met name tegen de leer van een eeuwig besluit in de zin van : voorafgaan­ de aan de schepping en dus aan de historie (vgl. blz. 47).

Dan moet hij echter aan een Hoofdstuk als het eerste der Efeziërs, om andere plaatsen maar niet te noemen, geweld aandoen.

Doch, hoezeer het juist is, dat verwerping aanleiding vindt in ongehoorzaamheid en ongeloof, doordat de zonde in de wereld is ingekomen, en allen onder het oordeel Gods bracht, werd de voorbijgang der verkiezing door de zonde tot verwerping, zodat deze toch weer tegenover de verkiezing komt te staan.

Maar zelfs ook afgezien daarvan kan men een besluit, althans voornemen, Gods tot verwerping, dal aan de zonde voorafgaat, niet ontkennen, zo men recht wil doen aan de H. Schrift.

Immers het eerste woord Gods tot de mens, die Hij schiep, welke goed en rein uit Zijn handen voortkwam, geeft daarvan getuigenis. „Ten dage, dat gij van deze boom eet, zult gij de dood sterven".

Dat oordeel stond vast, voordat de mens nog zelfs gelegenheid had om te zondigen.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

VERWERPING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 1951

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's