Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEKROOND

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEKROOND

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar wij zien Jezus, met heerlijkheid en eer gekroond. Hebreen 2 vers 9a

Hemelvaartsdag is de kroningsdag van de Koning der kerk en op die dag mogen de onderdanen het uitjubelen : „Wij zien Hem gekroond". Van die kroning spreekt Zijn heenvaren naar de hemel. Van de Olijfberg is Hij nagestaard door de verbaasde discipelen en zij zagen, dat Hij uitermate werd verhoogd.

Maar aan dat opvaren is voorafgegaan een nederdalen uit de hemel; aan dat ^•^Mengaan van de aarde was voorafgegaan J'^zn komen op de aarde. Hèt is Dezelfde,

Die opgevaren is om verheerlijkt te worden en Die is nedergedaald om vernederd te worden tot in de diepste versmaadheid en angst der hel.

Uit de hemel is de Zone Gods gekomen om hier in dienstknechtsgestalte te lijden en te strijden. En dat

- is een geweldige strijd geweest, maar in -**sdie-worsteling.^is-de Heere^Jezus niet be--« zweken. Op wonderlijke wijze heeft Hij de zege bevochten, want aan het kruis heeft Hij getriumfeerd. Toen alles verloren scheen, was ijuist alles gewonnen. Dat bleek op Paasmorgen, dat werd bevestigd bij Zijn hemelvaart, toen Hij Zijn zegetocht aanving naar het hemelse Jeruzalem. Hemelvaart is het kroningsfeest van de Overwinnaar in de strijd tegen machtige vijanden.

Daarom kan gezegd worden: , , Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond". Met Zijn hemelvaart is Hij verhoogd aan de rechterhand des Vaders. Daar is Hij verheerlijkt en geëerd, omdat Hij de vijand heeft overwonnen en aan het recht Gods heeft voldaan.

Als Overwinnaar zien we Hem dan ook, zegt de apostel in deze woorden. En al is het dan, dat hier veel tegenspoed, strjjd en aanvechting wordt ontmoet, dan is er toch geen reden tot wanhopen, want wij zien Jezus als Overwinnaar en in Hem de zekerheid van alle overwinning.

Dat zien evenwel, is het zien des geloofs. En van nature hebben we slechts oog voor wat op 'aarde groot is en schittert. Ons oog wordt getrokken naar de eer van de wereld. Het aanzien, dat daarin verkregen wordt, bekoort ons oog. Maar voor de heerlijkheid, waarmede Jezus gekroond is, hebben v/e echter geen oog en hart.

Om daarvan iets te zien, moeten we eerst eigen eer en heerhjkheid verliezen. Moeten we eerst, met al wat van de wereld en van ons is, te schande worden. Als wij terneergeworpen liggen, dan krijgen we een Borg nodig, die overwinnaar van Satan, zonde en wereld is en daarom met eer en heerlijkheid gekroond : Wat is dan Gods genade rijk, als met een verlicht oog des Geestes gezien mag worden op dat Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt, maar in dat Lam ontdekken de Heere der heerlijkheid. Dan kan er worden ingestemd met: „Wij zien". Welk een' blijdschap, als zo ons geloofsoog mag zien, blijdschap over de glorie van de grote Overwinnaar, want dan mag het geloof'soor het horen : In Mij zult ook gij meer dan overwinnaar zijn.

Is dat zien geen bemoediging, juist als SKij iE^et: i£igen^ feO-est? Had: , .hebben„t.e .do.e^^^^^ gekregen, telkens weer. De zondelast kan drukken, banden knellen, strikken benauwen. En 'alle pogingen om ons te ontworstelen, falen. Het is dan of het een steeds dieper wegzinken wordt. Nooit zullen we door onszelf de overwinning behalen. Maar dan te ervaren, dat Hij de Machtige is, de Held, die machtelozen sterkt.

Telkens wanneer zielen worden gered en daarmede Satan's rijk wordt verstoord, wordt Hij gezien met heerlijkheid en eer gekroond. Dat is zo rijk vertroostend voor Gods kerk. Ze weten het: de zonde steekt steeds de kop op, de wereld zoekt opnieuw te bekoren. Ongestoord en rusteloos zijn de aanvechtingen des Satans. Hoe kan er gevreesd worden. Maar als. door de werking des Geestes weer mag gezien worden op de verheerlijkte Christus, dan wordt het gehoord : Vrees niet. Ik heb de sleutels van hel en van graf. Ja, dan breekt door de tranen de lach des geloofs door.

Hier op aarde blijft het een strijd voor Gods kerk. Aan deze zijde van het graf komt niemand die te boven. Maar eens zal het een eeuwig triumfereh zijn, dat is de zekerheid, die er ligt in Jezus' hemelvaart. Want de bekroning van Zijn overwinning draagt Hij als Borg voor heel Zijn kerk. Daarom eindigt eens de strijd en zal de kerk delen in Zijn volle heerlijkheid.

Christus is gekroond als overwinnaar en die kroon draagt Hij als teken Zijner koninklijke waardigheid. Hemelvaart is het kroningsfeest van Koning Jezus. Welk een verschil, Jezus met de doornenkroon en Jezus, bekroond met heerlijkheid en eer. Door Pilatus werd het gezegd : Zie de mens. Dat was er geworden van hem, die eens wasi het pronkstuk der schepping. Een spotbeeld. Maar ook op de Hemelvaartsdag klinkt het: „Zie de mens". Maar zie hem nu in zijn van God geschonken eer. Er is verschil tussen Jezus voor Pilatus en Jezus voor Gods troon. En toch kon ook die doornenkroon niet worden gemist. Als spotkoning moest de Middelaar op aarde verworpen, en door Gods recht vernietigd worden, om als Koning der ere in de hemel te kunnen

worden opgenomen. Nu kan nooit iemand de heerlijkheid en eer van Koning Jezus aanschouwen, die Hem niet heeft gezien met de doornenkroon. Als Degene dan, van wien gezegd wordt: Hij heeft mijn zonden op zich genomen. Op Hem was

de straf, die mij de vrede aanbrengt. In ^ gehoorzaamheid h«eft Christus dej: eerkroon verworven.

Hij draagt de kroon. Hij is Koning. Hij heeft alle macht, omdat die Hem gegeven is. En die macht gebruikt Hij in het belang van Zijn Middelaarswerk ten nutte van Zijn volk. Hij regeert, dat blijkt niet alleen uit de toeleiding, maar ook uit de bewaring van Zijn kerk. Hij regeert en zal Zijn almacht tonen. Hoe vaak heeft Hij die al niet getoond in 't leven van Gods kind? De overgave geschiedde door Zijn macht en daarin was ook de bewaring besloten. Wat" moet de kerk na bange en moeitevolle tijden, die almacht van Sion's Koning niet prijzen. Geen hoop en uitzicht zou er wezen, als niet telkens in 't geloof moest opgeblikt worden naar de Koning in Zijn heerlijkheid. Wat kan het donker zijn, wanneer het geloofsoog is verduisterd, dan is er alleen maar oog voor de brute macht van Satan en zijn trawanten.

Maar die van de heerlijkheid en eer van Koning Jezus in waarheid iets hebben gezien, zullen niet omkomen, want Hij is de Koning, die hun strijd heeft gestreden, 't Is dan ook een voorrecht, Jezus als Koning te kennen, zich aan Hem toe te vertrouwen.

Hoe komt het nu, dat er zich zo weinig onder Zijn heerschappij scharen, hoe komt het dat Zijn onderdanen aan Zijn scepter herhaaldelijk voorbijgaan? Wel omdat Hij Koning is over een arm en ellendig volk. En dat nu wordt niet begeerd door het vlees: Nodig is het daarom steeds eigen kleinheid te leren kennen, om Zijn heerlijkheid te kunnen zien: Zijn regering komt dan ook daarin uit, dat Hij voortgaat onze kleinheid, armoede en nietig-

heid te openbaren, opdat Zijn eer verhe­

ven wordt. Die Koning, met eer en heerlijkheid bekleed, heeft recht op eerbied. Die wordt Hem efvenwel zo vaak onthouden. Wie moet zich daarvan niet beschuldigen? Ook na ontvangen genade is er zoveel ongehoorzaamheid, zoveel opstand, zoveel verlangen om zelf te regeren. Maar dan brengt deze Koning ze er weer onder en verstaan ze het, dat Hij het zo waard is geprezen te worden. Dat daarom maar telkens het ernstig bidden gevonden wordt om ogen te hebben voor de heerlijkheid en eer van Koning Jezus, dan zal er hemelvaartsblijdschap worden gekend.

Maar als de apostel Jezus zo ziet met het oog des geloofs, dan ziet hij Hem ook als de Hogepriester, die op hemelvaartsdag het hemels heiligdom is ingegaan. Daar bracht Hij zijn eigen bloed, daar toont Hij zijn doorboorde handen. Als de Hogepriester draagt Hij daar de Zijnen met al hun noden, zorgen, strijd en zoniden op Zijn hogepriesterlijk hart. Daar is Hij om voor hen te bidden. Welk een gedachte, 'als we daarbij bepaald worden. Altijd biddende voor een van zichzelf biddeloos en behoefteloos volk. Als het van óns bidden komen moest, was het hopeloos. Ons bidden is bevlekt met zonden. Het is dikwijls zo vormeloos, ongevoelig, traag, hoogmoedig, verstrooid en vol ongeloof. Als er dan niet was de voorbede van de Hogepriester, die eisen kan op grond van Zijn verdienste ! Zo mag Hij gezien worden, als we Hem op hemelvaartsdag aanschouwen met eer en heerlijkheid gekroond. Maar zo is Hij ook de zegenende Hogepriester, die vloekwaardigen zegent. Er zijn uit de hemel al wat zegeningen nedergedaald. Elke zegen is van boven, komend uit de met de kruistekens voorziene, zegenende handen. Wij hebben niets dan de vloek verdiend en nu mag er steeds zegen/ ontvangen worden. Wij zien Hem met heerlijkheid en eer gekroond.

Als Hogepriester is Hij ingegaan in het binnenst heiligdom, om ook eenmaal tot Zich te nemen allen, die door Zijn zoenoffer volmaakt zijn. De hemelpoort is geopend en van daaruit wordt het gehoord: Ik zal u tot Mij nemen. Daarom het zien van Jezus, bekroond met heerlijkheid, doet het weten : Eenmaal zullen wij daar bij Hem zijn, want nu is het voorhangsel gescheurd en is er een vrije toegang tot het heiligdom.

Nu komt het er op aan, dat we de apostel kunnen nazeggen : Wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond. Wij moeten met het oog der ziel letten op de Man van smarten, die is de Heere der heerlijkheid. Daarvoor is nodig, dat de Heere al het onze tot ijdelheid maakt, om in die weg het oog te openen voor de waarde van hemelvaart. En wie is er dan niet, die zeggen moet dat daaraan zoveel ontbreekt ? Juist omdat ons oog en ons hart uitgaat naar de ijdele dingen. Moge dat u tot bittere smart zijp, opdat het door de tranen over uzelf heen, worden kan : Ik zie Jezus met eer en heerlijkheid gekroond. Want als daar wat van gekend wordt, zal het eens!'zijn een zien met lichtende, lachende ogen, wanneer ongestoord gedeeld wordt in Zijn heerlijkheid en eer. Dan zal het hemelvaartsfeest zijn, dat nimmer eindigt. ...

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1952

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

GEKROOND

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1952

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's