Beloften Gods
III.
Nu zijn er een drietal vragen, welke we ons kunnen stellen. Zeer belangrijke vragen, n.l. voor wie zijn de beloften Gods, hoe worden ze verkregen en hoe worden ze vervuld?
Voor wie zijn de beloften Gods?
Op deze vraag kan zeer uitvoerig geantwoord worden, mogelijk een dik boek over worden geschreven. We willen ons echter bepalen tot het korte, maar zoveel zeggende antwoord, dat we ergens op deze vraag lazen, n.l. dit, dat Gods beloften bestemd zijn voor diegenen die gevoelig overtuigd zijn van hun behoefte en die de noodzakelijkheid van Gods belofte levendig beseffen.
Tot dezulken klinkt het: „O, alle gij dorstigen, komt tot de wateren en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk. Waarom weegt gijheden geld uit voor hetgeen geen brood is en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtelijk naar Mij en eet het goede en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen. Neigt uw oor en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken en u geven de gewisse weldadigheden Davids".
En die andere belofte : ,,Komt herwaarts tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven".
Gods beloften zijn als koorden die neergelaten worden tot zielen die in de ruisende kuil in modderig slijk verzinken zouden.
Wanneer we Gods Woord in onze hand nemen, dan hebben we een Boek in onze hand dat als het ware boordevol met beloften staat. En in het centrum van al die beloften staat de belofte des Evangelies, die de onverdiende vergeving der zonde belooft. Deze belofte des Evangelies is algemeen. Zo waarachtig als Ik leef, zweert de Heere, indien Ik lust heb in de dood des zondaars. Maar daarin heeft de God der beloften lust, dat de zondaar zich bekere en leve.
Bij ieder Doopvont wordt deze belofte van Godswege door het Sacrament bevestigd. In de beloften hgt trouwens de kracht der Sacramenten. ,,God belooft", zo zegt Calvijn, „door de Doop vergeving der zonden en Hij zal zonder twijfel de beloofde vergeving aan allen die geloven, verschaffen".
Niemand kan dus zeggen dat de belofte des Evangelies niet tot hem uitgaat. Maar al is dit zo, daarom wil dit niet zeggen dat de beloofde zaak nu ook aan ieder ten deel valt en door ieder zonder meer kan worden toegeëigend.
De rechte toeëigening zal toch alleen door het gelovig omhelzen der beloften tot stand kunnen komen.
Hiermede zijn we genaderd tot onze tweede vraag, n.l. hoe de beloften Gods verkregen worden. Eigenlijk hebben we er bij de beantwoording van de eerste vraag reeds iets van gezegd. In de weg van behoefte immers of om het met andere woorden te zeggen : in de weg der ontdekking.
In de weg der ontdekking toch werpen in de nacht van zielenood de beloften Gods als hoopgevende flonkerende sterren hun lichtschijnsel tot voor de vensteren der ziel. De beloften des Evangelies gaan oplichten, nadat de beloften der Wet alle hoop hebben doen verloren gaan. De vervulling van de beloften der Wet is immers onbereikbaar. Want in het paradijs is door de val van Adam de weg die naar de vervulling kon leiden, voor immer toegesloten. Onbekwaam tot enig goed, geneigd tot alle kwaad. Daarom hebben de beloften der Wet geen troostvolle glans meer overgehouden. Ze beloven het leven in Gods gemeenschap, maar de vervulling der Wet is bij ons niet.
En dit is nu de aanbiddelijke genade Gods, dat Hij naast de beloften der Wet de beloften des Evangelies geschonken heeft. Deze beloften konden geschonken worden omdat er Eén geweest is, die volkomen de weg van Gods Heilige Wet bewandeld heeft. Niet voor Zichzelf, maar voor al degenen die door het Woord des Evangelies in Hem geloven zouden. Hij heeft voor hen de gemeenschap met God verworven en door de toepassende werking des Heiligen Geestes worden de beloften des Evangelies aan het hart verzegeld en door het geloof omhelsd.
Dan ziet men de rijkdom der beloften. De beloften van wedergeboorte, bekering en van heiliging,
Christus stond buiten aan de deur en Hij klopte door Zijn Woord.
Christus stond binnen en Hij opende door Zijn Geest.
Ja, de beloften Gods worden verkregen door de bearbeiding van Woord en Geest.
Met nadruk mag dit in onze dagen wel gezegd worden : door Woord en Geest. Omdat enerzijds men niet meer doordrongen blijkt te zijn van de noodzakelijkheid van de bearbeiding des Geestes. Het Woord moet het doen, is vaak tot een slagzin geworden, doch daarbij wordt het maar al te zeer vergeten dat een beschouwende kennis niet genoeg is. En bij het gebruiken van deze leuze wordt de bearbeiding van Gods Geest maar al te zeer op de achtergrond geschoven, zo niet geheel genegeerd.
Anderzijds ligt er ook het gevaar dat het Woord en de bediening der Sacramenten terzijde geschoven wordt, inzonderheid in gezelschapskringen. Dan worden 's Heeren instellingen gekrenkt en valt er een gevaarlijk doorvloeien te constateren.
Dit doorvloeien openbaart zich, om bij ons onderwerp te blijven, ook in het z.g. krijgen van woorden, welke woorden dan gewoonlijk beloften zijn. Indien men echter niet nauw bij het Woord leeft, zijn hier de gevaren van inbeelding legio.
Het is ontegenzeggelijk waar dat de Heilige Geest Schriftwoorden door bijzondere toepassing in het hart legt. Maar het is ook waar dat uit de diepten van ons eigen onderbewuste leven woorden in ons op kunnen komen, die men soms aanneemt als door de Heilige Geest gegeven te zijn, terwijl dit toch niet het geval is.
Naarmate echter de tere vreze Gods meer gekend wordt en de gebondenheid aan Gods Woord, zal de zuiverheid van het geestelijke leven groter zijn en de vergissingen minder.
Het leven van de ware christen komt toch hierin openbaar dat er gemeenschap is met Christus door een levend geloof. En met dit gemeenschapsleven is nauw verbonden de onderwijzing en leiding des Geestes met en door het Woord.
Laten we nooit de door God gegeven middelen terzijde stellen, die Hij ons geschonken heeft. God spreekt tot ons door Zijn Woord. Wat kan bij een levende bediening des Woords de Heere door middel daarvan vragen oplossen, noden wegnemen, uitzicht geven, onderwijzen in de weg die men te gaan heeft.
Vandaar de opdracht des Heeren : „Predikt het Evangelie", hetgeen tegelijkertijd inhoudt: beluistert het Woord. Dat Woord toch is een lamp voor de voet en een licht op het pad.
Ds. van Sliedregt heeft eens terecht geschreven : ,,We zouden wel willen inhameren in de harten : Niet het ontvangen van losse woorden moet ons leven beheersen, maar de ganse leer des Woords. We moeten weten van te verkeren aan de voeten van Jezus. Calvijn placht graag te spreken van ,,leerjongen van Christus te zijn". We moeten afsteken naar de diepte. We moeten begeren te leren Jezus' voetstappen te drukken, door Zijn Geest gemeenschap te hebben aan Zijn zelfverloochenende liefde. Indien we daarnaar staan en zo onze wortelen diep inslaan in het Woord des Heren, zal ons o zo vaak de weg die we te gaan hebben, zonder een bijzonder woord aangewezen zijn".
De beloften Gods liggen in het Woord des Heeren als even zovele schatten verborgen. Door het geloof worden ze aanschouwd en omhelsd. En in die beloften omhelst men tevens Gods Woord, zodat de dichter zong : ,,Ik roem in God, ik prijs 't onfeilbaar Woord, Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord".
Het komt aan op het persoonlijk geloof. Zo leert men de hand te leggen op de beloften Gods, die in Christus Jezus ja en amen zijn. En alleen de Geest kan kleur en kracht geven aan Gods belofte en aan Gods Waarheid.
Zo zijn Gods pelgrims op reis, levend uit de beloften. Geen voetstap was er in het leven van Abraham, waarin hij niet wandelde met een belofte; geen verdrukking was er, waarin hij geen troost putte uit de belofte. En lezen we niet in de psalmen : „Op u hebben onze vaderen vertrouwd ; ze hebben vertrouwd en Gij hebt ze uitgeholpen". Waarop vertrouwden ze ? Op de beloften Gods of beter gezegd op de God der beloften.
(Slot volgt).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1952
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1952
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's