Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het boek des geslachts van Jezus Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het boek des geslachts van Jezus Christus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boek des geslachts van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham. Abraham gewon Isaak en Isaak gewon Jacob, en Jacob gewon Juda en zijn broeders; en Juda gewon Fares en Zara bij 'Thamar ; en Fares gewon Esrom en Esrom gewon Aram; En Aram gewon Aminadab en Aminadab gewon Naasson en Naasson gewon Salmon ; en Salmon gewon Boöz bij Rachab en Boöz gewon Obed bij Ruth en Obed gewon Jesse; en Jesse gewon David, de koning. En David de koning gewon Salomo, bij degene, die llria's vrouw was geweest. Mattheüs 1 vs. 1-6.

Het boek des geslachts van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham. Abraham gewon Isaak en Isaak gewon Jacob, en Jacob gewon Juda en zijn broeders; en Juda gewon Fares en Zara bij 'Thamar ; en Fares gewon Esrom en Esrom gewon Aram; En Aram gewon Aminadab en Aminadab gewon Naasson en Naasson gewon Salmon ; en Salmon gewon Boöz bij Rachab en Boöz gewon Obed bij Ruth en Obed gewon Jesse; en Jesse gewon David, de koning. En David de koning gewon Salomo, bij degene, die llria's vrouw was geweest. Mattheüs 1 vs. 1-^6.

De geslachtsregisters behoren voor de oppervlakkige mens niet tot de aantrekken lijkste gedeelten uit Gods dierbaar getuigenis. In vele gezinnen worden de geslachtsregisters bij het bijbellezen eenvoudig maar overgeslagen. „Dat zijn toch allemaal maar namen", zo heet het dan.

Toch zijn de geslachtsregisteirs bij nadere beschouwing o zó merkwaardig te noemen. Hebt ge — om een voorbeeld te noemen — het 6e hoofdstuk van het boek Genesis al eens met aandacht gelezen?

Mag ik er eens een voorbeeld uit noemen ?

, , En Seth leefde honderd en vijf jaren ; en hij gewon Enos.

En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, acht honderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Zo waren alle de dagen van Seth negenhonderd en twaalf jaar ; en hij stierf".

En zo gaat het dan verder in dat geslachtsregister met al die aartsvaders. Er wordt van hen gezegd, hoe oud ze waren, toen hun eersteling geboren werd. Daarna wordt er van hen verteld, hoe lang ze nog geleefd hebben, opdat ze hun kinderen hun plaatsen mogen hebben zien innemen. En in het aangrijpende slotwoord is het, alsof we telkens de doodsklok horen luiden : , , en hij stierf".

Neen, neen, lezers, zegt toch niet, dat die geslachtsregisters enkel maar namen zouden wezen. Ook het geslachtsregister in Mattheüs is een aangrijpende evangelieprediking. Het woord, dat door geslacht is vertaald, luidt in de grondtekst eigenlijk „wording". Het is dus het boek van de wording van Jezus Christus.

Het Woord, dat eeuwig bij God was, heeft vlees en bloed aangenomen uit de zondige mensenkinderen, die in dit geslachtsregister genoemd worden.

Wie ge er ook uit neemt, het waren allen zondige mensen.

Begin maar eens met Abraham. Zeker, ge zult zeggen, dat hij toch de vader der gelovigen is geweest.

Het is waar. Wie zal hem in geloof evenaren, hem, die door het geloof zijn enige zoon wilde offeren op Moria.

En toch lees ik van deze Abraham, dat hij in Egypte de toevlucht tot de noodleugen nam, toen hij vreesde dat men hem zijn schone huisvrouw ontnemen zou.

Let er wèl op, dat de naam van Sara wordt gemist als er staat geschreven : En Abraham gewon IsaaW

Wat een stille, godvrezende man is die Isaak geweest!

En toch heeft hij zich maar niet kunnen verenigen met het woord, hetwelk God tot Rebecca, zijn huisvrouw, had gesproken : , , De meerdere zal de mindere dienen". De liefde van zijn hart ging niet uit naar Jacob, maar wel naar de ruwe Ezau, die danste met de dochteren Edoms en zijn eerstgeboorterecht verachtte.

De naam van Jacob is voor u geen onbekende. Ge kent toch allen de geschiededenis van Pniël, waar Jacob eerlijk zijn schuld en zijn zonden heeft leren belijden. Op de vraag van de engel des Heeren : „Hoe is uw naam? ", heeft hij ootmoedig beleden, «dat zijn naam „Jacob" was. Hij had immers zijn broeder en zijn oude vader op listige wijze bedrogen.

Toch staat ook de naam van deze bedrieger in de rij van hen, uit wie de Christus geboren is.

Dan kom ik toe aan de naam van Juda. Als gij die droeve historie kent met Thamar, die ons in Genesis 28 staat opgetekend, dan kan ik het mij indenken, dat er zullen zijn die Thamar een schandvlek durven noemen. En toch geloof ik, dat Thamar een kind van God is geweest.

Met drie zonen van Juda was ze achtereenvolgens in het huwelijk getreden. Ze waren allen gestorven. Nu had Juda geen zonen meer. Maar dan was het ook gedaan met de gouden draad van het aan Eva beloofde zaad.

Dan zou Thamar kinderloos sterven ; zonder zaad ; zonder Christus. En tófen heeft ze Juda verleid, met het gevolg, dat uit haar Fares en Zara geboren zijn. Ge zoudt het misschien liever niet ver­ meld hebben gezien. De Heilige Geest heeft er echter anders over gedacht. Werden de namen van Sara en Rebecca en Lea verzwegen, de naam van Thamar wordt juist met opzet genoemd, al heeft ze helaas het goud der genade met het slijk der zonde bezoedeld.

Uit de vele namen wil ik er nog enkele naar voren brengen. Ik denk aan Rachab, die ontuchtige vrouw uit Jericho. Ook haar naam wordt met opzet genoemd. Ze is tot God bekeerd van haar zedeloze levenswandel en ze heeft met de weinige Godskennis, die ze in haar herberg van reizigers verkregen heeft, heerlijk gewoekerd.

En Boöz gewon Obed bij Ruth. Weer een van die vrouwen, wier naam wordt genoemd. Zeker, ze mag met ere worden genoemd, maar dat is ze alleen gew^orden door Gods genade. Toen God haar in Moab heeft opgezocht, vond Hij haar als een, die afgoden diende.

Mijn verbazing klimt echter ten top, als ik lees : „En David, de koning, gewon Salomo, bij degene, die Uria's vrouw is geweest".

Allereerst had de naam van deze vrouw eveneens kunnen worden verzwegen. Er had voorts kunnen staan : bij Bathseba.

Maar neen, dan zoudt ge er misschien nog over heen gelezen hebben. Met opzet staat vermeld, dat ze Uria's vrouw is geweest.

En dan worden we opeens aan de droeve zondeval van David herinnerd, waardoor de naam des Heeren zo gesmaad is geworden.

Hierbij willen we het laten. We lezen het geslachtsregister niet "verder. We willen alleen enkele conclusies trekken.

Er zullen er zijn, die misschien zullen zeggen, dat deze familie niet veel bijzonders was.

Het waren inderdaad allen arme zondaren. Wacht er u echter voor, lezers, om te menen, dat het er niet toe doet, hoe ge leeft. Lees toch eens van het schrikkelijke oordeel, hetwelk ons op de laatste bladzijde van onze Bijbel staat opgetekend : , , Maar buiten zullen zijn de honden en de tovenaars, en de hoereerders en de doodslagers, en de afgodendienaars en een iegelijk, die de leugen lief heeft en doet".

O, lezers, bedenkt het toch, dat de mens, die in de zonde leeft, ook in de zonde sterven zal. Vreselijk zal het zijn om te vallen in de handen van de levende God. Het is daarom, dat God een zondaar nog tot bekering roept, opdat hij leve.

Er zullen er misschien ook onder onze lezers zijn, die uit de hoogte neerzien op de zondaars uit dit geslachtsregister. Het is zo gemakkelijk, om het de Parizeer op de top van de tempelberg na te zeggen : O God, ik dank U, dat ik niet ben gelijk de andere mensen.

Denkt echter aan het woord van de Heere Jezus : „Wie zijn broeder haat, is ook een doodslager, en wie een vrouw aanziet om dezelve te begeren, die doet airede overspel met haar in zijn hart".

Als het ontdekkende genadelicht opgaat over onze harten, zullen we niet langer zo spreken als de Farizeërs, maar veeleer met de tollenaar zeggen: „O God, wees mij zondaar genadig !"

Ik schreef boven, dat dit geslachtsregister een rijke Evangelieprediker is. Immers de Heiland schaamt zich niet voor zijn voorouders. Zulke arme zondaren wilde de Heiland in zijn familie opnemen. Is dat niet een lieflijke lokstem tot arme zondaren, die de knieën voor Hem buigen en roepen om genade? De wereld staat gaarne stil bij de zonden der bijbelheiligen, maar leest er over heen als we van David lezen: Ik doornat mijn bedstede met mijn tranen.

Als die Heiland zich niet schaamt om een Jacob, een David, een Thamaf, een Ruth, een Rachab, een Bathseba genadig te zijn, dan strekt de Heiland ook nu zijn armen nog uit naar u, o arme zondaar, met de lieflijke lokstem : Komt tot Mij, gij die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.

Nieuwerkerk a/d IJssel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Het boek des geslachts van Jezus Christus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's