Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OVER DE REGERING DER KERK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OVER DE REGERING DER KERK

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Men kan wel eens de mening tegenkomen, dat de organisatie van de Christelijke gemeenschap, die in de regel kerk genoemd wordt, een#vrij onverschillige zaak is. Onze vaderen in de tijd der reformatie dachten daar echter anders over. Zij vonden dit zeker geen onverschillige zaak en zij achtten deze nog zó belangrijk, dat zij daaraan enige artikelen der Nederlandse Geloofsbelijdenis gewijd hebben. Zo zeggen zij in artikel 30: Wij geloven, dat deze ware Kerk geregeerd moet worden naar de geestelijke politie, die ons onze Heere heeft geleerd in Zijn Woordj namelijk, dat er dienaars of herders moeten zijn, om Gods Woord te prediken en de Sacramenten te bedienen ; dat er ook opzieners en diakenen zijn, om met de herders te zijn als de raad der kerk j en door dit middel de ware religie te onderhouden en te maken, dat de ware leer haren loop hebbe j dat ook de overtreders op geestelijke wijze gestraft worden en in den toom gehouden; dat ook de armen en bedrukten geholpen en getroost worden, naardat zij van node hebben. Door dit middel zullen alle dingen in de kerk wel en ordelijk I toegaan, wanneer zulke personen verkoren worden, dit getrouw zijn, en naar den regel, dien de heilige Paulus daarvan geeft in den brief aan Timotheüs.

In de H. Schrift wordt de kerk genoemd een huis Gods, een gemeente, een koninkrijk, een stad des levenden Gods. Daaruit volgt, dat er goede orde en een regering moet zijn in de kerk. Zoals ook de apostel zegt: Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.

Het bestuur der kerk moet niet wereldlijk zijn, maar geestelijk. Jezus heeft gezegd : Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Hij heeft alle heerschappij in Zijn Kerk verboden. En Hij zeide tot hen : De konnigen der volkeren heersen over hen, en die macht over hen hebben, worden weldadige heren genaamd. Doch gij niet alzo ; rnaar de meeste onder u, die zij gelijk de minste, en die voorganger is, als een, die dient. Daarom kan er ook geen menselijk opperhoofd erkend worden in de kerk, want Christus is de enige Heere van Zijn Kerk., van God daartoe gezalfd. Ook aan de burgerlijke overheid komt de macht niet toe om in de kerk te regeren, want Christus, de Koning over Sion, heeft niet aan de overheden, maar aan Zijn apostelen de macht der sleutelen gegeven. Voorts heeft de Heere onder het Nieuwe Testament ambten ingesteld, die dan een macht te kennen geven om de kerk te regeren, als van uitdelers der verborgenheden. De macht der overheden is heersende, maar die der kerk alleen bedienende.

De besturing der kerk staat bij de dienaars der kerk, van God Zelf daartoe verordend. De herders en leraars hebben het evangelie te prediken, openlijk voor de gemeente te bidden, de sacramenten te bedienen, te catechiseren, de lidmaten van huis tot huis te bezoeken en de sleutelen van het Koninkrijk der Hemelen te bewaren, door zorg te dragen, dat de overtreders op een geestelijke wijze gestraft worden.

De ouderlingen zijn aan de dienaren des Woords toegevoegd als hulp tot bevordering van de opbouw en goede orde der kerk. De ouderlingen, die wèl regeren, zijn dubbele eer waardig. Zij moeten met de dienaren des Woords opzicht hebben over de gemeente, toeziende of een iegelijk zich behoorlijk gedraagt in de belijdenis en wandel, bestraffende de ongeregelden, verstroostende de kleinmoedigen en verhoedende, dat de sacramenten niet ontheiligd worden. Zij moeten opzicht hebben en houden over leer en wandel der leraren, opdat alles stichtelijk toega in de kerk en geen vreemde leringen voorgesteld worden.

Paulus eist in 1 Tim. 3 vs. 2—7 : Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren ; niet geneigd tot de wijn, geen smijter, geen vuilgewinzoeker, maar bescheiden, geen vechter, niet geldgierig ; die zijn eigen huis wèl regeert, zijn kinderen in onderdanigheid houdende met alle stemmigheid : (want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de gemeente Gods zorg dragen? ), geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde en in het oordeel des duivels valle. En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid en in de strik des duivels.

Diakenen zijn zulke mannen, die van de tijden der Apostelen af in de kerk geweest zijn, om de liefdegaven in te zamelen en deze aan de huisgenoten des geloofs, met voorzichtigheid en getrouwheid uit te delen. De instelling van het ambt der diakenen wordt ons verhaald in Handel. 6.

Door deze verschillende ambten zullen alle dingen in de kerken wèl en ordelijk toegaan, indien zulke personen verkozen worden, die getrouw zijn en aan de door Paulus gegeven eisen be­

antwoorden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

OVER DE REGERING DER KERK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's