Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PINKSTEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PINKSTEREN

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd zijnde en de belofte des Heiligen Geestes ontvangen hebbende van de Vader, heelt dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort. Handel. 2 vs. 33.

Petrus bedient het Woord, vol van de Heilige Geest. Dat is altijd nodig, maar vooral op Pinksteren. Dit is immers het feest, waarop het minst te zien is voor de mens, die op Kerstfeest, Goede Vrijdag, Pasen en Hemelvaart, zich nog iets kan voorstellen.

Pinksteren is het feest van het sprankelend vuur, dat 't sprankelend woord te voorschijn brengt.

Jezus Christus is verhoogd door de rechterhand van de Vader. Juist Deze, die zij gekruisigd hebben ! Na het uitwoeden van de toorn Gods op de Goede Vrijdag, nadat Christus stervend het recht en de Wet Gods heeft hooggehouden tegenover de van God vervreemde mens, is Hij door God de Vader opgewekt, door God de Vader gerechtvaardigd, door God de Vader verhoogd.

Dit werk wordt toegeschreven aan Gods rechterhand, dat is de kracht Gods. Hij is verhoogd, dat wil zeggen: in heerlijkheid opgenomen. Dat is hemelvaart.

Bij Zijn verhoging is er iets gebeurd. Immers Hij heeft de belofte des Heiligen Geestes.. ontvangen van de Vader. Dit betekent niet, lezer, dat Christus nu pas de belofte ontvangt, maar dat Hij nu de beloofde Heilige Geest uit 's Vaders hand krijgt.

De Geest Gods is er immer geweest. Vóór de val werd de mens door Zijn adem tot een levende ziel. Na de val was het door Zijn kracht, dat onze eerste ouders de belofte van het vrouwenzaad geloofden.

Al wat er aan licht en leven, vertroosting en geloof bij psalmisten en profeten te vinden was, kwam van de Heilige Geest, 't Is één stuwing door 't Oude Testament, één ruisen door de dorre doodsbeenderen naar de volheid des tijds, naar de vleeswording des Woords. Die ontvangen is van de Heilige Geest, die de Heilige Geest ontvangt bij Zijn doop in de Jordaan, die zich door de eeuwige Geest Gods onstraffelijk opoffert, die door Hem opstaat uit de doden, die na Zijn opstanding de Geest blaast op Zijn discipelen.

Hieruit blijkt, dat de werkingen van de Geest bij de vromen van het Oude Testament aanwezig zijn en dat de Messias ambtelijk is toegerust geworden met de HeiUge Geest.

Maar de Heilige Geest als Persoon was nog niet tegenwoordig, omdat Christus nog niet verheerlijkt was. Eerst moest Christus sterven en opstaan, daarna zou de Heilige Geest als Persoon komen afdalen om de inwoning van de Vader en de Zoon in het hart ten volle uit te werken. Zalige inwoning. Nu wordt het Pinksteren !

De gang van Christus — lezer — schaduwt af de gang van de Christen. Voordat de volle Christus aan ons hart verheerlijkt wordt, voordat wij Hem kennen in de kracht van Zijn opstanding en als de ten hemel gevaren Koning, kunnen er allerlei werkingen van de Heilige Geest aan ons hart zijn. Behoort het niet tot Zijn ambt de dode zondaar levend te maken en te overtuigen van zonde, omdat wij niet in Christus geloven? 't Is mogelijk, dat wij in onze verlorenheid oog gekregen hebben voor de noodzakelijkheid en onmisbaarheid van de Heere Jezus, zonder dat het ooit Pinksteren is geworden voor ons hart. Werkingen van de Heilige Geest aan onze ziel te kennen is nog iets anders dan de inwoning van de Geest.

Toch is er nauw verband. Immers naarmate de Heilige Geest aan ons werkt, naar diezelfde mate wordt ons hart dorstend naar de volle inwoning van de Pinkstergeest. Dan gaan de beloften fonkelen : Ik zal u geeii wezen laten, Ik kom tot u. Ik zal u een andere Trooster zenden. Blijf in Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan worden met kracht uit de hoogte.

Maken deze beloften u vandaag ook werkzaam? De discipelen schreien met hun ganse ziel naar de vervulling.

Gewis, de Geest komt van boven, niet-van beneden. Uit ons ge.en vrucht in der eeuwigheid. Wij doen uit onszelf niets dan zonde. Al wat niet uit het geloof is, dat is zonde ! 't Is de aard van het geloof, dat het wil rusten aan 't hart des Vaders, waar Gods Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.

Zie op tot deze Christus. Hij ontving de beloofde Heilige Geest. Dat behoorde tot Zijn leven. Naar de goddelijke huishouding wordt de Geest, die uitgaat van de Vader en de Zoon, de Geest van Christus. Hij krijgt de beschikking over de Heilige Geest en de Heilige Geest aanvaardt dit.

Nu moet de Heilige Geest uitgestort worden. Christus heeft de eis van het werkverbond volbracht ; nu gaat de genade Gods in Christus heersen door de Geest.

't Moest gebeuren. God had het beloofd. De Raad Gods eiste de vervulling. In de hemel was alles vol, op de aarde waren de harten van de discipelen geheel leeg. Zo dorst de drieënige God naar de inwoning in 't hart van de zondaar. Zó was het geweest vóór de val — zo zal 't worden — dieper, rijker, voller — met Pinksteren. Toen gebeurde het ook. Christus heeft de Geest uitgestort, 't Drupt niet, neen, 't stortregent. Hier gaan de sluizen van de ontfermingen Gods open, hier is de volle Pinksterbeleving.

Uitgestort, dat is : de Geest komt van boven, komt van de troon Gods en het Lam. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest.

Wonder van ontfermen. God, de Drieënige God woont weer in Zijn huis, in een mensenhart ! Van een woonstede van de Satan tot een woonstede Gods in de Geest.

Dit wondere geheim was eerst afgeschaduwd in de tabernakel en de tempel. Immers God kan niet meer wonen in een mensenhart. Het is een bronwei geworden van alle ongerechtigheid. Daar troont de afgod van het eigen ik, van eigen kunnen en eigen willen. Maar zie, in de waarachtige .bekering wordt ons ik van de troon geworpen en onze zonden afgewassen door het bloed van Christus. Dan is er plaats voor de inwoning Gods in Christus. Dan roept de apostel uit : Ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij en wat ik nu leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, die Zich voor mij heeft overgegeven.

Daarnaar smacht ook vandaag het hart, dat in Christus verzoening vond, smacht naar gemeenschap met Christus. Dan gaat het er om, dat wij leven in de zalige gemeenschap met Christus.

God, de Drieënige God, woont in de zondaar. De gemeente woonstede Gods in de Geest.

't Is nu niet alleen God voor ons, niet alleen God met ons, maar ook God in ons door de Geest.

Dit is één en al vrije genade ! God had ons niet nodig. Hij is de Volzalige in Zichzelf. Het is Zijn welbehagen, dat Hij Zich wil verheerlijken in zondaren.

Pinksteren. Reeds eerder hadden de discipelen door de werking van de Hei-

lige Geest licht ontvangen over de persoon en het werk van Christus. Maar nu gaat 't golven. Nu reiken de wateren van de Geest niet meer tot de enkelen, knieën of borst, maar zij mogen zich verliezen geheel en al aan Christus, 't Golft uit Gods Vaderhart door Christus, de Middelaar. Dat is de zalving met de Geest. Vol en diep gaat het door hun ziel. Nu klinkt het: Dit is het eeuwige' leven, dat wij U kennen, de enige en waarachtige God en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. Dit is Pinksterweelde in harten die leeg gemaakt zijn. Hier worden verbroken harten geheeld, wakende en biddende harten vertroost.

Zo doet de Heere nóg. Hij houdt Zijn Woord ook vandaag. Hoe donker het in de kerk op aarde ook is en hoe weinig deze volle Pinksterweelde ook doorleefd wordt, de Heere maakt Zijn Woord waar : Die in Mij gelooft, stromen des levenden waters zullen uit zijn binnenste vloeien. Worstel dan voort, gij die Hem niet kunt loslaten, worstel voort in de Geest om de Geest, 't Uitgaand geloof met alle hoogten en diepten wordt niet teleurgesteld. Zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewis komen.

Kom, het is Pinksteren ! Dat wil zeggen : Het is tijd om te eten. Ge weet toch, dat Pinksteren het feest is van de voltooide oogst. Dan werden de vruchten van het land aan de Heere voorgesteld. Dan mocht Israël vrolijk zijn , voor het aangezicht Gods !

Welnu, dit alles is heerlijk vervuld. Hier moogt ge eten en vrolijk zijn voor het aangezicht Gods. Hier moogt ge met de mond des geloofs het vlees en bloed van Christus eten en drinken. Hier is de volle Christus als Wijsheid, Rechtvaardigheid, Heiligmaking en volkomen verlossing. Hier is de - verzoening met God, eeuwig leven, vrede en blijdschap door de Heilige Geest.

Israël mocht blijde zijn. Hier is een vrede en een vreugde, die alle verstand te boven gaat, omdat niemand deze blijdschap roven kan. Hoor, David smaakt er iets van, wanneer hij zegt: Gij hebt mij meer blijdschap in mijn hart gegeven dan in een tijd, waarin hun koren en most vermenigvuldigd zijn.

Kent gij iets van deze blijdschap? Is het ooit voor u Christusfeest geworden? Christus alleen en Christus geheel, door het geloof wonend in onze harten? Wanneer er voor Christus geen plaats is in uw hart, kan het voor u geen Pinksteren worden. In de tempel was voor Christus geen plaats, in het Sanhedrin nog minder, bij de Parizeen en Schriftgeleerden ook niet. Bij hen was geen plaats voor het Woord, dus ook niet voor Christus. Daarom zegt Christus : De wereld (vergeet de vrome wereld in en buiten u niet) kan de Heilige Geest niet ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet.

Dan is u vóór alle dingen nodig : ontlediging, geloof, bekering. Op Pinksteren is het geloof in volle werking in Gods Kerk.

Onderzoek u, of gij in dat geloof zijt. Want wie de Geest van Christus niet heeft, die komt Christus niet toe.

Pinksteren. De Geest Zelf wordt gave. Hij wordt het onderpand en zegel van de erfenis die wacht. Hij wordt de Geest der inwoning, de Geest der aanneming, waardoor wij roepen : Abba, Vader. Hij wordt de Geest der verheerlijking.

Wonder ! De Geest verwekt het geloof en wordt door het geloof Zelf weer gave. In Welken gij, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte.

Christus stort de Geest uit en Hij daalt er Zelf in af. Immers hoe vol en diep ook de inwoning van de Geest is in 't hart. Hij spreekt nimmer van Zichzelf, maar altijd van Christus. Lees de Pinksterrede van Petrus uit Handelingen 2. 't Is één en al Christusprediking. Nu gaat er door de Geest licht op over Kruis en Opstanding, licht over het Woord, waaruit Christus licht in de psalmen 16 en 110 en in de profetieën van Joel.

Wat heeft Christus uitgestort?

Hetgeen gij nu ziet en hoort. Wat zagen ze dan? Tekenen, die zij niet begrepen. Zij zagen verdeelde tongen als van vuur, die op een ieder van hen zaten. Zij zagen eenvoudige Galileërs, wier gezichten straalden van vreugde.

Wat hoorden zij? Een geluid als van een orkaan en toespraken van de apostelen in hun eigen taal. Zij begrepen er niets van. Hoe zouden zij kunnen? De natuurlijke mens verstaat niet de dingen, die des Geestes Gods zijn, zij zijn hem een dwaasheid, hij kan ze ook niet verstaan. Maar nu wordt door de tekenen de aandacht getrokken van de schade, die vraagt: Wat is dit toch?

Dan gaat Petrus preken. Dat wil zeggen : op Pinksteren moet gepreekt worden. Pinksteren ruimt dus de bediening des Woords niet op, maar stelt deze als noodzakelijk. Christus, de verhoogde Christus spreekt door Petrus tot de schare en dan gebeurt er wat, zelfs veel.

Petrus preekt scherp ontdekkend, God Drieënig in 't middelpunt stellend en stelt nu door de beloofde Pinkstergeest de belofte des levens voor : U komt de belofte toe en.uw kinderen en allen, die daar verre zijn, zovelen als er de Heere onze God toe roepen zal.

Wat zien en horen wij op Pinksteren? Teveel om op te noemen. Over de wereld spreken wij niet. Niet uit hoogmoed, maar uit ootmoed. Waar trekt een Pinksterpreek de aandacht van de wereld? Waar wordt de wereld vragend gemaakt naar het geheim van stralende gezichten en sprankelende Pinksterpreken? De oordelen beginnen vanuit het huis van God. Wij behoeven vóór alle dingen een reformatie door de Heilige Geest. De verwereldlijking enerzijds en de verstening anderzijds is ontstellend. Ook in de kerk zijn veel natuurlijke mensen, die de Geest niet hebben. Dan mist ge de troost, de enige troost in leven en in sterven en sterft ge weg onder het oordeel Gods. Weet, dat de Heilige Geest ook nu nog uitgaat tot overtuiging van zonde, van de zonde van uw ongeloof.

Zoek de Heere en leef!

Wanneer ge verslagen van hart vraagt : Wat moet ik doen om zalig te worden? , zo is het antwoord : Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.

Zijt gij vol verlangen naar' God? Nog altijd gaat de ontlediging aan de vervulling vooraf. God make het voor u Pinksteren. Vol van God en ontledigd van uzelf. Niets uit u en alles uit Hem, zo komt ge in Jeruzalem.

Pinksteren predikt ons : Gods werk gaat door ! Hij zal Zijn werk voltooien. Want de Pinkstergeest roept om de voltooiing, roept om de Bruidegom. De Geest en de Bruid zegge : Kom, en die 't hoort, zegge : Kom, ja kom haastig, Heere Jezus Christus. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

PINKSTEREN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's