ONDERWIIS
STRIJD {IV)
De 6e Mei 1944 werd de eerste Chr. School door particulieren opgericht, geopend. Maar eer het zover kwam, was er heel wat teleurstelling en strijd voorafgegaan.
Aan het oprichten van Diaconiescholen werd meestal niet veel in de weg gelegd. Maar om een particuliere school op te richten, die men — let wél — toch èn wat de stichting èn wat de jaarlijkse exploitatie betrof, geheel zelf moest betalen, daaraan waren heel wat bezwaren verbonden onder de wet van 1806.
Het was te Nijmegen, dat deze school geopend werd. Enkele momenten, die aan deze opening voorafgingen, willen we vermelden.
In 1840 was te Nijmegen voor 't eerst een plaatselijke schoolcommissie benoemd. Voorzitter werd mr. J. J. L. van der Brugghen, eerst Rechter van Instructie, later President van de Rechtbank aldaar.
Bij het bezoek aan de scholen vond de commissie, dat het onderwijs geheel in neutrale geest werd gegeven, wat trouwens ook bij de zeer gemengde, overwegend Roomse schoolbevolking wel te verwachten was. Slechts op een enkele school werd nog , , een gebed gedaan" en van Bijbelse Geschiedenis was helemaal geen sprake.
De commissie trachtte hierin verandering te brengen en vond daarvoor bij het onderwijzend personeel grote bereidwilligheid. Maar de uitvoering ontmoette onoverkomelijke moeilijkheden. De toepassing van het Christelijk beginsel op de gemengde school bleek onuitvoerbaar. Vooral waar de commissie en vooral de voorzitter, het in deze zin bedoelden, dat er op de school plaats moest zijn voor Christelijke gebeden en dat vrijuit mocht gesproken worden van de Christus der Schriften. Toen werd de behoefte levendig aan een afzonderlijke school, waar dit wèl mogelijk zou zijn.
Nu was in ditzelfde jaar 1840 te Nijmegen een Chr. Bewaarschool opgericht. Dit was echter ook al met, grote moeilijkheden gepaard gegaan en meer dan ééns had men op 't punt gestaan er maar van af te zien. Dat de school toch tot stand kwam, was vooral te danken aan jonkvr. C. B. van Lijnden, die zelfs een gedeelte van haar woning er voor beschikbaar stelde en ook inrichtte. Mevr. de wed. Van Gelder werd bereid gevonden de leiding op zich te nemen. Om zich op haar taak voor te bereiden, moest ze eerst enige tijd doorbrengen in Duitsland, aan het instituut van Fliedner te Kaiserswerth. Daarna kon de Bewaarschool beginnen en er kwamen veel kinderen. Het Nijmeegse Schoolblad kon dan ook later schrijven : , , Met verwondering zag men, hoe de Heere ook hier uit de mond der jonge kinderen en der zuigelingen lof had toebereid".
Deze gunstige uitslag versterkte het verlangen om nu ook een Chr. Lagere School te hebben. Maar hoe daartoe te geraken ? Vergunning tot oprichting van zulk een particuliere school was moeilijk te krijgen.
Onverwacht werd echter een weg gebaand.
Het Hoofd der Lutherse Diaconieschool ter plaatse, de heer Gehne, die ook tevens een gemengde Bijzondere School der 2e klasse had, had er geen vrede meer mee, slechts neutraal onderwijs te moeten geven. Hij wilde in het vervolg , , het evangelie der gerechtigheid door het bloed van Christus verkondigen, waarin hij zelf zijn troost in leven en sterven had gevonden".
Maar dan zou hij op zijn gemengde school een groot deel zijner leerlingen, en dus óok van zijn inkomen, verliezen. Daar moest in voorzien worden en er werd door milde bijdragen, zelfs van het Koninklijk Huis, in voorzien.
Alvorens zijn nieuwe werkkring te aanvaarden (in zover nieuw, dat het nu op een heel andere basis gegrond was ; het was echter geen nieuwe school, maar dezelfde 2de klas school, particulier eigendom van de heer Gehne), moest ook Gehne naar Duitsland om het Protestants Seminarium van dr. Zahn te Meurs te bezoeken en kennis te nemen van het onderwijs aan de stadsschool aldaar, die naar de ideeën van Zahn was ingericht. Van der Brugghen en nog een paar vrienden vergezelden de heer Gehne en diep was de indruk, die het werk van dr. Zahn op hen maakte.
Daarna begon op 3 Jan. 1842 zijn school weer, met een vrij groot aantal leerlingen, meest tegen een klein schoolgeld.
Dagelijks werd met gebed en lied geopend en het eerste uur werd telkens besteed aan de Bijbelse Geschiedenis volgens Zahn's „Biblische Historiën", dat later vooral door de bemoeiingen van Groen van Prinsterer in het Nederlands werd vertaald onder de naam van Bijbelse Geschiedenissen.
Daar kwam echter een lelijke kink in de kabel.
Reeds in Augustus van hetzelfde jaar werd de heer Gehne aangesteld als onderwijzer in Indië, aan welke roeping hij meende zich niet te mogen onttrekken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1953
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1953
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's