Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE ARBEID VAN DE OUDERLING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ARBEID VAN DE OUDERLING

8 minuten leestijd

Het is al weer een hele tijd geleden dat vele kerkeraadsleden zich hadden opgemaakt om de vergadering bij te wonen, die het hoofdbestuur van de Geref. Bond voor hen had belegd. De Marnixzaal was goed gevuld en ik zag er ouderlingen en diakenen uit verschillende delen van 't land. Ds. L. Kievit uit Woerden was uitgenodigd meer in 't bijzonder voor de ouderlingen te spreken over de plaats van de ouderling in de gemeente en zijn arbeid. Tot op heden zag ik hiervan nog geen verslag verschijnen in ons blad. Ik acht echter deze toespraak belangrijk genoeg, om ook door de afwezigen te worden gelezen en ik twijfel er niet aan, dat ook de aanwezigen een herhaling op prijs zullen stellen. Een verslag is maar een verslag, de spreker mag er natuurlijk niet zonder meer voor aansprakelijk worden gesteld, al heb ik er anderzijds naar gestreefd dit verslag zo goed mogelijk te doen zijn.

Mij is gevraagd iets te zeggen over de plaats van de ouderling in de gemeente en zijn arbeid. Ik zal u niet veel nieuws vertellen, maar het is toch goed om deze dingen onder ogen te Inzien. Ik vind een goede ouderling meer waard dan een goede dominee. De ouderling is iemand uit de plaatselijke gemeente, vaak iemand, die daar geboren en getogen is. Men moet niet de kerkeraad vooral laten bestaan uit mensen van elders. De gemeente benoemt iemand uit haar midden tot ouderling. Daar ligt een voordeel in. De ouderling kent de gemeente beter dan de dominee, althans aanvankelijk. Hij kent de gezinnen, dit is van betekenis voor de bediening van de Heilige Doop. Hij kent de mensen van dichtbij in het dagelijkse leven. Hij heeft zo meer menselijke mogelijkheden. Hij heeft in dit aspect nog meer gelegenheid dan een predikant om met gemeenteleden in aanraking te komen. . Een nadeel is : ze weten alles van de ouderling, daar kan wel eens iets scheef zitten. Dit moet hem voorzichtig maken. Ze moeten eerst tucht oefenen op zichzelf, voor over anderen tucht te oefenen.

De gemeente kiest hen en geeft dus vertrouwen. De ouderling zit in de kerkeraad, hij vertegenwoordigt de gemeente. Hij vertoont in een raad der kerk de gemeente. De gemeente heeft hem daartoe geroepen. Hij vertegenwoordigt de gemeente echter niet als een gemeenteraadslid. Die zitten daar om verlangens en wensen te vervullen. Dit mag nooit in de kerkeraad. Soms worden kerkeraden tot gemeenteraden. Het eigenlijke van het kerkeraad zijn is dan ook zoek geraakt. Het grote gevaar is om het kerkeraadslid te zien als een vertegenwoordiger der gemeente. Dit heeft slechts in zoverre recht, dat het adres van de gemeente daar is.

Het belang van de gemeente is de opbouw in het geloof. Laten we oppassen, dat politieke groeperingen of klassebelangen een rol gaan spelen in de samenkomsten van de kerkeraad of de roeping tot het ambt. Een ouderling is nooit een agent of een propagandist, van wié dan ook.

Hij staat als ouderling ook tegenover de gemeente. Hij zit er van Godswege. Hij zit er als voorstander van het Koninkrijk Gods. Dat is het gezag van de ouderling. Dat ligt alleen in zijn geroepen zijn tot de ambtsbediening. Dit is geen tirannie, zolang hij weet, dat hij tot regeren geroepen is. Waar zou hij de volmacht vandaan halen? In principe, omdat de regerende macht van Jezus Christus in hem tot openbaring komt. Ouderlingen, die dit gezag hebben, zijn zeldzaam. Dit zal ook aan de ouderlingen liggen. Zijn er nog, die met hun opdracht worstelen? Maar het ligt ook aan de tijd. We leven in een gezagscrisis. De ouderling moet in de gemeente in Christus' naam aanwezig zijn. De ouderlingen moeten dit ook zelven beseffen.

De ouderling waakt voor de gemeente in de Dienst des Woords voor de zuiverheid van de leer. Bij de bediening der sacramenten moet hij waken voor de zuiverheid der bediening, voor de heiligheden des Heeren. Welke ouderling worstelt hier nog mede?

De ouderling, werkt hij nog in de gemeente? Meer en meer raakt het uit de tijd, dat hij alleen des Zondags in de bank zit. Ik wek u op, in de gemeente bezig te zijn, anders komt dat regeren niet tot zijn recht.

De ouderling doet zijn werk met en naast de Dienaar des Woords. Over en weer moet men er wat voor over hebben om de verhouding zo goed mogelijk te doen zijn. De Dienaar des Woords is een specialisatie van het ouderlingenambt. De ouderlingen kunnen veel van de dominee leren en de dominee kan veel van de ouderlingen leren. Ze kunnen veel aan elkaar hebben in het dragen van de zorg voor de gemeente en samen het goede zoeken, door het uitwisselen van ervaring. Het samenbidden en samenspreken is van groot belang. Een goede ouderling is de bijstand in het pastoraat.

Wanneer de ouderling werkt, ontmoet hij de gezinnen. Ouderlingen is dit het eerst opgedragen. Het is goed, dat de ouderling op huisbezoek gaat. Het is ook goed, dat hij zieken bezoekt bij tijd en wijle. Hoe meer predikant en ouderling doen in de gemeente, des te beter. Dan krijgt de ambtsdrager ingang in de gemeente.

De plaats van de ouderling is nu hoogst bescheiden, daardoor zijn we een domineeskerk geworden.

Hij moet aandacht voor de jeugd hebben, zowel in de gezinnen als op de vereniging.

Het stellen van leeftijdsgrenzen voor de ouderling is een onding, maar voor de jeugd is het goed, dat er ook jongere ouderlingen in de kerkeraad zitten. Ook wat de leeftijd betreft is het gewenst de kerkeraad zo breed mogelijk samen te stellen.

De ouderlingen moeten veel vermanen en trachten te overtuigen. Niet uit de hoogte, maar met raad en troost ten dienste staan. De ouderling draagt de gemeente mee, het welvaren gaat hem zeer ter harte.

Hij moet zelf ook tijd hebben zich in het Woord Gods te verdiepen, hij moet verborgen omgang hebben. Hij moet er zichzelf, zijn tijd, zijn gezin voor over hebben. Hij geeft het aan de gemeente van de Heere Jezus Christus.

Hoe is nu de werkelijkheid? Niet al­leen in de Hervormde Kerk, maar over de hele linie?

We zien het verval. De uitbreiding van het aantal ouderlingen brengt het gevaar met zich, dat zij ambtenaren worden. Van wezenlijk contact is soms geen sprake. Het gaat er niet om, om veel functionarissen te hebben en aan de lopende band bezig te zijn. Men moet naar de aard van het werk en het ambt te werk gaan. Dit aspect wordt wel eens verwaarloosd. Het ambt vervalt.j

Het is altijd verrassend, dat er in de gemeente grote belangstelling is, al zegt men ook: het is een dode gemeente. Als er geen liefde is, komt er van ambtelijk werk niet veel terecht. Mannen, vol van de Geest en vol van wijsheid en die geestelijk overwicht hadden, waren en zijn vrij sporadisch. Vroeger had men het in een gemeente over een dominee, maar ook over een ouderling. Dat zette een stempel op de gemeente. De man legde beslag op de gemeente en hij was een steun voor de jonge predikant. Zij droegen de gehele gemeente. Is dat nóg zo? Zien we ook daarin inzinking? Als er geen dominee is, dan schijnt het gemeentelijke leven in te zinken. De vaste lijn in een gemeente hangt voor een groot deel van de ouderlingen af. De predikanten zijn komende en gaande man. De ouderlingen verzorgen de gemeente. Laat de gemeente bidden, dat God het werk van de ouderling moge zegenen, zodat er eerk spoor van achterblijft. Zijn loon is : veel vrijmoedigheid in het geloof. Het zit van binnen vaak klem. Bij wie niet? Het formulier zegt: wie veel bezig is, krijgt veel vrijmoedigheid in het geloof. Dat is het loon van de goede dienstknecht. Het is een opdracht van de Heere Jezus Christus. Hij roept ons toe : Volg gij Mij ! Hij draagt de gemeente op Zijn hart. Hij stelt mensen in Zijn ambtelijke bediening en laat ze niet alleen staan. Laten we vragen om goede instrumenten te mogen zijn.

Na de toespraak werden een groot aantal vragen gesteld. Bij de beantwoording hiervan werden o.m. de volgende opmerkingen door de spreker gemaakt.

De ouderlingen kunnen met de predikant huisbezoek doen en moeten hem hieraan herinneren. Zij kunnen ook zelfstandig huisbezoek doen, maar dan moeten zij twee aan twee gaan. Als het werk onder buitenkerkelijken aan een ouderling wordt opgedragen, dreigt het gevaar van specialisatie ; dan moet hij toch ook nog wat anders doen.

Een ouderling wordt geroepen door de gemeente en mitsdien van Godswege. Is de roeping der gemeente tevens de roeping Gods en is daarboven geen persoonlijke roeping nodig? Dat dit altijd samenvalt, zou ik niet durven zeggen. Indien de ouderling in de roeping der gemeente de roeping Gods gehoord heeft, behoeft daarboven geen persoonlijke roeping te komen. Wel is nodig, dat men de roeping der gemeente voor Gods aangezicht ontvangt en aanvaardt. Hij mag niets buiten de Heere om doen. We zullen deze roeping nooit los mogen zien van de geloofsbelijdenis.

De verplichte aftreding heeft bezwaren. Er kan iets inliggen, dat een ouderling eens rust krijgt. Het kan ook zó zijn, dat de constellatie het niet toelaat. De verantwoordelijkheid voor de gemeente moet zo zwaar zijn, dat wij er wat voor over moeten hebben. De dominees moeten de gemeente opvoeden tot respect voor ouderlingen. Bij bevestigingsdiensten moet de betekenis der ambten worden uiteengezet.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE ARBEID VAN DE OUDERLING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1953

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's