WEDERDOPERS EN CALVINISTEN
Wij zijn, pleegt men onder ons te zeggen, de enige legitieme zonen en dochteren van de Hervormde Kerk. Dat plegen we ook wel hardop in synodale en andere kerkelijke vergaderingen uit te spreken.
Wie zijn dan die wij? Allen die het van harte eens zijn met de drie formulieren van Enigheid. Dat is de waarheid, die de Hervormde Kerk in Nederland van haar oorsprong af beleden heeft, zeggen wij dan. Het spreekt vanzelf, dat men ons dit recht van wettige zonen gaarne betwist. Ook de vrijzinnige wil een wettig kind der Reformatorische Kerk van Nederland zijn. Hetzelfde wil de midden-orthodoxe, . Zij willen evenwel niet met de belijdenisgeschriften dier Kerk overeenstemmen. Als zij gaan belijden, komen er heel andere dingen te voorschijn. Sommigen doen daarbij denken aan het bekende verhaal uit Richteren 12 vs. 1—6, maar bij anderen verschilt het veel meer. Doch nu tracht men ook op een andere wijze het recht van de vrijzinnige en midden-orthodoxe schakeringen te handhaven. Ik heb al eens laten zien hoe men de gereformeerde belijders van de Dordtse Synode een bovendrijvende partij noemde. Dan wil men stellen, dat er altijd op wettige wijze partijen in de Kerk zijn geweest. Een andere methode is deze, dat men aanwijst hoe er in Nederland in het begin der 16e eeuw niet-gereformeerde bestrijders van Rome zijn geweest. Die waren er ongetwijfeld. Daar waren humanisten in die dagen, wier godsdienst meer georiënteerd was op de Almacht Gods dan op het zoenbloed van Christus. Daar waren niet-roomsen, die bezig waren op te worstelen uit de dwalingen der Roomse Kerk, zonder nog tót het klare licht, dat Calvijn heeft mogen laten schijnen, gekomen te zijn.
Daar zijn twee redenen immers, die iemand buiten de gereformeerde belijdenis kunnen houden. Het is een onvolkomen inzicht in de Schrift, of het is een vijandschap tegen de waarheid, die in Christus is geopenbaard. Natuurlijk zegt nu iemand, dat ik de gereformeerde partij verhef. Ik ontzeg hem echter ten principale het recht om dat te zeggen. Hetgeen wij als banier opheffen is de Belijdenis der Kerk, die voor geen tweeerlei uitleg vatbaar is. En van die belijdenis zeggen we, dat men er zich tegen verzet uit geestelijke onkunde of geestelijke vijandschap, zoals men zich ook tegen de Persoon van Christus Jezus heeft verzet, omdat men niét wist wat men deed en omdat men niet tot Hem wilde komen. Het is nu de Christus der Schriften, die in de belijdenis beleden wordt. Maar goed, we hadden het over de niet-gereformeerde christenen in Nederland. Men spreekt zelfs van nationaal-gereformeerden, hoewel zij noch de natie omvatten, noch gereformeerd waren. Van deze wou ik alleen dit opmerken, dat zij in Nederland geweest zijn, doch niet in de Kerk van Nederland, tenminste niet wettig, want haar grondslag is op de Synode van Emden in 1571 gelegd en sloot alle bestrijders der gereformeerde prediking uit. Als men echter wil stellen, dat alles wat in Nederland geweest is ook wettig tot de Hervormde Kerk behoort, dan moet men ook de Wederdopers of Doopsgezinden er toe rekenen. Zij hebben een veel machtiger beweging gevormd in Nederland, dan onder invloed van Luther of van Erasmus of van andere personen buiten Calvijn en zijn discipelen is ontstaan.
Wat waren de Wederdopers? Het waren de nihilisten van toen, waartegen de mannen der Reformatie zich van het begin af hebben verzet. In Zurich moeten deze denkbeelden het eerst vaste vorm hebben aangenomen. Op het punt van de Kinderdoop brak daar de strijd uit. Men zou de bestrijding van de Kinderdoop door prof. K. Barth één van de doperse elementen in zijn leer kunnen noemen. In Zurich heeft men ook één der leiders van de Wederdopers in 1525 verdronken. Wederdoperij is niet hetzelfde als sacramentisme, dat in de Nederlanden rondom 1530 menigvuldig werd geconstateerd. Sacramentisme is een eigenaardige naam voor de gevoelens der sacramentisten, die het sacrament des altaars (de Mis) verachtten.
De weduwe uit Monnikendam, Wendelmoet Claesdochter, was zon sacramentist. Als haar gevraagd wordt hoe zij over de Mis denkt, antwoordt zij : , , Ik houd uw sacrament voor brood en meel, waar gijlieden dat voor een god houdt, zo zeg ik, dat het uw duivel is".
De wederdoperij begon in 1530 verkondigd te worden en trok heel velen, die op de rand van de Roomse Kerk stonden, onweerstaanbaar aan. Ogenschijnlijk was het meer de armoede en. de ellende der wereld, die het volk in de armen van Trypmaker en Melchior Hofman en anderen dreef, dan de ellende uit Zondag 2 van de H. Catechismus. Let op dit verschil. Men heeft het anabaptisme wel genoemd de ketterij van wevers en schippers uit die dertiger jaren. Zij willen van geen gezag der Kerk, van geen welomschreven leer, van geen ambtsdragers weten. Met de Jehova-Getuigen van onze dagen hebben zij hun chiliastische verwachtingen gemeen. Het Godsrijk komt, de, nieuwe' aarde komt. De gedoopten door de Wederdopers gaan de nieuwe aarde beerven, de anderen komen om. Dat leerde Melchior Hofman. Hij was een fantast en een warhoofd, schrijft een. Doopsgezinde van deze eeuw. Ondertussen hebben deze warhoofden er velen verleid. Eerst predikte men de weerloosheid, doch deze, prediking sloeg om. in de verkondiging van geweld. De Wederdopers raakten buiten hun zinnen, toen het avontuur van Munster begon. Die stad werd door Wederdopers bezeten daar was nu, zo leerde men, het nieuwe Jeruzalem begonnen. Jan Mattijsen, een broodbakker uit Haarlem, had er de leiding. Hij liet de boodschap van het nieuwe Jeruzalem door de Nederlanden verkondigen. Daar woedde een crisis die door de duurte der levensmiddelen het volk tot radeloosheid dreef. Toen hen. de prediking van het nieuwe Sion bereikte, maakten duizenden zich op om naar Munster te trekken. Op een gegeven ogenblik zaten er in Zwolle en omgeving 3000 gevangen, die men opgevangen had. Toch zijn er nog vele Hollanders en Friezen in Munster aangekomen, die hoopten daar een zorgeloos bestaan te vinden. Jan van Leyden had ook wijd en zijd bekend laten maken : . Dat een profeet van God gezonden, te Munster door Gods Geest verlicht, derechte weg ter zaligheid wees. Indien gij herwaarts wilt komen, niets zal u ontbreken. Er is goeds genoeg voor alle heiligen. Wat gij verloren hebt, zult. gij tienvoudig wedervinden. Spoed u, vrouw en kinderen en alles verlatende terstond naar Munster.
Was Hofman een fantast. Jan van Leyden wordt ons geschilderd als een man, die gedreven werd door een onweerstaanbaar verlangen naar macht en aanzien. Hij oefende in Munster zijn macht op misdadige wijze uit. Dat Munsters avontuur zal ik maar niet in geuren en kleuren schilderen. Daar is teveel gebeurd. Maar ik wilde wel een indruk geven van de wederdoperij als een alles meeslepende volksbeweging, die duizenden bezielde. Maar deze beweging is los van de Schrift, precies zoals de Jehova-Getuigen dat zijn, al halen zij nog zoveel teksten aan. Behalve in Munster, zijn er ook in Nederland nog heel wat Wederdoperse oproerige bewegingen geweest. Het gevolg was, dat de Overheid al maar feller tegen deze niet-roomsen ging optreden. Onder hen waren ook weerloze rustige lieden, maar zij deelden mee in de vervolgingswoede der Magistraten. In deze jaren zijn het vooral de Wederdopers die lange lijsten van martelaren leverden. Men zou kunnen vragen of deze lijsten de waarheid van hun geloof niet bevestigden. Ik vrees van niet. Ook in onze tijd zijn er martelaren voor op zichzelf verkeerde leringen. Alleen Gods Woord beslist over de waarheid van een leer.
De leer der Wederdopers was los van het Woord Gods, schreef ik. Zij lieten zich leiden door een onzalige z.g. profetie. God spreekt tot enkelen, zo leerden zij, die de bijbelse profetie voortzetten. Men mag hun woord niet toetsen aan de Schrift. Bij Hofman zei de Bijbel alles, wat hij haar wilde laten zeggen. De profetieën schenen meer w^eergave van de begeerten der mensen, dan nieuwe openbaringen Gods.
We laten het nu verder maar rusten. Genoeg zij het voor ons te weten, dat er in Nederland een machtige volksbeweging is geweest, die in feite los was van de Schrift en zich door droombeelden liet leiden. Deze beweging is aan niet Calvinisme voorafgegaan. De prediking daarvan verscheen eerst na 1540 in de Nederlanden. Ook het Calvinisme werd een volksbeweging. Het is heel goed mogelijk, dat ook de sociale ellende de gelederen der Calvinisten heeft versterkt, zoals van Roomse zijde wel beweerd wordt. Doch dan zal men van die zijde toe moeten geven, dat bij de Wederdopers iets voor hen geboden werd, doch dat het Calvinisme wat anders is dan een sociaal program.
Toen het Calvinisme kwam, was de wederdoperij uitgewoed en waren de o verblijvenden in kalmer vaarwater gekomen. Het Calvinisme was van een andere geest. Het was gebonden aan de H. Schrift. Zijn grote leider was in alle opzichten een hoogstaand man. Zijn idealen waren niet de tuchteloosheid, maar de tucht, niet de heerschappij van de enkeling, maar de regering van Christus door middel van de ambten, niet de visioenen en de ingevingen, doch Gods geopenbaarde en geschreven Woord, niet de verwarde mensengeest, doch de verlichting door Gods Geest in gebondenheid aan het Woord.
Het Calvinisme was scherp omlijnd en wel georganiseerd. Het was geen massa, maar men zat bij waardschappen. Marc. 6 vs. 39.
Het Calvinisme had door zijn grote theoloog een samenvatting van de Bijbelse waarheden gekregen, die men wel eens een systeem heeft genoemd, alsof het ene uit het andere zou zijn afgeleid, met dwingende kracht, doch welk „systeem" niet anders is dan een samenvatting, waarvan elk onderdeel rechtstreeks door de dwang van Gods getuigenis is bepaald. Dat is de kracht van Calvijn, dat hij de hele Schrift laat spreken en niet gedeelten weglaat, zoals de meeste andere samenvattingen of systemen. Doch naast de kracht der leer is er niet minder de kracht der tucht. Voorgangers en leden der gereformeerde Kerk worden aan strenge banden gelegd. Het omgekeerde van de Wederdopers. Morele verwildering is uitgesloten. Het geheel verheft zich onmiddellijk daartegen. Terwijl de Roomse Kerk op een tamme manier en de Wederdoperij op een wilde manier verwilderd waren in zedelijk opzicht, oefende de gereformeerde Kerk een aantrekking uit op de goed-gezinde en ernstig aangelegde Nederlanders. De leraars verder werden streng geschoold in de leer der Schrift. Geen drijven op gevoelens of aanblazingen. Alleen leraars, die het Woord kennen, door de Geest Gods verlicht. Toen Rome klaar was met de Doopsgezinden, stond levensgroot het Calvinisme voor haar. Daar is zij, hoewel het Calvinisme is verzwakt, nog niet mee klaar. Van al het andere had zij het op de duur gewonnen. Die nationaal-gereformeerdheid was op niets uitgelopen. Maar God verwekte een Verlosser, Wiens werk ook tot in Nederland doordrong en vrucht droeg.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1953
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1953
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's