Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes ; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. Matth. 28 : 19.

Zie, Hij gaat u voor naar Galilea, aldaar zult gij Hem zien.

Galilea, door de aangrenzende heidense landen zozeer beïnvloed, dat het Galilea der heidenen genoemd werd, is het land waar belangrijke verschijningen van de Opgestane hebben plaats gehad. Daar is de Heere verschenen aan de vijfhonderd broederen, daar vond het apostolisch herstel van Petrus plaats en ook de zending van de elven. Wat was dit eenvoudige achterland de discipelen lief. Dit land moesten zij nu gaan verlaten, dit land, waar zij geboren waren, maar waar vooral zoveel geestelijke herinneringen lagen.' Daar had de Heere vrijwel al Zijn predikingen gehouden, daar had Hij al de elven geroepen en daar woonde wel 't meeste volk van God, van welke ons in de Evangeliën verhaald wordt.

Deze oude, vertrouwde landstreek, waar zoveel Bethel's en Pniëls lagen, moesten zij nu gaan verlaten en hiermee is een eind gekomen aan de tijd van hun geestelijke jeugd. Veel hadden zij daar genoten in die drie jaren, maar die tijd was voorbij.

De Heere zal nu henengaan, de persoonlijke omgang met Hem zullen zij nu moeten missen. Door het geloof zullen zij nu moeten leren leven, door het geloof op de belofte : , , En ziet, Ik ben met ulieden".

De omgang met elkander zullen zij nu moeten missen, waar zij uiteengezonden zullen worden onder de volken, in van God en Zijn dienst vervreemde omgeving. God zet Zijn knechten nu eenmaal in de branding van het leven en doet hun weg voeren veelal door de woestijn van het leven.

Gaat heen, onderwijst.

Is dat nu een taak, waarvoor zij berekend waren? 't Waren toch maar eenvoudige vissersmensen, helemaal uit 't achterland : Galilea. Van de wereld hadden zij nauwelijks wat gezien. Ja, de boorden van het meer van Genesareth, die kenden zij goed. Verder waren zij dan tot het Zuiden in Jeruzalem geweest. Talen kenden zij niet. Zij konden toch ook niet weten dat de Heere hen die op één dag door Zijn Geest kon leren? En wat moesten zij dan onderwijzen. Nog maar drie jaren waren zij zelf onderwezen, en wat waren zij hardleers geweest! Jawel, maar zij waren op een beste school geweest. De Heere Zelf had hen geleerd en dat onderwijs was door hun ziel heengegaan, zodat zij goed verstonden wat zij onderwijzen moesten.

Onderwijst al de volken.

Jona werd eens naar Ninevé gezonden om onheil aan te kondigen. De discipelen kregen 'n andere opdracht, niet minder zwaar. Het oordeel aan te kondigen moge moeilijk zijn, het Evangelie te verkondigen is zwaarder, omdat het Evangelie nu eenmal niet naar de mens is. Boetprediking vindt altijd gereder ingang dan de verkondiging van het Evangelie van vrije genade. De volkszlel is dramatisch van aanleg. De mens is zó vervreemd van God, dat hij van zijn eigen welzijn niet wil horen. En met die opdracht worden de discipelen gezonden. Als het niet was, dat de belofte er bij gevoegd werd dat de Heere met hen zou zijn, dan konden zij wel thuis blijven.

Maar de Heere zou met hen zijn, om door wederbarende genade harten te openen voor hun woord en om te schenken volharding der heiligen om het onderwijs te blijven volgen. Onderwijs toch vordert tijd en een van God vervreemde wereld wil misschien wel eens iets over God en Gods dienst horen, als het niet te lang duurt.

Gaat dan heen, onderwijst al de volken. Dit ene onderwijs, wie de mens geworden is door de zonde en wie God in Christus wil zijn voor een doemwaardig zondaar. Noem dit onderwijs eenvoudig : het geloof in de Heere Jezus Christus. En laat dit onderwijs uiteenvallen in de noodzakelijkheid der wedergeboorte, de rechtvaardigmaking door het geloof, de eis der bekering. Dit onderwijs, wat zij in Galilea ontvangen hadden, voor elk volk éénder, opdat het worde één volk, met één hart, met één Heere en Zaligmaker en met één Doop.

Dezelve dopende in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Dit is wel de eerste en voornaamste plaats, waar zo nadrukkelijk de leer van de drieënheid geleerd wordt. Maar het feit, dat dit woord staat in zo'n bijzondere plaats, n.l. in het testament van de scheidende Zaligmaker, en het feit, dat dit woord al de inhoud vormt voor Zijn testament, doet het grote belang van dit woord zien. Dit is de opdracht voor de kerk geweest en op dit doopsymbool heeft de oude kerk haar deuren open gezet voor allen, die zich tot haar voegden.

Er staat niet in de namen, maar in de naam, want deze drie zijn één. Wie, tot de kerk wil behoren, moet geloven in God de Vader en in de Zoon. Een algemeen Godsgeloof, dat gelooft dat er wel „wat" is, een hogere macht, is niet Christelijk, maar heidens. Wil men in de Vader geloven, dan moet men ook in de Zoon geloven. Wie tot de kerk wil behoren, moet niet alleen in de Zoon geloven, maar óok in de Vader. Het geloof in , , onze lieve Heer", die in Bethlehem geboren werd en op het kruis stierf, vindt nog wel ingang, maar is van geen waarde, als het niet voorafgegaan wordt door het geloof in het recht Gods. Waar men die beide gelooft daar is men in het goede spoor. En wie tot de kerk wil behoren, moet ook geloven in de Heilige Geest, de Toepasser van het genadewerk in het hart. Zonder deze kan het geloof in de Vader en de Zoon niet bestaan.

Welnu, en in die naam van de Drieenige moesten de discipelen dopen, onderwijzen en dopen de volwassenen, dopen en onderwijzen hun zaad, naar de eis van het verbond. Door die Doop, die naar de Schrift zelf plaats vond door onderdompeling, door begieting of door besprenkeling, werd het volk afgesneden van zijn oude leven en omgeving en ging het in in de nieuwe van de kerk. Het volk ging door het water, dat schei-

ding maakte en kwam aan de andere kant terecht.

Tot deze eerste beginselen van het Christendom moeten wij terugkeren, om daarbij de wacht te betrekken. De aanvallen worden in deze tijd op de f rentieren der kerk gedaan, n.l. op de Doop en op het Verbond. Daar zijn op het ogenblik predikanten, die de kinderdoop weigeren en er de zegening voor in de plaats stellen. Er komen in verschillende delen van het land mensen, die de wederdoop voorstaan. Er zijn er, die de kinderdoop verwerpen en daarmee ook het hele Verbond. En er zijn er niet weinigen voor wie onderwijs en doop bagatelliseren.

Heeft de Heere bij testamente dit dan niet als „het" voorrecht geschonken en als , , de" roeping der kerk opgedragen?

Wordt dan al wat gedoopt is zalig? Zonder wedergeboorte niet, zoals wij zagen, zonder bekering niet, zoals wij zullen zien.

„Lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb".

Het onderwijs tot de Doop bij de heidense volken houdt niet op bij de Doop. Moet een mens leren wat zonde en wat genade is, hij moet óok leren hoe hij na zijn inlijving in de kerk voor God zal leven. (Bij de gekerstende volken valt al het onderwijs na de Doop in de lijn van het Verbond, dat uit de besnijdenis ten achtsten dage doorloopt).

Wat heeft dan Christus geboden te onderhouden? In de veertig dagen na de opstanding heeft de Heere speciaal op de eerste dag der week Zijn discipelen saam doen zijn en bezocht. Telkens leest ge van Zijn verschijning op de morgen van de eerste dag der week en op de avond van die dag. En na acht dagen wederom. De Nieuw Testamentische rustdag is niet minder geboden te onderhouden dan de Oud Testamentische. En als de Heere in het midden was, dan was er „kerk". De oude kerk heeft deze inzetting geëerbiedigd, zoals oud-Israël eerbiedigde het houden van het morgenoffer en het avondoffer. Dit is Zijn gebod. Dit moet ons gedoopte volk en de gedoopte jeugd in deze losgeslagen tijd weer leren.

Wie zich hieraan niet houdt, zondigt tegen Zijn inzetting, tegen Zijn gebod, tegen Zijn Doop, tegen het Verbond. Wie het merk- en veldteken van Christus draagt, is tot deze dienst verplicht. Willen wij leren wat Hij geboden heeft, dan is het met enkel kerkgaan niet gedaan. Daar moet onderwijs (ook in 's Heeren gebod) gegeven en ontvangen worden. Onze tijd kan niet meer luisteren en de prediking past zich jammerlijk aan. Maar waar Christus zendt en meegaat in de prediking, daar doet Hij spreken ook Zijn gebod en daar leert Hij luisteren. Daar gaat onderwijzende kracht uit van Zijn Woord en daar wordt de gemeente alleen maar geactiveerd tot de activiteit van de leerjongeren. Om n.l. te onderhouden wat Hij. gebood.

Onderhoud b.v. van een tuin, vraagt meer tijd en zorg dan aanleg. Een gedoopt volk en gedoopte jeugd kunnen gemakkelijk leren, hoe zij voor God moeten leven, maar om hen dat te leren onderhouden, vraagt meer zorg en gedegener onderwijs. Men kan wel lid van de kerk worden, maar het gaat er om het te zijn ! En dit nu legt beslag op het gehele leven, op het particuliere leven, op het maatschappelijke, op het kerkelijke leven. Hij heeft geboden God lief te hebben boven alles en de naaste als uzelven.

Het staat op uw voorhoofd geschreven, dat gij des Heeren zoudt zijn. Dat lieten uw ouders, dat liet de kerk er op schrijven. Dat liet God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest er op schrijven, als een voorrecht en als een gebod. Wie zijn Doop verstaat, die zal zalig worden. Wie zijn Doop veronachtzaamt die zal verloren gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's