Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vergelijking

Een mens is niet gauw tevreden. Of liever, hij is het eigenlijk nooit. Het moge een ogenblik lijken alsof de gang van zaken in één of ander opzicht naar zijn zin gaat, 't, zou wel een wonder zijn, als er niet wat anders was, dat weer helemaal niet overeenkomt met zijn wensen en begeerten.

Toen ik nog een jongen was van een jaar of 13, 14, had ik het voorrecht dat ik, als ik Woensdag en Zaterdag op weg ging naar de Normaallessen in een naburig dorp, mocht meerijden met onze burgemeester, die elders woonde en een heel eind dezelfde richting uit moest als ik. U begrijpt, dat me dit altijd een groot voorrecht was, al waren de gesprekken met Z.Edelachtb. niet altijd zo erg opwekkend. Hij informeerde altijd naar mijn werk, maar daarnaast moest het al raar gaan, als hij niet met me sprak over de boeren. En speciaal daarover, dat dit zulke ontevreden mensen waren, wien 't nooit naar de zin ging en die 't altijd anders wilden. Dit betrof dan vooral het weer, de gewassen en de marktprijzen.

Men begrijpt, dat hiervan door mij op die leeftijd niet al te veel gezegd kon worden, maar indruk schijnt het wel op me gemaakt te hebben. Echter ben ik daarna wel tot de overtuiging gekomen dat de landbouwende bevolking, stel dat zij 'speciaal tot de ontevreden mensen behoren, het in elk geval niet alléén zijn, maar dat wij er allemaal aan mank gaan. Misschien in verschillend opzicht, in verschillende omstandigheden, meer of minder, maar een volmaakt tevreden mens heb ik nog nooit gezien.

Ik geloof ook wel, dat ieder mens in zijn beroep of bedrijf wel dingen heeft die niet naar zijn wens gaan. Zoiets kan soms de hele levensgang bederven.

Zou het niet komen, omdat we in de regel meer het oog hebben op wat tégen is, dan op wat vóór is?

Neem nu b.v. het onderwijs in ons land. Me dunkt, dat er heel wat veranderd is, de laatste eeuw. Ik meen, dit in meer dan één opzicht, n.l. het onderwijs in het algemeen, de bezoldiging van het personeel, met inbegrip van sociale regelingen en de positie van het vrije bijzonder onderwijs. En met dat , , heel wat veranderd" bedoel ik : heel wat verbeterd.

't Is mogelijk, dat er op het terrein van bezoldiging en sociale voorzieningen nog wel één en ander te doen is, al geloof ik, dat dit tenslotte kleinigheden zijn, bij wat verkregen is.

En als we letten op het Prot. Chr. Onderwijs, of iets algemener op het Bijzonder Onderwijs in het algemeen, dan moeten we maar eens vergelijken met het Buitenland, misschien dat we dan tot de erkenning komen dat God de Heere ons in dit opzicht hier rijk gezegend heeft. En als we misschien die zegen niet zien, dan kon dit wel eens liggen aan onze kijk op de dingen, ofóok aan de omstandigheid, dat wij, dat zijn de ouders, de besturen. de leerkrachten van onze scholen, van de ons gegeven grote voorrechten niet zoveel nuttig gebruik maken, als we zouden kunnen en moeten doen.

Grote voorrechten, grote zegeningen scheppen ook grote verplichtingen. En hoeveel gemakkelijker zullen ons deze verplichtingen afgaan als liefdediensten, wanneer we ze werkelijk beschouwen als zegeningen van God, die we uit Zijn genade hebben ontvangen.

Misschien hebben we van onze vrijheid een Ie groot gebruik gemaakt en is de splijtzwam in ons land op het gebied van kerk en school wel wat al te sterk ontwikkeld. Dat neemt echter niet weg, dat we moeten erkennen de grote, onwaardeerbare zegen, dat we hier in ons land God vrij mogen dienen naar Zijn Woord in volle gewetensvrijheid. In de kerk, op school en overal.

Hier behoeft het niet voor te komen, dat school en huis in conflict komen over de diepste levensvragen.

Ik zou ons volk toch wel willen oproepen, om dit nu niet als vanzelfsprekend te beschouwen, maar als bijzondere gave van God.

Vergelijk maar eens met andere landen. En dan denk ik ditmaal aan Oost- Duitsland en aan Frankrijk. Wat komt er-daar terecht van de jeugd. Neem eerst maar eens Oost-Duitsland, , , de Russische zone".

Misschien hebt ge de artikelen gelezen van mr. C. J. Verplanke in de Rotterdammer. Niet, dat hij daarin veel nieuws vertelt, maar 't is toch goed om telkens weer aan deze dingen herinnerd te worden. Een groep jongeren uit Nederland, van de 3 grote rechtse partijen bezocht Berlijn, , , het vrije eiland in de rode zee", dat ruimschoots gelegenheid geeft om persoonlijk te constateren, , , dat 250 km. van onze grenzen een satanisch systeem woedt, dat zijn heilsleer met fanatisme de wereld indraagt en dat een ieder verplettert, die voor hem de knie niet buigt".

Vooral gaat het hier om de jeugd. Het communisme heeft de uitspraak goed begrepen, dat wie de jeugd heeft, de toekomst heeft. Daarom gaat het er om, dat de kinderen opgevoed worden in communistische geest en vooral niet in de ideeën van het kapitalistisch Westen, noch in de leer van het Christendom.

De vrije jeugdorganisaties zijn zo langzamerhand opgeheven en hebben plaats moeten maken voor de zoals het heet spontaan opgerichte F. D. J., de Freie Deutsche Jugend (de vrije Duitse jeugd). En deze F. D, J. treedt onder de jeu.gd op als het , , anti-fascistische blok". Deze negatieve naam zou u nog even in de war kunnen brengen, maar de practijk leert u, dat de F. D. J. een instrument is om het communisme in te dragen in de Oost-Duitse jeugd en daardoor het hele volk te vergiftigen.

De , , zegeningen" van het communisme brengen wel velen tot bezinning, wat echter niet wegneemt, dat voortdurende propoganda gepaard gaat met

dwangmaatregelen waarbij verbanning en executie zijn ingeschakeld tenslotte heel wat tegenstand breekt. Alsook de financiële steun van de zijde der regering.

Van jongsaf leert de jongen en het meisje de grondstellingen van het communisme, theoretisch en practisch, maatschappelijk en religieus. De partij, d.i. de C. P. is alles, het individu is niets. Wat de partij leert is goed, maar ook wat de partij doet is alleen maar goed. Dat in het Oosten nog niet alles is, zoals het wezen moet, komt niet daar vandaan, dat de ideologie fout zou zijn, of zou falen in hun practische toepassing, maar omdat het Westen de oorlog wil en de Westers-kapitalistische wereld een voortdurende oorlogsbedreiging vormt voor de bij uitstek vredelievende bevolking van de Oostelijke staten.

In deze situatietekening gaat de film uit, gaat ook het boek uit en het onderwijs.

Er zijn nog altijd ouders in Oost- Duitsland, die het hiermee niet eens zijn en niet mee eens kunnen zijn. Hieronder zijn zowel Roomsen als Evangelischen.

Laten ze echter voorzichtig zijn, als de kinderen thuis komen met wat hun op school is verteld, dat alleen goed is, wat de partij leert en doet! Ik kan me voorstellen, dat een vader of moeder dan niet kan zwijgen maar de kinderen vertellen dat alleen goed is, wat de Schrift leert. Dat niet de paitijnormen alles beheersend zijn voor het leven van volk en individu, maar de Christelijke normen.

Dat niet Lenin of Stalin, maar Christus Koning is. Laat de kinderen daarvan echter op school per ongeluk niets uitlaten of laat ook op andere wijze daarover niets uitlekken, want dat wordt arrestatie en verplaatsing naar het Oosten.

En van school afhalen en naar een andere school sturen, zoals hier bij conflicten nogal eens gauw het recept is, dat hoort er natuurlijk niet bij. In de eerste plaats is dit practisch niet mogelijk, omdat het overal het zelfde is, maar ook omdat het eenvoudig verboden is. Zo is de weg der , , vrijheid" bij het communistisch regiem. Vrijheid om te gaan de weg van het kwaad en van de ondergang. De weg van het : Er is geen God ! Als we dat weer even zien en beseffen, zouden we dan niet wat meer waardering kunnen hebben voor onze eigen staatsinstellingen, voor ons kerkelijk leven, hoeveel fouten het ook heeft, voor onze scholen bovenal.

Wat een grote verantwoordelijkheid, dat we de kans hier ons gegeven, ten volle zullen gebruiken.

Welk een grote verantwoordelijkheid als we het niet doen.

Het - moet ons steeds meer dringen, om ook bij het onderwijs, ja juist bij het onderwijs het Woord des Heeren in het midden te hebben.

Want wie onderwijs zegt die zegt jeugd. En de jeugd, dat is het erfdeel des Heeren en dat is de toekomst.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Onderwijs

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's