Onderwijs

Opleiding. (11).

Over de duur van de nieuwe kweekschoolopleiding is reeds gesproken. Een klein berekeningetje stelt ons nu in staat om dit over te brengen op de leeitijd der candidaten.

Laten we aannem.en dat op 16-jarige leeftijd het volledige ULO-diploma be- 'haald wordt. Dan volgt de Ie leerkring die op 18-jarige leeftijd kan doorlopen zijn. Nu volgt de eigenlijke vakstudie, waarvan met 20 jaar de eerste mijlpaal is bereikt. Nu nog een jaar voor de 3e leerkinrg en, als alles zonder tegenslag verlopen is, is men op 21-jarige leeftijd volledig klaar om bij alle takken van het Lager Onderwijs werkzaam te mogen zijn. Wel kan men ook van de 2de leerkring als onderwijzer of onderwijzeres de school in, maar dan als niet volledig bevoegde leerkracht en niet hij het ULO, VGLO of BLO, terwijl zo iemand ook niet als Hoofd ener school benoemd kan worden.

Door deze nieuwe regeling is de hoofdacte vervallen, maar eigenlijk is ze, zij het in andere vorm, toch weer binnengehaald, n.l. in het einddiploma van de 3de leerkring.

Wat de wetgever er toe geleid heeft om de tweeërlei bevoegdheid, een lagere en een (hogere, te 'handhaven ?

Spelen- de financiën Ihierbij een rol ? Of heeft men gedacht aan degenen voor wie de studie na de 2de leerkring hun krachten te boven zou gaan ? Of heeft men gedacht aan de vrouwelijke candidaten ? Misschien zowel het één als het ander. Een feit is het echter, dat we dus nog niet toe zijn aan de , , éne bevoegdheid voor allen".

't Zou te vroeg zijn, om nu reeds een oordeel uit te spreken. Er is immers nog geen practijk ! Toch geloof ik, dat de meeste candidaten, als het hun ook maar enigs'zins imogelijk is, zullen trachten de volledige bevoegdheid te verkrijgen. Niet alleen zijn ze dan klaar, helemaal klaar, maar ibovendien lijkt me de studie in de 3de kring er aantrekkelijk. En geheel op de practijk gericht. Daarbij mogen we ook niet vergeten, dat zich voor de bezitter of bezitster van dit volledige einddiploma zo­ wel wat werkkring als wat salaris betreft, wijdere perspectieven openen.

Een belangrijk iets in deze nieuwe opleiding is, dat de leerlingen van de 2de leerkring, waarvan de lesrooster minder uren telt dan in de 1ste leerkring, gelegenheid kunnen krijgen om in één of andere richting zich verder te bekwamen. Stel b.v., dat iemand meer aanleg heeft voor tekenen of muziek, of een ander vak, dan kan hij daarvan één of twee uur per week extra aanvragen en wanneer er nog 5 anderen zijn, die hetzelfde wensen, krijgt hij dit gedaan in de vorm van extra les. Zodoende kan hij of zij zich naar eigen aanleg ontwikkelen. Ook voor het latere schoolleven lijkt me dit van grote betekenis. Het komt nogal eens voor, dat het met tekenen en zingen — om nu maar bij deze vakken te 'blijven — in sommige klassen nu niet bepaald helemaal naar wens gaat. De een of andere leerkracht heeft er weinig interesse voor, of kan het, zoals hiji (zij) zegt, zelf niet! In dergelijke gevallen kan de man of de vrouw met de speciale studie de hele school helpen. Zo'n klein beetje vakonderwijs kan niet alleen niet schaden, maar zelfs voor de totale gang van zaken zeer nuttig en gewenst zijn.

Of overigens deze nieuwe opleiding inderdaad aan de school, aan het kind ten goede zal koimen, daaromtrent is het erg moeilijk o'm voorspelingen te wagen. In de eerste plaats vraagt de school van nu om meer personeel. Vanwege het de laatste jaren sterk toegenomen aantal leerlingen, maar ook om eindelijk nog eens te kunnen komen tot verbetering, d.w.z. tot verlaging van de leerlingenschaal.

Of hiertoe, de veranderde kweekschoolstructuur zal medewerken, is nog een open vraag. Veel zal daarbij ook afhangen van de totale economische toestand in ons land. Het is 'bekend, dat een zeer groot aantal ULO-gediplomeerden onmiddellijk een plaats krijgen op het kantoor. Verder is mij niet bekend, hoe de verhouding is van'het aantal onvolledig tot het aantal volledig ULO-gediplomeerden. Ook zullen de vooruitzichten bij het onderwijs, niet het minst óok de financiële, een 'belangrijke rol spelen.

Dat een beduidend aantal HBS-ers naar de kweeksdhool zullen toevloeien, is 'm.i. te betwijfelen. Daarvoor geeft het einddiploma 5-jarige HBS veel te veel andere mogelijkheden. Hoe het zij, wij kunnen hierover geen nader uitsluitsel geven. Ik geloof wel, dat een gepaste propaganda nodig en mogelijk is. Ook en vooral in onze eigen, kring.

Zal uiteindelijk de nieuwe opleiding grote invloed uitoefenen op het schoolleven ? 't Is u wel gebleken, dat vooral de paedagogische en psychologische vorming der a.s. onderwijzers zeer sterk op de voorgrond is gekomen. En dat is toch wel heel goed.

En nu kan men wel zeggen — en men zegt het óok — dat al die theorie weinig betekent. Tegelijk wijst men u op gevallen, dat theoretisch uitstekend onderlegde onderwijzers soms zo bitter weinig voor de klas presteren. Ik wil dit toegeven. Zelf heb ik het ook wel

eens een keer meegemaakt, dat een leerkracht, uitstekend paedagogisdhpsychologisch onderlegd, voor alle verschijnselen in de klas en in het kinderleven een verklaring had, en theoretisch de eindjes piekfijn aan elkander wist te knopen, maar — practisch bracht ze er weinig van terecht : 't Was eenvoudig een rommel in haar klas.

Echter denk ik er niet aan, dit te wijten aan haar kennis van paedagogie en psychologie. Alleen was er dit gebrek, dat ze, haar kennis niet in de practijk wist te brengen en bovendien, laat ik 't maar eenvoudig zeggen : de klas niet baas kon.

Daarom, ik ben dankbaar, als paedagogiek en psychologie wat breder en dieper behandeld zullen worden. Ik geloof, dat op de duur daarvan de vruchten zeker zullen geplukt worden. Alleen maar — men vergete vooral de practijk niet. En dat niet om door uitgelezen leerscholen en dubbel geselecteerde leerkrachten model-onderwijzers en onderwijzeressen te vormen. Maar wèl mensen, die het schoolleven aankunnen, die bewust weten wat ze doen. En die liefde hebben voor hun werk en voor het kind. Maar dat kan men moeilijk door een docent, hoe bekwaam ook, voor elkander krijgen. Dat is een zaak van begrip, van gevoel, van instelling en van karakter.

Nog een korte opmerking. De nieuwe inrichting der kweekscholen geldt ook voor onze Christelijke inrichtingen. Ik behoef nu niet 't eigenlijke van onze scholen uiteen te zetten. De leerstof en de leraar zijn hier de belangrijkste elementen. En dan zijn er onze imeest belangrijke vakken als Bijb. Geschiedenis, Geloofsleer, Ethiek, Bijb. Aardrijkskunde, Kerkgeschiedenis. Terwijl we ook gerust mogen zeggen, dat we een Christelijke Paedagogiek, een Christelijke- Opvoedingsleer verlangen. We weten niet beter of tot dusver werd daarvoor reeds in onze Chr. kweekscholen gezorgd.

Hierin brengt de nieuwe rijkregeling geen verandering.

Alleen maar, wilt u er aan denken, dat we nog zoveel Hervormd-Gereformeerd personeel nodig hebben ?

Komt, jongelui, stuurt uw gedachten bij uw beroepskeuze eens in deze richting ! Komt, ouders, stelt uw kinderen voor die opleiding beschikbaar !

En allen, die kunnen — en hoevelen zijn er dit wel — stelt óok wat van het uwe daarvoor beschikbaar !

Denk aan de parallelklassen, met uiteindelijk een nieuwe Chr. kweekschool op de Veluwe.

. V.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen