Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Jezus Christus. (die) onze hoop (is)”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Jezus Christus. (die) onze hoop (is)”

1 Timotheüs 1 vs. lb.

8 minuten leestijd

Aldus schrijft Paulus, een apostel van Jezus Christus (zoals hij zichzelf noemt) aan Timotheüs, „zijn oprechte zoon in het geloof", zoals hij hem foier noemt.

Het zijn slechts enkele woorden, hetgeen nog méér opvalt in de grondtekst, waarin alleen maar te lezen staat: , , Jezus Christus, onze Hoop" ! °

Kunt u zich een kortere zin voorstellen ? En tóch, de kortheid van deze slagzin is omgekeerd evenredig met haar waarde, want zo kprt als zij is, zo onmetelijk groot en onschatbaar rijk is haar inhoud en betekenis.

Zo wij deze weinige woorden door genade de apostel van harte hebben leren nazeggen, ihebben wij alles wat voor dit en het toekomende leven, in leven en in sterven, nodig is.

Méér hebben wij niet nodig, maar met minder kunnen wiji ook niet toe. Daarvan is alles afhaiütelijk, daaraan hangt alles in het klein en in het groot, in het rijk der natuur en in het rijk der genade, zowel in de persoonlijke levensverhoudingen als in die van de volkeren der wereld, in kerkelijk en staatkundig opzicht.

Het is dan ook niet zonder reden, dat de j.l. gehouden vergadering van de , .Wereldraad van Kerken" te Evanston als thema had gekozen : Jezus Christus, de Hoop der wereld.

Waar hier sprake is van hoop, daar is het niet teveel gezegd, als wij zeggen, dat dit woord een wezenlijk bestanddeel van èlk mensenleven uitmaakt. Er is wel niemand, die zonder hoop kan leven. Het is een door God Zelf de mens ingeschapen eigenschap.

Hoop is, in het algemeen gezegd, de verwachting van iets goeds, dat voor het tegenwoordige blijdschap geeft. Zo zijn er velerlei soorten van hoop. Er is hcop op een lang en gelukkig leven ; hoop op voorspoed en welvaart; hoop op herstelling van ziekte en kwalen ; hoop op rijkdom en eer ; hoop op het behoud van de vrede, en wat u verder maar op wilt noemen.

Zo wordt de waarheid van 't spreekwoord : „hoop doet leven", dagelijks door tal van bewijzen bevestigd. Een mens zonder hoop is als een schip zonder anker, dat aan de onstuimige golven ten prooi dreigt te vallen.

Maar de vraag mag wel in volle ernst gesteld worden, waar de hoop is, die de mens niet vroeger of later teleurstelt en ontzinkt.

Ook dan niet, als hij het oog slaat op de hemelhoge berg van zijn zonden en schuld.

Ook dan niet, als de levenszon daalt en de duisternis van dood en graf invalt. Want er is zoveel hoop, die beschaamd doet uitkomen.

Eigenlijk is er maar één hoop, die niet beschaamt en dat is de hoop, die gericht is op Jezus Christus, de Zoon van God, Die als mens in deze wereld kwam om te zoeken en zalig te maken vfat verloren was ; Die voor ons geleden heeft en gestorven is, toen en hoewel wij nog vijanden van God waren ; Die door God is opgewekt uit de dood, hoewel wij Hem kruisigden ; Die herrezen is uit het graf en zo over de macht van Satan, zonde en dood heeft getriumf eerd ; Die in de kracht van Zijn opstanding en hemelvaart nieuwe hoop in deze wereld 'heeft geopenbaard ; Die tenslotte als Rechter en Koning zal wederkomen om te oordelen de levenden en de doden en alle dingen tot hun voleinding te brengen. Ziet, dat is de hoop van al Gods kinderen, die door genade burgers mogen zijn van het Godsrijk van vrede en zaligheid, dat door geen zonde meer kan worden verstoord.

Deze , , christelijke" hoop ziet, in onderscheiding van de hoop op allerlei aards levensgeluk, uit naar de' voorgestelde heerlijkheid en de vervulling van Gods beloften.

Van die hoop zegt dezelfde apostel in zijn Brief aan de Romeinen, dat zij niet beschaamt, omdat de liefde Gods in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest, Die ons is gegeven.

Waar alle andere hoop vroeg of laat een illusie blijkt en uitloopt op de plaats, die geen treffender opschrift kan dragen dan dit: , , wie hier binnentreedt, die late alle hoop varen", daar is de hoop, waarop het geloofsoog is gericht, onbedriegelijk en uitlopend op een alles overtreffende zaligheid. Wie mag roemen in Jezus Christus, Die; onze Hoop is, die heeft niets te vrezen, maar alles te hopen.

„Die onze Hoop is", zo schrijft Paulus. Het is één van de vele zinrijke uitdrukkingen, waaraan wij de apostel der heidenen herkennen en die op treffende wijze doen uitkomen wie en wat de Heere Christus was zowel voor zijn diepste bewustzijn als voor zijn. dagelijks vernieuwde levenservaring.

De; omschrijving van die hoop kan alleen maar haar kracht verzwakken. En het weerspreken van die hoop doet tegelijk de christelijke geloofsroem op onze lippen versterven. Het is merkwaardig, dat deze apostel desi geloofs Christus als zijn hoop en die van zijn geliefde medediscipel vermeldt in een Brief, die reeds tegen het eind van zijn aardse loopbaan is geschreven. Het is ook hier in het geestelijk leven, evenals in hét natuurlijk leven : als de avond valt, beginnen de sterren voor het oog helderder glans te verspreiden.

Ja waarlijk, Christus Zélf is het voorwerp van de hoop der gelovigen.

De waarheid van Paulus' woord wordt door de ervaring van elk gelovige bevestigd.

Die Hoop is het anker der ziel.

Zij richt zich niet op iets in de mens zélf of op iets in de wereld rondom hem. Zij richt zich zelfs niet op God buiten Christus om, op het , , Opperwezen" of de , , Voorzienigheid" in het algemeen, maar op Hem, in Wien het machtige woord , , Immanuël" (God met ons) werkelijkheid is geworden in deze aardse levenstijd en zonder Wien niemand tot de Vader komen kan.

Hij kan onze Hoop zijn, omdat Hij méér is dan alle mensen en engelen tesamen ; omdat Hij Zélf Gód is, geopenbaard in het vlees. En Hij, kan niet alleen, maar Hij wil ook onze Hoop zijn, omdat Hij- geheel vrijwillig als Verlosser is opgetreden van het afkerig en verloren mensengeslacht.

Hij moet het ook zijn, anders geldt van ons allen : „geen hoop hebbend en zonder God in de wereld".

Christus is echter nog méér. Hij kan en wil niet alleen omze Hoop zijn, maar Hij is ook de grond van onze hoop, omdat al wat ons voor wanhoop bewaart en nog moed geeft het hoofd op te heffen, enkel en alleen in Hem en in Zijn werk wordt gevonden. Denkt Zijn verschijning en woord, Zijn lijden en sterven. Zijn opstanding en heerlijkheid weg en het gehele huis van uw hoop, hoe zeker en hecht het moge schijnen, stort ineen tot een hopeloze puinhoop door de eerste de beste windstoot van nood en dood. Hij is het, Wien God heerlijkheid en eer heeft gegeven, „opdat ons geloof en onze hoop op God zou zijn". Christus is het leven van de hoop der Zijnen. Uit Hem ontvangt die hoop haar levenskracht. Buiten Hem kwijnt en versterft zij. In Hem

geworteld, neemt zij. in kracht toe, naarmate wij ons méér in het geloof aan Hem vastklemmen en op Hem verlaten.

Het is de Geest van Christus, Die in het hart het waarachtige leven der hoop niet alleen opwekt, maar ook voedt en in stand houdt, ja, steeds méér overvloedig maakt. Zoals in het rijk der natuur de éne zon met haar levenwekkende stralen het leven van alle bezielde en onbezielde schepselen onderhoudt, zo is in het rijk der genade Christus het énig, algenoegzaam, eeuwig Middelpunt van al de hoop der Zijnen.

Het behoeft nauwelijk gezegd te worden, dat deze eenvoudige waarheid zó onbetwistbaar belangrijk is, dat zij al onze aandacht waard is.

En tóch, een oppervlakkige blik is reeds voldoende om ons te doen zien, dat een gegronde en blijmoedige hoop een steeds minder wordende plaats inneemt bij velen, ook in het hart van diegenen, die op de christennaam prijs stellen. Menigeen dreigt heden ten dage aan een stille wanhoop ten prooi te vallen. In menig mensenhart knaagt er een worm van vertwijfeling aan de edelste levensbestanddelen.

Velen schikken zich maar in hun lot, omdat het nu eenmaal niet anders kan en kunnen het niet verder brengen dan tot een slaafse onderwerping aan wat toch onvermijdelijk is. De mens van deze tijd schijnt steeds armer te worden aan het leven der hoop.

Vindt dat niet daarin zijn oorzaak, dat velen opgaan en straks ondergaan in de geest van de tijd, die met Christus gebroken heeft en die zich nauwelijks onderscheidt van het moderne heidendom, dat geen evangelie der hoop in zich draagt. Wie in de Zoon van God gelooft, die heeft het leven, het eeuwige leven, en daarmede ook God, de Vader, Zélf.

Maar wie niet in de Zoon gelooft, die heeft ook het leven en daarmede de Vader niet. En wie de Vader niet heeft, waarop zal hij hopen?

Daarom worden wij gesteld voor de keuze : Christus of wanhoop ! Dat is de grote vraag van onze tijd in alle levensverhoudingen.

Hebt ge reeds de goede keuze leren doen ? De Geest der waarheid Zélf lere u het énig juiste en onberouwelijke antwoord op deze levensvraag geven, want daaraan hangt uw eeuwige bestemming j de oplossing van al uw levensvragen j uw troost, beide in het leven en sterven.

Wanneer Jezus Christus onze hoop is, dan zal niets en niemand ons kunnen scheiden van de liefde Gods, die in Hem is geopenbaard.

Dan zal ook in ons leven de waarheid worden bevestigd van het psalmwoord:

In de grootste smarten, Blijven onze harten In de Heer' gerust. 'k Zal Hem nooit vergeten, Hem mijn helper heten, Al imijn hoop en lust.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

„Jezus Christus. (die) onze hoop (is)”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1954

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's