Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Ark des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Ark des Heeren

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bedoeld is niet de ark van Noach, die een schip was, maar de Ark des Heeren, een kist in liet heiligdom.

De naam.

De ark draagt verschillende namen, als de ark Gods, de ark des Heeren, de ark des Verbonds des Heeren, de ark des Gods van Israël (zo noemen de Filistijnen haar), de ark Gods, bij welke de Naam wordt aangeroepen, de Naam van de Heere der heirscharen Die daarop woont tussen de Cherubijnen, het Aangezicht des Heeren, de ark des Verbonds van God, de ark des Heeren, Die tussen de Cherubs woont, waar de Naam wordt aangeroepen, de ark des Verbonds des Heeren, de ark des Verbonds van de Heere der ganse aarde, de ark van Gods Sterkte.

De twee voornaamste namen zijn : de ark der getuigenis en de ark des verbonds. De naam , , getuigenis" ziet op de tafelen der wet, die in de ark lagen, en de naam verbond op het verbond, dat God met Israël gesloten had, toen Hij het volk uit Egypte leidde. De wet drukt de Verbondseis van God aan Zijn volk uit. Zij is de oorkonde van 't Verbond. De ark staat dus in het nauwste verband met het verbond en de wet.

De beschrijving: .

In de opdracht tot het vervaardigen van de tabernakel, aan Mozes gegeven, geeft de Heere een beschrijving ook van de ark, Exodus 25 vs. 10. De ark is een houten kist, gemaakt van Sittimhout. Dit hout was het enige timmerhout dat op het Sinaietisch schiereiland waar Israël tijdens de woestijnreis was, -groeide. De afmetingen waren : lengte 2 1/2 el, de breedte en de hoogte 1 1/2 el. Daar deze el ongeveer 50 cm. was, waren de afmetingen in onze maat dus 1 m. 25 cm. bij 0.75 m. en de inhoud ongeveer 7/10 k.m. (7/10 m3). Deze kist is van binnen en van buiten met louter goud overtrokken. Ze wordt gedekt door het verzoendeksel van louter goud. Om de bovenrand van de kist en half daarboven uitstekend, loopt de gouden krans, die het deksel voor afglijden bewaart. Vlak onder deze krans zijn de ringen aangebracht voor de draagstokken, twee aan elke zijde, op de kant of lijst. De stokken moesten, steeds in de ringen blijven zitten. De ringen waren van goud en de stokken van sittimhout, maar met goud overtrokken, Een geheel met het verzoendeksel maakten de Cherubynen uit, twee engelen met vleugelen, op ieder  einde van het deksel een. Deze figuren worden soms in zittende en soms in staande houding afgebeeld. Ze waren waarschijnlijk hol en met goud overdekt, hoewel de tekst zegt, dat ze van dicht goud waren.

In de ark werd de wet gelegd, d.w.z. de twee tafelen der wet, die door Gods vinger beschreven waren met de tien Geboden. Iets anders heeft er niet in gelegen. Als Hebr. 9 : 4 zegt, dat er ook de kruik met manna en de staf van Aaron inlagen, moet dit zijn niet in maar bij de ark.

3. De plaats.

De ark is het voornaamste heiligdom, dat in de tabernakel en later in de tempel gevonden werd. Haar plaats was niet in het voorhof, waar alleen het brandaltaar en het koperen wasvat stonden ; noch in het heilige, waar de kandelaar, de tafel der toonbroden en het gouden reukaltaar hun plaats hadden ; maar in het heilige der heiligen, het binnenste heiligdom. Hier was de woning Gods, de afbeelding van de hemel. Dit vertrek was door een voorhang, het binnenste voorhangsel, afgesloten. Zowel op het onderste dekkleed als op dit voorhangsel waren cherubynen en bloemen afgebeeld. De drie wanden waren met goud bekleed. In dit allerheiligste vertrek deed de Hogepriester op de grote verzoendag dienst. Behalve de ark stond hier de mannakruik. Op de grond lag de staf van Aaron, die gebloeid had.

4. De betekenis.

De ark is de troon Gods en de troon der genade, de genadestoel. Op de vleugelen der Cherubynen, die naar boven zijn uitgebreid en het verzoendeksel overschaduwen, staat de wolk der heerlijkheid Gods, het teken van de tegenwoordigheid Gods. De schechina. Dit woord betekent woning. De wolk omhulde een vuurglans, waarin de openbaring Gods uitkomt. Zo woonde God boven de Cherubynen, boven het verzoendeksel. Zo woonde Hij, de Heilige, onder de lofzangen Israels. Hij woonde daar in gunst bij het uitverkoren volk, krachtens het gesloten verbond. Zo was God nabij het volk, en het volk nabij God.

Het gebruik.

Het eerste doel van de ark is als bewaarplaats voor de heilige wet Gods te dienen.

Verder sprak God vandaar met Mozes volgens de tekst, Eodus 25 : 22 : En aldaar zal Ik bij u komen en Ik zal met u spreken van boven het verzoendeksel af, van tussen de twee Cherubynen, die op de ark der getuigenis zijn zullen, alles wat Ik u gebieden zal aan de kinderen Israels.

Maar vooral diende zij als een altaar, waarop de Hogepriester op Grote Verzoendag het blped van een var en een bok sprengde ter verzoening van zijn eigen en Israels zonden. Hij stond dan in een wolk van reukwerk en sprengde eenmaal op en enige malen voor de ark het bloed, hierin een type zijnde van de ware Hogepriester Christus, Die op Golgotha Zijn eigen bloed stortte tot verzoening. Dit was het gewichtigste gebruik van de ark.

De symboliek.

De tabernakel en de tempel hadden evenals de ark een zinnebeeldige betekenis. Zoals de Hogepriester een type van Jezus was, zo waren ook de offers schaduwen van Zijn offer. In tabernakel en tempel ziet het al op Hem en blijft alles op Hem wachten, In het bijzonder is de ark een beeld van Christus. Sommigen menen, dat de , , schechina" Zijn godheid ibetekent en de ark Zijn mensheid. Inderdaad heeft de Middelaar deze beide naturen. Daar de ark het kostbaarste heiligdom van Israël was, zo volgt hieruit, dat Gods volk ook niets kostbaarders heeft dan Christus, God en mens in een persoon, de Middelaar Gods en der mensen. U, die in Hem gelooft, is Hij dierbaar. Wien heb ik nevens U omhoog, nevens U lust mij ook niets op de aarde. God toonde Zijn genade het meest, toen Hij Israël die ark gaf en daarop onder hen wilde wonen. Maar alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eengeboren Zoon heeft gegeven, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. God woonde op de. ark, maar zo tabernakelt Jezus onder de mensen. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond, eigenlijk getabernakeld, gewoond als in een tent. In Christus woont de volheid der Godheid lichamelijk. In de ark lag de wet, en zo zegt Christus : Ik draag uw heilige wet, die gij den sterveling zet, in het binnenst ingewand. Op de ark was het verzoendeksel, maar God heeft Jezus voorgesteld tot een verzoendeksel door het geloof in Zijn bloed. Daar blijkt, dat het verzoendeksel der ark op Jezus wijst als die de zonden bedekt en verzoent. De Hogepriester sprengde het bloed van het offerdier op dat deksel en liet het daar liggen, maar zo is Jezus door Zijn dood en bloedstorting een verzoening. Het bloed van Jezus spreekt van genade en vergeving, doordat het reinigt van alle zonden, want daarin is de betaling van de schuld. God heeft dit geëist als het rantsoen. En het is genoeg voor alle eeuwen. Met een enige offerande heeft Jezus volmaakt die geheiligd worden, tot in eeuwigheid, en zo is Hij de Hogepriester in eeuwigheid naar de orde van Melchizedek. Het bloed op het verzoendeksel bedekt de schuld en doet de aanklacht der wet verstommen. Maar zo is Jezus, die de wet vervulde en Zijn bloed stortte tot voldoening voor de zonde en tot wegneming van de vloek, het einde dor wet tot rechtvaardigheid voor een iegelijk, die gelooft. Het goud van de ark ziet op de waarheid en de gerechtigheid van Christus, die volkomen is.

Zo moeten we tot deze volmaakte Zaligmaker de toevlucht nemen, opdat we vergeving van zonden, gerechtigdheid en zaligheid van Hem mogen ontvangen, want buiten Hem is de dood en het verderf.

De lotgevallen.

De ark is vervaardigd door Bezaleel, die meest de hele tabernakel bouwde, behalve de kleden, want al het borduurwerk werd door Aholiab gemaakt. Toch moeten we hen zien als leiders van die werken, want de Heere had hun veel helpers toegevoegd, aan wie Hij ook wijsheid gegeven had. Op de eerste dag van de eerste maand van het tweede jaar na de uittocht, richtte Mozes de tabernakel op. In het verreizen gaf de wolk het teken van optrekken en legeren. De ark, door de priesters gedragen, ging voorop, om voor het volk een rustplaats uit te speuren. In het optrekken zei Mozes : Sta op, Heere, en laat Uw vijanden verstrooid worden, en Uw haters van Uw aangezicht vlieden. En als zij rustte, zeide hij : Kom weder, Heere, tot de tienduizenden der duizenden van Israël. Nadat de woestijnreis volbracht was, waarbij de Heere hun voorhoede en hun achtertocht was, stond de ark bij de doortocht door de Jordaan midden in de rivier, gedragen door de priesters, die steevast aldaar stonden, en ging als laatste over. Daarna was zij 14 jaar te Gilgal. Tijdens dit verblijf ging ze om Jericho en was ze aanwezig bij de zegen- en vloekspreuken op Gerizim en Ebal. Vervolgens stond ze 350 jaar te Silo. In de dagen van Eli werd ze in het leger gebracht en overgegeven aan de Filistijnen, die haar te Asdod in de tempel van Dagon stelden. Bij de nadering van de ark vielen de slagen, n.l. de spenen- en muizenplaag ook voor te Gath en te Ekron, waarom ze na zeven maanden werd teruggezonden naar het land Israël, waar ze gesteld werd op een grote steen te Beth Semes, op de akker van Jozua. Nadat hier velen gedood waren als straf, omdat de lieden van die stad in de ark hadden gekeken, werd de ark overgebracht naar Kirjath Jearim in Juda (ook Baala of Baalim geheten), op drie uur af stands van Jeruzalem, in het huis van Abinadab, onder de, hand van Eleazar.

Na 57 jaar werd ze gehaald door David en gebracht te Sion. De eerste maal werden de regelen niet. in acht genomen en stierf Uza, omdat hij de ark aanraakte bij Nachon's dorsvloer. Ze werd toen geplaatst bij Obed Edom, de Gethiet. De tweede maal, na drie maanden, gelukte het beter en kwam de ark in een tent op Sion. De Levieten Asaf en zijn broederen zorgden voor haar. In het elfde jaar van koning Salomo werd ze eindelijk overgebracht naar het Heilige der heiligen van de Tempel. Dan blijft ze daar tot de verwoesting des tempels door Nebukadnezar in 586. Hoe het daarbij met haar gegaan is, is onbekend. In een apocrief boek staat dat de ark onzes verbonds is genomen (4 Esra 10 : 21, 22). Toen in 536 de Joden terug mochten keren en de vaten van de tempel meekregen (Cyrus), kwam de ark niet mee, Esra 1 : 7—11. Ze wordt onder de vaten althans niet vermeld. Het is zeker, dat ze ook niet in de tweede tempel is geweest. We kunnen in dit ontbreken van de ark zien dat God het hart wilde doen verwachten de tegenbeeldige ark en het tegenbeeldige verzoendeksel, Jezus Christus. De Apostolischen geloven, dat God de ark tevoren heeft opgenomen in de hemel, volgens Openb. 11 : 19. Dit geldt echter wel van Jezus.

De ark is de schaduw, Jezus is de vervulling. De ark werpt licht op de Middelaar Gods en der mensen, Die Zoon Gods en Zoon des mensen is. De diepe gedachte, dat een heilig God alleen dan onder mensen, - die zondaar zijn, kan wonen, als de zonde vergeven wordt ; en dat de zonden vergeven worden, als zij door het bloed van 't plaatsbekledend offer zijn betaald, vindt uitdrukking in de ark met het verzoendeksel en het zoenbloed, waarboven de goddelijke heerlijkheid troont, maar het is tot waarheid geworden in Hem, Die God en mens in éen persoon, plaatsbekledend gehoorzaamde aan de Vader der lichten, met een gehoorzaamheid tot in de dood, ja, de dood des kruises. Wiens bloed reinigt van al de zonden.

En moge gelijk de engelen begerig waren om in te zien in de verzoening der zonden, waarom zij het hoofd naar het deksel neigden, ook ons hart verlangen naar de verzoening met God door Hem, Die Zijn bloed stortte op het kruis ; en laat ons luisteren naar de roepstem : laat u met God verzoenen, want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

De Ark des Heeren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's