Hebt de wereld niet lief
Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld, is, namelijk de begeerlijkheid des vleses en de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij, en hare begeerlijkheid; maar die de wil van God doet, blijft in der eeuwigheid. 1 Johannes 2 vs. 15, 16 en 17.
Wanneer u deze tekst rustig naleest, zult ge misschien zeggen : Is dit nu een tekst voor heel de gemeente? Zou het niet beter zijn dit gedeelte alleen voor de jonge mensen te behandelen ? De oude mensen hechten toch niet zoveel waarde meer aan het leven. Zeg het de jonge mensen maar eens goed !
Maar zó ligt de zaak echter niet. In onze teksten wordt de raad niet gegeven aan de eerste de beste, maar aan mensen van wie een lofwaardig getuigenis wordt gegeven. Het zijn jongelingen, die de boze hebben overwonnen, en het zijn vaders, die Hem kennen. Die van den. beginne is. Het zijn mensen, die genade kennen en toch deze raad nodig hebben.
Maar, zult ge misschien zeggen, een begenadigde ziel, die zijn hart aan de Heere gegeven heeft, vindt toch geen bevrediging meer in de dingen van deze wejeld. Hij heeft de wereld toch definitief de rug toegekeerd.
Maar ge weet tcch wel, dat ook een kind van God met de oude mens te tobben heeft. De apostel kent het leven. Daarom komt hij ook tot Gods volk met deze raad: Hebt de wereld niet lief.
In ieder mensenhart leeft de drang iemand of iets lief te hebben. Men spreekt van liefde tussen man en vrouw, van moederliefde, 'maar óok van eigenliefde.
Wat is liefhebben? Is het niet je gehele hart aan iemand of iets geven ? Je gaat daar dan ook volkomen in op. Je laat dan geen ruimte meer over aan iets anders.
En nu zegt de apostel : Geef je hart nu niet aan de wereld.
Wat is wereld? Voor het volk Israël is het heidendom wereld. Het heidendom boog zich voor de afgoden. Het dompelde zich in een waanzinnig genot. De Schriftgeleerden hadden een stelsel van allerlei wetten gemaakt. Wie zich daar niet aan hield, behoorde tot de wereld.
Ook wij hebben een bepaald beeld van wat er verstaan moet worden onder wereld. We denken aan allerlei vermakelijkheden, aan films en aan kermis. We zouden een hele reeks dingen kunnen noe'men. We denken aan heel slechte mensen. Maar het gevaar is zo groot, dat we een verkeerde voorstelling zouden maken. We zouden misschien met onze voorstelling gaan denken, dat wij niet werelds zijn.
Onder wereld versta ik alles wat los staat van God, d.w.z. alles wat vijandig staat tegenover God en een mens los trekt van God.
De wereld is dus niet iets wat buiten ons ligt, maar ook in ons ligt een brok wereld. En nu komt de moeilijke opgaaf : Geef nooit je hart aan iets wat je van God kan aftrekken. Plaats jezelf tegenover die wereld als iemand, die zich diep innerlijk een vreemdeling op deze aarde voelt en zijn levensdoel niet gezet 'heeft op allerlei waardeloze aardse geneugten, maar zijn hart gericht heeft op de hemel, waar zijn Vader woont.
Nogmaals kort saamgevat: Wereld is alles wat ik niet mag liefhebben om Gods wil en niet liefhebben kan zonder schade te lijden aan mijn ziel.
Hebt de wereld niet lief. Een ontzettend moeilijke opdracht. Wij hebben allen van nature lief, wat tegen God ingaat. Door de zondeval is er een breuk gekomen tussen God en ons. We staan in feite vijandig tegenover God. En toch ligt daar de eis. We hebben er mee te maken en we hebben er naar te leven. Er moet in ons leven komen een, breuk met de wereld. Onze tekst is dus een oproep tot bekering voor allen, die ver van God de wereld zoeken. Maar ook een welgemeende raad voor al Gods volk. Alles wat de wereld dus biedt, is voor u verboden waar, ja, levensgevaarlijk.
Want, (nu komt de motivering) de liefde dés Vaders is niet in hem, die de wereld liefheeft.
Wat betekent dat?
Ik zou het op de volgende wijze willen uitleggen :
1. De liefde tot de Vader is niet in hem.
2. De liefde van de Vader is niet in hem.
De liefde tot de Vader is niet in hem aanwezig. Men zegt wel eens, dat een mens onnoemelijk veel kan liefhebben. Maar het is totaal uitgesloten dat een mens God en de wereld tegelijk kan lief hebben. Wie een vriend der wereld wil zijn, is een vijand van God. God kan niet tevreden zijn met een gedeeld hart. Hij vraagt alles. Hij vraagt uw gehele hart. Het luistert ontzettend nauw. God in één ding niet lief hebben, is God in alle dingen haten.
U zult wellicht opmerken : Is dit niet wat overdreven? Wilt u een sprekend voorbeeld? Ik denk aan de geschiedenis van de Rijke Jongeling. Deze jongeman ging naar de Heere Jezus. Hij vertelde de Heere, dat hij al de geboden des Heeren had volbracht en op grond daarvan meende zo maar de hemel te kunnen binnentreden. Maar de Heere, is de grote hartenkenner. Hij zegt tegen die jongen : Ga heen en verkoop alles wat ge hebt en geef het de armen en volg Mij. En wat lezen we dan? Hij gaat bedroefd weg, want hij had vele goederen. Hij hield in feite meer van zijn geld, dan van de Heere. Hij vond het erg om weg te gaan, maar hij gaat dan toch maar weg. En weggaan betekent toch in elk geval een breuk met de Heere. En breken met de Heere is niet anders dan God haten.
De liefde voor het geld maakte het onmogelijk God ook nog lief te hebben. Maar er kunnen natuurlijk ook andere dingen zijn, die u van God kunnen afhouden. Dat weet u voor u zelf wel het beste.
Maar de liefde van de Vader is niet in hem.
God wil niet in uw hart wonen, zolang dat bewust tegen Hem ingaat. Maar weet u wel, dat u dan oneindig veel missen moet ? Weet u, wanneer God u in liefde gadeslaat ? Wanneer u kent en bezit de vergeving der zonden door Jezus Christus, zie dan wil God u tot een Vader zijn. Dan schenkt Hij u Zijn Vaderlijke liefde. Dan staat God ook volkomen voor u in. Dan zijt ge geborgen voor tijd en eeuwigheid beide. De liefde van de Vader blijkt in de zending van Zijn Zoon in deze verdorven wereld. De Heere Jezus is gekomen tot mensen, die het zo moeilijk, ja, onmogelijk vinden God lief te hebben. Hij roept het u toe, ook vandaag weer : Komt allen tot Mij. Ik kan en wil u helpen, opdat gij kunt komen tot de breuk met de wereld.
Dit is een welgemeende oproep. Zo gij Zijn stem dan heden hoort, verhardt u dan niet, maar laat u leiden. Zie, alleen in Christus ziet God u genadig aan. Dan wordt ge door Zijn liefde gedragen dwars door alles heen. Hij laat u dan ook nooit meer los. Hij beschermt u dan tegen alle gevaren en tegen alle verleidingen. Hij geeft u vastheid en zekerheid. Dat zijn toch zaken, die de wereld u toch nooit kan geven.
Maar dan wordt uw levensrichting ook heel anders. Dan gaat het in uw hart leven : 't Hoofd omhoog, het hart naar boven, want hier beneden is 't niet. Het echte leven is toch daar, waar men Jezus ziet.
Hebt dan de wereld niet lief! Dat houdt dus in, dat ge God moet liefhebben. Een andere weg is er dus niet. Er zijn maar twee wegen : een weg vóór God of een weg tégen God.
Lezer (es), wat zal uw weg nu zijn?
Hier zult ge toch een antwoord op moeten geven. Ik hoop dat het zó mag zijn of worden : mijn God, U zoek ik met verlangen !
Het is geen eenvoudige opgave, om de wereld niet lief te hebben. Er is zo ontzettend veel wat ons in deze wereld aantrekt. Nu is de apostel een man, die met beide benen in de werkelijkheid van het leven staat. Hij weet heus wel wat er in de wereld te koop is. Maar daarom is zijn raad van zo'n grote betekenis. Hij noemt dan enkele dingen, waar men op letten moet. Ge kunt het vinden in vers 16 : De begeerlijkheid des vleses, de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens. Dit zijn zaken, waar we iedere dag mee te maken hebben. Wat kan de hartstocht fel oplaaien, met al de gevolgen, daaraan verbonden. Wat voert het uitleven van lichamelijke begeerten een mens onzettend ver van God vandaan. En dit alles gaat zo heel dikwijls gepaard met de opmerking: Een mens moet toch ook wat in z'n leven hebben! Men stelt zich heel dikwijls alleen tevreden met stoffelijke dingen, alsof dat het allerhoogste is. Natuurijk is dat niet zo.
De begeerlijkheid des vleses wordt in de hand gewerkt door wat men ziet. Wat kan door een schaamteloze kleding de hartocht worden gewekt. Wat wordt de zedeloosheid niet in de hand gewerkt door de afbeeldingen in allerlei tijdschriften, die door menigeen gelezen worden. Door vele boeken met bedenkelijke inhoud wordt een mens zo heel gemakkelijk vergiftigd. Van dit alles moeten we ons verre houden.
Maar er is nog meer. De grootsheid des levens voert de mens ook van God af. Hieronder moet verstaan worden de zucht naar en het bezit van luxe en weelde als hoogste ideaal. Laten we eerlijk en nuchter ook in dit opzicht blijven. Leven we. niet allen op een te grote voet? Hier geldt zéér zeker de waarschuwing : Wie ver van God de weelde zoekt, vergaat eerlang en wordt vervloekt!
Maar waarom nu zo sterk deze waarschuwing? Wel, al de genoemde dingen zijn niet uit God, maar uit de wereld. Het zondige, het onreine, het vuile, het gemene, en ga zo maar door, kan toch niet van God zijn? En wanneer het dan niet van God komt, dan komt het van Satan. Een andere mogelijkheid is er niet. Satan probeert op deze wijze de mensen aan zich te binden. Zo sleurt hij ze mee naar het eeuwig verderf.
Werkelijk, de wereld en haar begeerlijkheid heeft niet diè waarde, die er zo dikwijls aan gegeven wordt. Want de wereld gaat voorbij en al wat bij die wereld hoort. Kunt ge u dat voorstellen? Alles wat u ziet, gaat eens volkomen voorbij. Er komt wereld-einde en wereld-gericht.
God gaat dan oordelen. Hij vraagt dan wat uw houvast in dit leven is geweest. Arm dan de mens, die het dan zeggen moet: de wereld. Die. mens heeft dan in feite niets geen steun, want er is niets meer. Hij staat dan alleen voor God, zonder een borg voor zijn ziel. God zal hem dan voor eeuwig moeten verstoten.
Lezer(es), stel toch niet uw vertrouwen op deze wereld. Ge komt er mee om ! Ge staat voor een belangrijke beslissing. Ge vraagt u wellicht af : Wat moet ik dan doen? Dan is er maar één antwoord op te geven ! Doe de wil van God. Daar is ook een bepaalde belofte aan verbonden. Ge kunt dat lezen in het laatste vers van onze tekst. Ge blijft dan tot in der eeuwigheid..
Wat is nu de wil van de Vader? Christus heeft dit samengevat in de hoofdsom van de wet. Ge kunt het ook zó zeggen: God lief te hebben, de wereld te verlaten ; uw oude natuur doden en in een Godzalig leven wandelen.
Weest volmaakt en weest heilig !
Maar wie is daartoe bekwaam? Dat kan geen mens. Deze eis is te zwaar ! Dat houdt dus ook in, dat ieder mens verloren zal gaan.
Maar in deze wereld schittert ook Gods liefde. Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet zou sterven, maar het eeuwige leven hebbe.
In Christus zien we het wonder van Gods genade. Die Christus heeft door Zijn gehoorzaamheid tot in de dood aan Zijn Vader de weg tot Gods troon gebaand. Christus heeft Zijn Geest gegeven, opdat zondaren zichzelf zouden leren kennen als verlorenen in zichzelf. Die Geest toch overtuigt van zonde, gerechtigheid en van oordeel. Maar de Heilige Geest laat óok zien, dat er vergeving te vinden is bij Jezus Christus. De Heilige Geest wil het hart van zondaren wederbaren, zodat het niet meer gericht is op de wereld, maar op God. Wanneer de Heilige Geest een mens gaat leiden, maar ook gaat versterken, dan is de mens in staat de Heere te dienen.
De wereld lijkt oppermachtig, maar Christus heeft het gezegd : Vrees niet, want Ik heb de wereld overwonnen.
Zie, dan wordt de Christus onmisbaar en wordt alles aan Hem gans begeerlijk.
Maar hoe staat gij nu tegenover die Christus? Is het uw begeerte reeds Hem te dienen en lief te hebben?
Kent ge Hem nog niet? O, bidt dan of Gods Geest u de ogen opene, opdat ge zien moogt. Maar, wat ik u bidden mag : maak er ernst mee ! De dood wenkt ieder uur ! Wat zal het erg zijn, wèl de weg geweten te hebben en er niet naar gewandeld te hebben!
Nog moogt ge naar de Heere gaan, nog wil Hij u helpen. Hij heeft geen lust in uw dood, maar hierin, dat ge u zoudt bekeren van uw goddeloze weg.
Alleen in en door Christus is er leven en uitzicht mogelijk. Dan blijft ge tot in der eeuwigheid.
Wat een heerlijk uitzicht is dat!
Wat een toekomst wacht Gods kind !
Zeker, hier op aarde veel strijd, veel te overwinnen. Maar ge staat niet alleen. De Heere is met u !. En wanneer de wereld krakend ineenstort, mag al Gods volk de eeuwige heerlijkheid ingaan en genieten van Gods goedertierenheên.
Kunt ge u nu voorstellen, waarom de apostel met zo'n grote nadruk het gezegd heeft: Hebt dan de wereld niet lief ! Luister dan naar die raad, die uiteindelijk door de Heere Zelf gegeven wordt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1955
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1955
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's